hoi hoi!
sorry, maar ik ben nog een beetje bezig met opmaken enzo. beetje hectisch dus. maar ik probeer altijd zo snel mogelijk iets nieuws er op te zetten.
Zaterdag wordt mijn wekelijkse upload-dag. de tijden kunnen veranderen, maar je kan er vanuit gaan dat een nieuw hoofdstuk op zondag online staat.
groetjes!
*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*
Dagen loopt Marlina nu al door het bos en ze is het zat! De grond is koud en howel ze geen rover heeft gezien sinds ze die man heeft verbrand, voelt ze zich niet op haar gemak.
Zuchtend loopt ze weer verder over het pad. de zolen van haar schoenen zijn al bijna door gesleten. als ze niet snel bij een dorp komt moet ze op blote voeten verder.
Marlina kijkt vooruit om te zien of ze al bijna uit dat verrekte bos komt. voor haar ziet ze een klein lichtpuntje. Als ze doorloopt ziet ze het puntje groter en groter worden.
Blij slaat ze een kreetje. Daar is de bosrand! Marlina begint harder te lopen en al snel rent ze het bos uit.
Als ze om zich heen kijkt ziet ze dat ze op een heuvel staat. in de verte staat een groot kasteel. Marlina zucht blij. Daar kan ze tijdelijk wonen.
Ze loopt glimlachend naar beneden, en als ze het pad volgt door, alweer, een bos, begint ze te neuriën. Het is een liedje dat haar moeder altijd voor haar zong.
Na een tocht van tien minuten komt Marlina aan bij het kasteel. Bij de grote poort staan twee ridders op wacht.
Gefacineerd kijkt Marlina naar de ridders. Hun wapenuitrusting blinkt in de zon alsof hij net nieuw is, en een rode mantel waait zacht om hen heen. Op de mantel is een gouden draak geborduurd, rechts op de borst.
Marlina's moeder heeft haar ooit verteld van wie dat wapen is, maar ze kan het zich zo gauw niet herinneren.
Rustig loopt ze naar binnen, met de menigte mee, en kijkt rond. het is erg groot en alle straten zijn afgeladen met mensen.
Ze volgt de weg, langs alle kramen, naar een groot plein. Daar staat het grote kasteel van de heer van dit gebied.
Een bleke jongen met ravenzwart haar komt naar buiten gelopen. Hij draagt een rood sjaaltje om zijn nek. Marlina kan haar ogen niet geloven.
"Merlin?! Ben jij dat?" Ze loopt naar de jongen toe, die haar met grote ogen aan staat te staren. "Nee," zegt hij, "Marlina?"
Glimalchend omhelst ze hem. "Jezus, Merlin, ik heb je in eeuwen niet meer gezien! Waar was je?" Ze is zo blij dat ze hem weer ziet. Merlin wil net antwoorden, maar iemand roept hem. zijn gezicht vertrekt en hij draait zich om.
"Merlin, wie is dat?" De vraag komt van een lange, blonde jongen. Hij draagt een rood jasje over zijn witte bloes en een bruine broek.
"Een oude vriendin," zegt Merlin. "Ze is hier net en ik had er in jaren al niet meer gezien. Gewoon, even weer bijpraten."
"Doe dat maar 's avonds bij Gaius. Nu: aan het werk!"
De blonde jongen gaat weer naar binnen en laat Merlin zuchtend achter. "Wie was dat?" vraagt Marlina.
"Arthur," zegt Merlin. "Geloof me, hij is een kei in mensen laten werken. Ik werk me al tijden het schompes!"
Marlina barst in lachen uit. "Hoezo?" vraagt ze lachend. "Ik ben zijn bediende." Merlin zucht en kijkt weg, maar als hij stiekem weer naar haar kijkt ziet ze hem glimlachen. Weer een reden voor een lachbui, samen met Merlin.
YOU ARE READING
Camelot
FanfictionMarlina vlucht weg uit haar oude dorp als ze ontdekt dat ze magie heeft. Na een lange reis komt ze terecht in Camelot, en gaat daar werken als dienstmeid. Maar ook daar is ze niet veilig. Uther heeft magie verboden en laat iedereen executeren als ze...