hfst. 11A

350 18 3
                                    

Marlina’s POV

“Grijp haar!”

Ik keek geschrokken om en zag de wacht op me af komen rennen. O nee, was Uther er achter gekomen? Snel ren ik weg, maar de wacht rent langs me af. Drie mannen blijven staan en grijpen me vast.

“Laat me los!” roep ik.

De mannen luisteren niet en slepen me mee naar de rest van de wacht die een ander meisje vasthouden. Ze heeft blond haar dat voor haar gezicht valt en een blauwe jurk.

“Heb je haar?” vraagt een van de mannen die mij vast hebben.

De wacht knikt en het meisje kijkt op en ik zie dat ze oceaan blauwe ogen heeft.

“Wie is dat?”vraagt iemand die bij het meisje staat.

“Weet ik niet, maar ze rende weg van ons. Ze hoort vast bij haar.”

De man knikt en geeft een sein. De wacht begint te lopen met de twee meisjes tussen hen in. Ze

lopen het kasteel in en gaan direct naar de kerkers, waar we samen in een cel worden gesmeten.

Ik ren meteen naar de tralies.

“Hé! Jullie! Ik werk voor Gaius!”

De mannen lachen.

“Ja hoor, en mijn moeder is de koningin van Gallica.”

Ik draai zich zuchtend om en ploft neer op het stro.

“Ik geloof je,” zegt het meisje.

Ik zucht.

“Dat kan best, maar daar heb ik nu bar weinig aan.”

“Nou, sorry hoor. Ik probeerde je alleen wat op te beuren.”

Ik kijk naar het meisje. Opeens voel ik medelijden. Zij heeft er ook niet voor gekozen om hier met mij te zitten.

“Sorry, maar ik ben gewoon bang voor wat er gaat gebeuren,” zeg ik.

Het meisje haalt haar schouders op.

“Het is altijd hetzelfde. Eerst audiëntie, dan een oordeel, meestal een brandstapeltje, niks bijzonders. Nou, en de avond van te voren vlucht je weg.”

“Het klinkt alsof je weet waar je over praat.”

Ze grinnikt. En staart voor zich uit.

“Ach ja, je leert wel eens wat.”

Ze kijkt me aan, en ik kijk terug.

“Ik geloof dat ik me nog niet heb voorgesteld. Ik ben Saphira.”

“Marlina,”zeg ik, en ik geef haar een hand.

“Laat me erdoor!” hoor ik iemand roepen.

Ik sta op van de grond en loop naar de tralies. Daar komt Gaius naar me toegelopen.

“Marlina, hoe kom je hier in hemelsnaam terecht?!”

Ik zucht.

“Lang verhaal. Maar weet je hoe je me hier uit kan krijgen?”

Gaius denkt na.

“Ik heb misschien wel een idee, maar dat kan alleen als je bij Uther bent.”

“En iets voor Saphira?” vraag ik.

Hij kijkt me vragend aan en ik wijs met mijn duim naar Saphira achter me. Die zit weer naar de muur te staren.

“Ik weet het niet, maar ik zal kijken.”

Ik knik en Gaius kijkt omlaag.

“Ik zal Merlin zeggen dat je hier zit. Hij loopt al de hele dag naar je te zoeken.”

Ik grinnik. Dat is nou typisch iets voor hem.

“Dank je Gaius,” zeg ik. “Dat is erg aardig van je.”

Hij glimlacht en loopt weg. Ik loop weer terug en ga naast Saphira zitten.

“Wie was dat?” vraagt ze.

“Gaius, de man voor wie ik werk en die me een plaats geeft om te wonen.”

Saphira knikt. Daarna zitten we een hele tijd stil.

------------------------------------------------------------------------------

Hey allemaal!

Sorry dat dit hoofdstuk zo kort is, maar er komt nog een deel twee, als ik meer tijd heb.

Jaja, want er komt weer een proefwerkweek aan voor dit schrijvertje en daar moet ze hard voor leren. En daar ben ik nog niet aan begonnen plus ik heb een serenade in Amsterdam en een extra repetitie. Druk druk druk dus. Volgende keer maak ik dit hoofdstuk af, beloofd.

Anyway, dit hoofdstuk wordt opgedragen aan @Lizayustme , omdat zij Saphira heeft bedacht. Dankje meid!

Groetjes, me!

CamelotWhere stories live. Discover now