Epiloog

261 19 13
                                    

EPILOOG

Merlin kijkt naar de grote kist. Waarom, denkt hij, waarom zij? Een traan rolt over zijn wang. Opeens voelt hij een hand op zijn schouder. Hij kijkt om, zijn ogen zijn helemaal dik en rood van het huilen, maar door zijn tranen heen kan hij Gawain nog net zien.

'Het is tijd,' zegt hij.

Merlin slikt en pakt de kist op, samen met Gawain, Percival en Elyan. Samen lopen ze naar de begraafplaats buiten de stad. Daar wacht Arthur samen met een priester die Marlina zal begraven.

Niemand ziet de twee draken die van een afstandje kijken. Een grote, gouden en een kleine witte.

'Dat is haar, toch?' vraagt het kleine draakje. 'Dat was toch mijn grote zus?'

De grote, gouden draak grinnikt.

'Ja,' zegt hij. 'Dat was je zus, ja.'

'Waarom is ze dood?' vraagt het kleine draakje weer.

'Dat weet ik niet.' zegt de grote draak. 'Maar ze is dapper gestorven.'

De grote draak glimlacht als hij naar de begrafenis kijkt.

Je hebt je best gedaan, Merlin. Dit was gewoon het lot, daar was niks aan te doen.

Hij zend het bericht naar de jongen met de zwarte haren. De jongen kijkt even om, zijn ogen rood van het huilen, en hij glimlacht een beetje. De grote draak knikt kort.

Dankje Kilgara. stuurt de jongen hem een bericht, en hij draait zich weer om naar de begrafenis.

'Kom op,' zegt de grote draak, Kilgara. 'We moeten weer gaan.'

Samen vertrekken de witte en gouden draak weer, de laatste twee draken van hun soort. 

(A/N: En dit was het verhaal! ik heb het boek nu helemaal af, dus er komen ook geen nieuwe hoofdstukken meer bij, maar je kan altijd op mijn profiel kijken als je nieuwe verhalen wilt lezen!

grtz. WriterInWording)

CamelotWhere stories live. Discover now