Hoofdstuk 22

1.5K 39 17
                                    

"Jongen.. Niels.. Inbreken... Verkrachten..." Ik zeg het woord en ik hoor de psychiater zeggen; "Sophie waar ben je? Ik ga je helpen." Ik zeg waar ik ben en ik hoor haar naar buiten rennen, "Sophie, ik wil dat je 112 belt oké?" Ik knik en hang op, ik bel 112 en leg de situatie uit. "Sophie, doe gewoon open! Ik kom sowieso binnen!" Uit blinde angst hang ik op, ik word gebeld door James maar ik laat hem overgaan, ik ben verstijfd in angst. Ik hoor het raam breken, en getrek aan me, hij probeert me uit de auto te trekken maar ik klem me vast en ik schreeuw, ik hoor politie aankomen en meerdere auto's. Hij trekt me uit de auto maar ik stribbel tegen en ik schreeuw, ik zie mensen uit het park omkijken, maar het zijn allemaal kinderen en senioren. Ik schreeuw maar hij doet zijn hand voor mijn mond, ik begin moe te worden.

~

Ik begin slapper te worden, en het begint waziger te worden, ik voel een arm rond mijn nek die strakker begint te worden, als een slang. Ik hoor geschreeuw en politie. Ik voel dat ik word losgelaten, en ik val op de grond. Ik krijg weer zicht maar mijn nek doet onvoorstelbaar veel pijn. Ik zie een hulpverleners die zegt dat ik moet blijven liggen. Ik word heel voorzichtig opgetild en op een brancard gelegd. Ik voel iemand mijn hand vastpakken maar mijn zicht is zo wazig dat ik niet kan zien wie het is. Ik kreun van de pijn, ik voel glasdeeltjes door mijn hele lichaam heen prikken. Mijn nek doet het meeste pijn, ik kreun wanneer we een hobbeltje over gaan, ik denk dat ik de ambulance in rol. Ik hoor een van de hulp verleners dingen zeggen voordat alles weer zwart word.

~
Ik open mijn ogen, ik voel om mijn nek een cast zitten, ook verband om mijn borstkas. Ik probeer rechtop te gaan zitten maar ik geef al meteen op. Ik hoor stemmen naast me, "Is Niels opgepakt?" De herinneringen komen terug stromen. "Sophie?" Ik kreun, "Ze is wakker." Hoor ik, ik voel mijn hand die word vast gepakt door iemand, "W-wie..." Stamel ik, ik ben nog steeds in shock. "Kan iedereen even op de gang wachten?" Hoor ik een mannenstem, ik schiet meteen in de stress; "W-wie.." Ik probeer mijn hand los te schudden van de andere hand die me vast pakt, "Ik ben het, Niels." Ik begin tegen te stribbelen. "Wat gebeurt er met haar?" Ik hoor veel geratel en het woord 'psychose'. (Psychose het gevoel van een waan van bedreiging, een hallucinatie van stemmen.) Ik tril, en begin te huilen. "U moet de kamer verlaten." Hoor ik nog, maar daarna hoor ik niks meer. 

~
Opnieuw word ik weer wakker, dit keer voel ik me high, of dronken. Niet dat ik weet hoe dat voelt, maar ik voel me nu hoe ik me zou voorstellen hoe dat zou voelen. Ik open mijn ogen en zeg dromerig "Hallo..." Tegen James en zo te zien Adam. Ze lachen, "Dit is te mooi voor woorden." Zegt James, ik lach, en val weer in slaap. Ik word weer wakker, ik voel me een stuk beter. Ik zie dat ik nu in een kamer lig met meerdere patiënten, ik kijk naast me en zie Adam alleen zitten. "H-hoe lang?" Ik kan niet veel woorden zeggen, maar net genoeg. "Je bent hier inmiddels een week." Al een week? Hoe lang ben ik dan wel niet bewusteloos geweest!? "Ik ga James en je tante even halen." Ik probeer enig sinds te knikken en hij staat op en loopt weg. Ik zie een van de doktoren op me aflopen, "Dus, hoe voel je je?" Ik lach, "Nou mentaal, redelijk, fysiek weet jij denk ik beter." Ze lacht, "Wil je zo even naar de kantine met je familie?" Ik antwoord met een korte 'Ja' en ze zet me voorzichtig in een rolstoel, ik lach bedankend naar haar en ze rolt me naar iedereen toe, ik zie iedereen er staan. Mijn tante, James, Adam, Dennis, Jay, en Jasmin. Ik word overgenomen door James en mijn tante zegt dat ze moet gaan, ze heeft een full-time job, ik vind het niet erg, ik snap het wel. We kletsen en gaan verder naar de kantine, ik ben nog steeds versuft, maar iedereen vind het ook wel redelijk grappig. Wanneer we het eten hebben vraag ik even tussendoor "En Niels?" Het word stil, "Ja, daar moesten we het nog even over hebben." Ik knik, "We moeten binnenkort naar de rechtszaal, je zal hem nog één keer moeten zien." Ik knik instemmend, het is niet alsof ik hem wil zien, maar ik wil gewoon dat hij de gevangenis in gaat. "Wat hij heeft gedaan, wat hij wou doen, dat is onvergefelijk." Ik kijk naar de grond. "We zagen het ook echt niet aankomen." Ik wil het er eigenlijk niet meer over hebben.

~ Op de dag van de rechtszaak 

Ik ben inmiddels thuis, ik ben vrijwel helemaal weer beter. Ik kleed me aan, ik doe mijn all-star schoenen  aan met een high-waist broek en een leger groen, cropped- truitje. Ik loop naar de woonkamer toe en zie James. We lopen naar buiten en we stappen in de auto. James rijdt, en ik denk nerveus na. "Ik ben er gewoon bij, als je genoeg hebt gehad dan gaan we gewoon weer naar huis." Ik knik, thank god. We komen aan en ontmoeten mijn advocaat. We overleggen nog wat dingen en we lopen de zaal in. Ik slik wanneer ik alle beveiliging zie, maar ik ga rustig zitten, ik zie Niels die de kamer word binnengebracht, een rilling komt langs mijn ruggengraat. Ik adem diep in en de rechtzaak begint, "8 jaar." Ik schrik en realiseer me dat Niels 8 jaar de bak in gaat. Ik ben zo gelukkig op dit moment, we staan op en lopen de rechtszaal uit. Ik zie Niels me kil aankijken, ik negeer het en loop de zaal uit. Wanneer we de zaal uit en bedank ik de advocaat. Ik zie de 'gang' wachtend buiten staan en ik ren op ze af, "8 jaar!" We juichen en ik geef Adam een kus, "Ik geloof dat ik wil." Hij lacht, en je weet vast wat er daarna gebeurd. We kletsen, en daarna gaat iedereen weer naar huis. Adam houdt me tegen, "Ik wacht nog steeds op die koffie." Ik lach, "Die heb je zeker nog tegoed." 


They Took Me - 1 (Afgerond)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu