53

378 21 0
                                    

Pov Annefleur

Zo snel als ik kan trek ik een trui van Dioni uit de kast en kleed ik me aan. Zonder mijn veters te strikken trek ik mijn gympen aan en ren achter Dioni aan. Ik ren het appartement uit; het trappenhuis in. 'Dioni, doe dit nou niet.' mompel ik terwijl ik achter de kwade Dioni aan ren, maar hij stopt niet. Hij opent de deur van het trappenhuis en loopt naar buiten, gevolgd door mij. Ik weet dat ik hem niet kan stoppen en ik weet diep van binnen ook dat ik wel wil zien hoe hij een klap verkoopt aan Romero, maar toch moet ik hem stoppen. Ik pak zijn arm vast en hij stopt met lopen. 'Dioni, doe nou niet zo dom, alsjeblieft.' smeek ik hem en hij draait zich om. Zijn borstkas gaat hevig op en neer. 'Die jongen valt je lastig, Anne en ik weet precies waarom.' sist hij. Zijn ogen kijken me kwaad, maar ook bezorgt aan. Ik frons even, 'Hoe weet jij dat nou weer?' vraag ik wat verbaasd. Hij haalt gefrustreerd een hand door zijn haar. 'Ik kén zulke jongens. Ik was er één, weet je nog?' sist hij en ik slik even. Hij haalt even diep adem, 'Anne, ik weet de gedachten van die jongen en dat kan ik niet aan. Ik moet dit doen.' zegt hij zachtjes en de woede verdwijnt uit zijn ogen. Ik wil niet eens weten waar hij het over heeft. Dioni trekt me naar zich toe, 'Je kan me niet tegen houden. Ik moet je beschermen. Dat is mijn taak, dus moet ik hem tegenhouden.' fluistert hij en hij drukt een kus op mijn voorhoofd. Ik knik, wetend dat ik Dioni zijn gang moet laten gaan. Ik kan hem niet tegenhouden. 'Laat me dan mee gaan.' zeg ik zachtjes, maar hij schudt zijn hoofd. 'Ga naar binnen, Anne. Je bevriest zo wat.' zegt hij op een bezorgde toon en ik werp even een blik op mijn outfit. Dioni zijn trui, die maar tot net over mijn dij komt en open gympen zonder sokken. Ik knik, 'Goed dan, maar doe niks doms, oké? Ik wil je niet weer uit de gevangenis halen.' zeg ik en hij knikt.

Pov Dioni

Zonder ook maar de moeite te doen om te kloppen, open ik de deur van Romero zijn kantoor. Hij staat bij het raam een sigaret te roken. Ik ken de regels en ik weet ook dat dit ter strengste verboden is. Hij kijkt op en grinnikt, 'Wat doe jij nou hier?' vraagt hij en ik kijk hem kwaad aan. Zijn gezicht betrekt. Ik sla mijn armen over elkaar, 'Je valt haar lastig.' sis ik kwaad. Hij fronst, 'Wie val ik lastig?' alsof hij van niks weet. Ik zet een stap naar hem toe, 'Anne.' antwoord ik alleen. Hij schiet in de lach, 'Je vriendinnetje bedoel je.' lacht hij en ik loop verder naar hem toe. 'Mijn verloofde, over vijf dagen mijn vrouw zul je bedoelen.' zeg ik en hij slikt even. Ik kijk hem kwaad aan, 'Ik ken jongens zoals jij en ik weet wat je bedoelingen zijn. Je blijft uit haar buurt.' sis ik. Hij kijkt me even aan, 'Hoe weet jij dat? Omdat je zelf zo bent?' vraagt hij. Als blikken konden doden was hij nu dood geweest. 'Was.' verbeter ik hem. Hij gooit zijn sigaret uit het raam. 'Als je zelf zo bent geweest dan weet je ook wat de spelregels zijn.' zegt hij en ik knik. Wedden om een meisje is dat meisje nemen, geen ander en je komt er niet onderuit, anders geen geld. Ik frons even, 'Heb je een weddenschap?' vraag ik kwaad en hij knikt. 'Op Annefleur.' grinnikt hij. Het is alsof de woede de controle over me neemt, want zo snel als ik kan geef ik hem een duw. 'Eikel. Je blijft met je poten van haar af!' roep ik en hij valt om. Zo snel als ik kan spring ik boven op hem en geef ik hem een klap. Hij probeert me van zich af te duwen, maar het lukt hem niet. 'Ik heb het geld nodig.' sist hij en hij geeft me een harde duw, waardoor hij boven op beland. 'En jij gaat niet in mijn weg staan!' schreeuwt hij en ik voel een klap op mijn neus. Ik pak hem bij zijn kraag, 'Je moet stoppen met deze spelletjes. Meiden gebruik je niet.' sis ik. Hij grinnikt en pakt mijn keel vast. 'Zeg dat maar niet, alsof jij zo lief bent.' zegt hij en hij duwt mijn hoofd tegen de houten vloer. Zo snel als ik kan geef ik hem een klap en kruip onder hem vandaan. 'Je komt niet in haar buurt! Klootzak!' schreeuw ik en ik geef hem een trap. Ik wil hem opnieuw een klap geven als ik mijn naam hoor. 'Dioni!' klinkt een stem en ik draai me om. Mijn vader staat in de deuropening. Annefleur heeft hem gebeld, dat weet ik zeker. Hij loopt naar me toe, 'Kom op, Dioni. Je bent beter dan dit. Je staat boven hem.' zegt hij en ik kijk even naar Romero die overeind krabbelt. Ik weet dat mijn vader gelijk heeft. Ik zucht even en veeg met mijn mouw onder mijn neus, gelijk zit hij onder het bloed. Mijn vader loopt het kantoor uit en stopt voor de deur, wachtend tot ik hem volg. Ik kijk even kwaad naar Romero, maar die maakt een grijnzend een gebaar dat hij nog niet klaar is. Ik krijg hem nog wel. Echt wel. 

More than roomates ft. B-BraveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu