Hfst. 16

230 19 2
                                    

Marlina kijkt naar de gouden ring aan haar rechter hand en glimlacht. Ze had nooit gedacht dat Merlin haar zou vragen. Gister zijn ze naar Kilgara gegaan (Merlin bij haar op de rug) en hebben zijn zegen gevraagd. En hij zei ja! Gelukkiger kan ze bijna niet worden. 

Opeens wordt er hard op de deur gebonsd.

'Ik kom al!' roept ze, en ze loopt naar de deur. Als ze die open doet ziet ze Gawain staan.

'Gawain?!' zegt ze verbaasd. 'Wat doe jij nou hier?'

'Geen vragen,' zegt Gawain, en hij sleurt haar mee naar het kasteel. Marlina stelt geen vragen als ze naar Arthur's werkkamer lopen en gaat naar binnen.

'Ah, Marlina,' zegt Arthur, en Marlina maakt een buiging.

'U wou me spreken, milord?' 

'Jazeker,' zegt Arthur, en hij kijkt haar aan. 'Ik vertrek binnenkort. Vijanden proberen me te doden, en ik wil ze verassen met een veldslag.'

'Dat is...duidelijk, milord,' zegt Marlina, 'Maar wat heb ik er mee te maken?'

'Jij moet met mij mee.'

Marlina kijkt Arthur verbaasd aan.

'Met jou in je drakenvorm zullen we onoverwinnelijk zijn!' zegt hij, en ze ziet de lichtjes in zijn ogen. Hij gelooft er echt heilig in dat ze meekomt.

'Het spijt me milord, maar het gaat niet,' antwoord ze. 'Merlin en ik gaan trouwen, ziet u, en ik moet nog alles regelen.'

'Het spijt me, Marliina, maar dan zal ik je moeten laten oppakken,' zegt Arthur.

Marlina kijkt met open mond naar Arthur en hij draait zich om.

 'Ben je onze afspraak dan vergeten?' vraagt hij. 'Ik zou jou niet oppakken als jij me zou helpen.'

Marlina buigt verslagen haar hoofd.

'Okee, dan doe ik mee.' zegt Marlina en ze voelt een traan over haar wang lopen. 'Wanneer moet ik klaar staan?'

'Morgenvroeg,' zegt Arthur, en hij draait zich om.

'Dan zal ik er zijn,' zegt Marlina, en zevoeltmeer tranen over haar wangen lopen als ze weggaat.

'Langs de smidse,' mompelt ze buiten. 'eerst naar de smidse.'

Snel loopt ze naar de smidse in het centrum van de stad. Callan, de smid ziet haar al van ver komen.

'Ah, Marlina, wat heb je nodig?' vraagt hij meteen.

'Een harnas,' zegt ze. 'Ik heb een harnas nodig. Voor morgen.'

Callan  glinmlacht terwijl hij zijn handen afveegt met een vuile lap stof.

'Ik heb er nog een klaar liggen. Waarschijlijk past hij je wel.' 

Callan loopt naar achter en Marlina  volgt hem. Achter in de smidse, achter een grote lap stof hangt het mooiste harnas dat Marlina ooit heeft gezien. Het is gewoon ijzer, maar het lijkt wel zilver, lichtgevend zilver. Met open mond strijkt Marlina over het metaal heen. Callan glinmlacht.

'Ik merk dat je het mooi vindt,' zegt hij, en Marlina kijkt hem met open mond aan.

'Heb jij dit gemaakt?'

'Heeft me wel even gekost, maar het resultaat mag er zijn, niet?' zegt Callan lachend.

Marlina kijkt weer naar het harnas.

'Waarschijnlijk past het wel,' zegt Callan. 'Je kan het zo meenemen.'

Marlina kijkt Callan dankbaar aan.

'Dankje,' fluistert ze.

Thuis kijkt Marlina naar het harnas dat voor haar hangt. Morgen is het zover, dan moet ze weg. Opeens vliegt de deur open en stormen Gawain, Elyan en Parcival binnenstormen.

'Trek je mooiste jurk aan,' zegt Gawain opgewekt, 'Want we hebben een verassing voor je!'

Verbaasd staat Marlina op.

'Parcival, help haar eens,' zegt Gawain.

'Wacht, nee!' roept Marlina als Parcival haar glimlachend naar haar kamer tilt. Als de deur dicht is laat hij haar op het bed vallen en loopt naar haar kast.

'Wat doe je?!' vraagt ze verbaasd, maar Percival reageert niet en inspecteert haar jurken in de kas

'Ga je me vertellen wat er aan de hand is?' vraagt ze.

'Nope!' zegt Percival, en hij pakt een jurk uit de kast. Het is een donkerblauwe met goude en paarse stiksels en randen.

'Trek maar aan,' zegt Percival, en hij draait zich om. Vlug trekt Marlina de jurk aan en tikt na een paar minuten al op de schouder van Percival.

'Kun je even de linten achten dichtsnoeren?' vraag ze.Percival lacht en met zijn grote handen knoopt hij behendig de linten op haar rug vast. Marlina glimlacht en loopt weer naar buiten.

'Jouw beurt Elyan!' roept Gawain, en Elyan bied Marlina zijn hand aan. Marlina pakt hem aarzelend vast en loopt mee naar buiten. Daar wordt ze op het paard van Elyan getild, en hij kruipt er achter bij.  

Na een kleine tocht komen ze bij een klein kapelletje uit. Elyan tilt Marlina van het paard, en ze kijkt verbaasd naar het kapelletje.

'Nerveus?' vraagt hij glimlachend.

'Een beetje,' zegt Marlina.

'Hoeft niet,' zegt Elyan, en hij neemt haar mee naar binnen. Daar staat Merlin, bij het altaar, en op de banken vooraan zitten haar moeder , Merlin's moeder, Saphira, Julliet en Arthur. Ze begint meteen te glimlachen en wil naar haar moeder toerennen, maar Elyan houd haar tegen.

'Nu niet,' fluistert hij, en hij brengt Marlina naar Merlin. Voor hen staat een oude man met een groot dik boek, en zodra hij begint voor te lezen, weet Marlina het. Ze gaan trouwen.

'Gefeliciteerd,' zegt Juliet als eerste en ze geeft me een knuffel.

'Dankje wel,' zeg ik glimlachend. 'Hoe wist je dat je hier moest zijn? Ik heb je al jaren niet meer gezien!'

'Ik heb zo mijn bronnen,' zegt ze met een knipoog. 

'Hey Marlina!' roept Saphira. 'Of moet ik nu mevrouw Merlin zeggen.'

We lachen en omhelzen elkaar.

*~*

Overal hoor ik het geschreeuw van mannen. Strijdkreten, angstkreten en soms zelfs hoor ik geschreeuw van de stervenden. Vaak hoor je van die mooie, spannende verhalen over veldslagen. Altijd eigenlijk, maar in het echt zijn veldslagen niet mooi. Het zijn nachtmerries, regelrecht uit de hel. Ik kijk rond nar het gras, roodgekleurd van het bloed. Dit is gewoon een nachtmerrie, niemand verdient het om hier te zijn, zelfs mijn ergste vijanden zou ik dit niet toewensen. Opeens voel ik een scherpe pijn, rechts bij mijn schouderblad. De pijn is ondragelijk, maar ik kan nog vliegen. Ik voel nog twee steken, vlak bij mijn vleugels, een links en een rechts. Nog meer pijlen! Zo kan ik niet verder! Ik cirkel ongecontroleerd naar beneden. De pijn verspreid zich snel door mijn lichaam. Gif! net boven de grond verander ik weer in mezelf en val neer, tussen twee dode soldaten in. Ik pak een van hun zwaarden, net op tijd om de man die me aanvalt te pareren. We vechten, maar na een paar seconden heb ik hem al doodgestoken. Ik voel het gif zich door mijn lichaam verspreiden en probeer terug te veranderen in een draak, maar het lukt me niet. Ik concentreer me beter, maar het is onmogelijk. Ik pareer een nieuwe slag die op me afkomt en steek de eigenaar van de slag neer. Hijgend kijk ik rond en ik kreun van de pijn. Ik kan niet meer. Ik zak door mijn knieën en sla nog tegen verschillende benen aan. Warm bloed vloeit over mijn ruch en schouder van de pijlen. Ik moet weg hier, naar de rand, daar kan ik misschien overleven. Ik kruip en tijger door de benen en lijken heen naar de rand, maar blijf op de helft verzwakt op de grond liggen. Ik kan niet meer, ik zal hier zterven, en ik kan niet eens meer verder. Ik heb geen keus. Ik draai me op mijn rug, als ik moet sterven, dan wil ik wel de lucht zien. Ik kijk omhoog en zie de wolken aan de blauwe lucht voorbij drijven en grinnik. Wat een contrast met hier. Dan denk ik aan erlin. Net getrouwd, en al meteen gescheiden. Een traan rolt over mijn wang. 'Vaarwel, Merlin,' fluister ik, en ik hoest. Ik...Ik krijg geen adem meer! Ik probeer nog te ademen, mijn borstkas komt ver van de grond, maar het heeft geen zin. Ik sluit mijn ogen. Vaarwel Merlin, ik zal je nooit vergeten.

CamelotWhere stories live. Discover now