Hoofdstuk 19

314 15 3
                                    

Het drong niet echt snel tot me door wat er aan de hand was. Ik staarde bewegingloos naar mijn scherm. 'Mevrouw?' Ik keek met een ruk op en zag een steward mij vragend aankijken wat betekende dat hij me iets had gevraagd. 'Sorry, wat?' Ik keek hem aan. 'Of u uw gordel vast wilt doen en uw tas onder uw stoel wilt plaatsen.' Hij glimlacht beleefd. Ik knikte en deed wat hij mij had gevraagd. 'Wat is het toch met jou B? Je gedrag is zo veranderd.' Vroeg Jake fronzend. Ik haalde mijn schouders op. 'Hm.' 'Hm? Wat betekend "hm"?' 'Ik wil het er niet over hebben.' Ik wendde mijn hoofd af een keek uit het raampje. Niet veel later besluit ik Thomas toch maar een berichtje te sturen, en aan mijn contacten toe te voegen, voordat we de lucht in zouden gaan. 

U: Thomas, als dit echt geen grap van je is, dan heeft iemand mijn nummer en weet dat ik in het vliegtuig zit.

Ik verzond het berichtje en zuchtte. Bijna meteen kreeg ik een berichtje terug, alleen niet van Thomas.

Onbekend: Je vriendje appen heeft geen zin. Als ik je wat aan wil doen, lukt me dat makkelijk. En als je die mensen naast je er buiten wil houden, vertel je niks over dit gesprek.

Ondanks alles wilde ik bijna geïrriteerd een berichtje terug sturen dat Thomas mijn vriendje niet was, maar toen de persoon mijn familie er bij betrok was mijn irritatie meteen verdwenen.
Ik las het berichtje nog een keer, en kwam geschrokken tot de conclusie dat degene die mij berichtjes stuurde ook in het vliegtuig moest zitten. Mijn hart ging sneller kloppen. Ik keek schichtig om me heen, zoekend naar iemand die met zijn mobiel in zijn handen zat. Helaas had meer dan de helft van passagiers een mobiel in zijn hand. Zo opvallend mogelijk stuurde ik met trillende handen snel nog een berichtje naar Thomas.

U: Thomas, reageer! Er zit iemand bij ons in het vliegtuig hij heeft mijn nummer, en weet waar ik zit. En hij kent jou.

Ik haalde diep adem. Rustig blijven Beckah, je bent niet alleen hier, het komt wel goed. Moedigde ik mezelf aan. Na wat een eeuwigheid leek te duren, kreeg ik eindelijk weer een berichtje terug van Thomas.

Thomas: Hoe de fuck komt hij aan je nummer? Wie hebben je nummer allemaal?

Ik keek even snel naast me om te kijken of Jake of mijn moeder niet naar me keken. Gelukkig was dat niet het geval. Jake was een film aan het kijken op het schermpje in de stoel voor hem, en mijn moeder had haar ogen dicht en lag met haar hoofd tegen de hoofdsteun van haar stoel.

U: Weet ik veel? Mijn ouders, broer, Kayla en jij denk ik.

Ik Voegde nauwelijks contacten toe en ik had door mijn gedrag niet bepaald veel vrienden.

Thomas: En de klassenapp?

Ik gaf mezelf figuurlijk een klap tegen mijn voorhoofd. Waarom had ik daar niet eerder aan gedacht?

U: Denk je dat het iemand uit de klas is?
Thomas: Geen idee, hebben die je nummer?
U: I guess?

Voordat Thomas kon reageren kreeg ik een ander berichtje en klikte de chat weg. Ik zag dat het onbekende nummer weer iets had gestuurd.

Onbekend: Was ik niet duidelijk genoeg?

Ik klikte de chat snel weg en ging weer naar die van Thomas.

U: Ik moet gaan.

Ik deed mijn vliegtuigstand aan en pakte mijn oortjes. Ik zette mijn muziek op en sloot mijn ogen. Onrustig probeerde ik me op iets anders te concentreren dan op de stalker, die ergens bij mij in het vliegtuig zat, en mij iets aan kon doen als die dat wilde.

Ik weet niet hoe laat het was en waar we inmiddels waren toen ik wakker werd van gegil en geschreeuw. Ik knipperde even met mijn ogen om aan het schemerende licht in het vliegtuig te wennen. Toen ik rechts van me keek zag ik mijn moeder en Jake verstijfd in hun stoel zitten. Ze keken angstig. Toen ik hun blik volgde zag ik waarom. In het midden van het gangpad van het vliegtuig stond de steward, die aan het begin van de vlucht nog zo aardig tegen me was, met een pistool tegen het hoofd van een passagier. Ik hapte naar adem. De man die werd vast gehouden keek angstig en hulploos naar de grond. 'Goed, je bent wakker.' De stem van de steward was monotoom maar ook lichtelijk geïrriteerd. Zijn blik was op mij gevestigd toen hij dat zij, en ik hoorde mijn moeder en geluid maken wat leek op snikken. Mijn mond ging open om iets te zeggen maar ik sloot hem weer omdat ik geen idee had wat ik moest zeggen. 'Beckah, kijkt hij nou naar j-' begon Jake, maar werd door de steward afgekapt. 'Stilte!' Schreeuwde hij en een aantal mensen krompen in een. 'Wat wil je van me?' Kon ik uiteindelijk met trillende stem uitbrengen. 'Je leven als het moet.' Er viel een dodelijke stilte in het vliegtuig. 'Wat heb ik je ooit aangedaan? Ik ken jou niet eens. ' vroeg ik. 'Jij niet. Hij wel.' Hij keek me nog steeds strak aan. In mijn hoofd vervloekte ik Thomas. 'Als je wil dat meneer hier, en de rest blijven leven, dan stel ik voor dat je nu hier naartoe komt.' Hij zwaaide achteloos met het pistool in de rondte. Ik zuchtte en stond op. 'Beckah, nee!' Mijn moeder begon te huilen. 'Stilte!' Schreeuwde de man weer. Ik stapte onhandig over Jake en mijn moeder heen en liep naar de steward. Toen ik voor hem stond, duwde hij de man hard weg die daarna snel in zijn stoel ging zitten.
De steward pakte me met zijn ene hand hard vast aan mijn arm en in de andere hand zat zijn pistool. Snel draaide ik mijn arm los uit zijn greep en gaf hem een klap in zijn gezicht, gevolgd door een trap in zijn maag. De man kromp vloekend in een, maar hij was al snel weer rechtop gaan staan. Ik zette  een paar stappen naar achter. 'Het is dat ik je nog niet kan vermoorden, want anders had ik dat al lang gedaan.' Hij beende woedend naar me toe. Ik voelde alle ogen in het vliegtuig op ons gericht. Ik weet niet hoe, maar ik kreeg het voor elkaar hem met mijn vuist nogmaals in het gezicht te slaan. Helaas stopte dat hem niet. Ik trapte, en sloeg blindelings om hem van me af te houden. Ik voelde dat ik hem een paar keer met mijn voet raakte en daarna viel hij kermend op de grond. Blijkbaar had ik hem op een zwakke plek geraakt. Zonder te twijfelen stortte ik me op de man en rukte het wapen uit zijn hand. Ik stond snel weer op en richtte het wapen op hem. 
'Beckah!' Ik draaide me om en zag Jake heftig zijn hoofd schudden. 'Doe het niet!' Smeekte hij bijna. Ik negeerde hem, en keek weer naar de man die op zijn rug lag en me woedend aan keek.
Net toen ik de trekker over wilde halen, stonden er drie mannen en een vrouw op.



♡♡♡♡♡♡♡♡♡♡♡♡♡
Best lang hoofdstuk, en inderdaad een extra hoofdstuk deze week omdat ik aankomende week geen tijd heb om te schrijven

The Beloved StudentWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu