Hoofdstuk 24

294 14 8
                                    

Mike's hand ging onder mijn shirt van mijn buik steeds meer naar boven, terwijl zijn andere hand mijn benen vast hield zodat ik hem niet kon trappen. Ik probeerde te bewegen, en van zijn greep te ontkomen maar hij was te sterk. Van wanhoop en woede begon ik te huilen. 'Oh jeetje, nu is Beckah opeens niet zo stoer meer.' Hij trok een niet gemeend medelevend gezicht, en ging ondertussen gewoon door waar hij mee bezig was. 'Stop.' Perste ik er met verstikte stem uit. Geen reactie. 'Alsjeblieft.' Ik probeerde nog een keer mijn handen los te trekken. Tot mijn opluchting voelde ik dat het touw minder los begon te zitten. Ik hield me in niet over te geven toen Mike mijn borst had bereikt. 'Zit stil!' Snauwde Mike, maar ik negeerde hem en ging door. Mike begon me in mijn nek te zoenen en mijn kotsneigingen werder er niet minder van. Na wat een eeuwigheid leek te duren was een hand los. Zo zacht mogelijk probeerde ik de andere hand ook los te maken. Toen dat was gelukt haalde ik even diep adem voordaat ik naar voren schoot en Mike bij zijn keel greep. Geschrokken trok hij zijn handen terug terwijl hij achterover op de grond viel. Ik storrte me op hem en begon hem te slaan. Mike probeerde me van zich af te duwen, maar ik kreeg een rode waas voor mijn ogen en kon niet meer stoppen met slaan. Hij greep mijn polsen vast maar alle woede kwam naar buiten en ik ging door met hem te slaan. Ik weet niet hoelang ik door ging, maar Mike's greep verslapte en ik stopte met slaan. Zijn gezicht was bebloed en hij lag bewegingloos op de grond. Snel klom ik van hem af. Ik staarde even naar het roerloze lichaam. Ik zag zijn buik op en neer gaan. Goed, hij leeft nog. Met alle kracht die ik nog had rende ik de kamer uit opzoek naar een uitgang.

Ik wist dat ik niet zo ver meer moest, toen ik de gebouwen om me heen begon te herkennen. Ik parkeerde de auto in een afgelegen straatje zodat ik niet te veel aandacht zou trekken. Ik deed de auto op slot en liep richting het gebouw waar ik heen moest. Tenmimste, ik hoopte dat ik het goede gebouw zou hebben. Ik versnelde mijn pas. Ik was er bijna, hier links en da-. Iemand rende de hoek om en kwam met een klap tegen me aan. Ik zette een stap achteruit om in evenwicht te blijven. Het figuur zakte in elkaar op de grond.
'Help me alsjeblieft...' Hoorde ik een wanhopige meisjesstem. Huh? Was dat... 'Beckah?' Vroeg ik zacht. Het meisje keek omhoog en ik keek recht in de ogen van Beckah. 'Thomas?' Haar blik veranderde van verbaasd naar boos. 'Heb je enige idee wat ze me allemaal hebben aangedaan Thomas?' Siste ze. Ik deed mijn mond open om iets te zeggen, maar ik sloot hem weer omdat ik niet wist wat. 'Dit is allemaal jou schuld!' Haar stem trilde en ik deed een stap naar voren. Ik hurkte voor haar neer. 'Beckah er is geen excuus voor wat er met je is gebeurd, en het spijt me echt heel erg.' 'Aan sorry heb ik niks Thomas!' Riep ze weer met trillende stem. Het deed me pijn haar zo te zien 'Beckah we moeten hier echt weg. De auto staat verder op.' Ik keek haar aan. 'En waarom zou ik jou vertrouwen?' Ik zuchtte. 'Beckah je weet best waarom. Alsjeblieft ga met me mee. Zodra ik je in veiligheid heb gebracht zal ik je nooit meer lastig vallen.' Beckah begon te huilen. 'Ik wil naar huis Thomas.' Snikte ze. 'We gaan naar huis Beckah, kom.' Suste ik. Ik legde mijn linker arm om haar middel en trok haar zachtjes omhoog. Ik deed haar rechter arm om mijn nek en liep zo met haar naar de auto. Ik zette Beckah op de passagiersstoel en liep naar de bestuurders kant. Toen ik instapte zag ik dat Beckah al in slaap was gevallen. Ik deed haar gordel om en reed de straat uit op zoek naar een hotel om te slapen.

♡♡♡♡♡♡♡♡♡♡♡♡♡
Slechts 1 dag te laat :)

The Beloved StudentWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu