*Hoofdstuk 7*

255 6 2
                                    

Fenna

Mirna en ik komen hard neer op gras. Ik kijk verbaasd om me heen en zoek gelijk naar Mirna. Ze ligt naast mij en opent verward haar ogen. 'Waar zijn we?' vraagt ze zacht met een angstige stem. Ik haal mijn schouders op. 'Geen idee. We moeten kijken of we iets kunnen vinden dat wijst naar waar we zijn,' stel ik voor en ik help Mirna voorzichtig overeind. Ze blijft even gedesoriënteerd staan, maar na een kleine minuut beginnen we uiteindelijk met lopen. We lopen door een dichtbegroeid bos en het gras op de grond voelt vochtig aan door de dauw. Ik kijk om me heen. Niks wijst erop dat we thuis zijn. Alles is zo anders... Mirna en ik lopen stug en snel door in de hoop dat we uit dit bos zullen komen. Na ruim een uur lopen is dit ook het geval. 'Wat is dat daar?' wijst Mirna naar een groot ouderwets kasteel dat voor ons ligt. Het ligt op ongeveer vier kilometer afstand en ook om het kasteel staan allemaal bomen. 'Geen idee, maar laten we daar heen gaan. Misschien komen we wel andere mensen tegen,' zeg ik en we lopen weer verder. Het duurt een halfuurtje, maar dan horen we eindelijk stemmen.

'We zijn er bijna, Henry. Dan vinden we Emma,' hoor ik een vrouwenstem zeggen en ik kijk naar Mirna. 'We moeten daarop af. Misschien weten zij wel waar we zijn,' zegt Mirna en ik knik. We lopen snel op de stemmen af. 'Je weet niet wat Hades met haar heeft gedaan. Straks herkent ze mij of jullie niet eens meer. Ik ben wel dertien jaar ouder, oma,' klinkt een jongensstem nu van een stuk dichterbij dan toen we de vrouwenstem hoorde. 'Ik weet het... Maar misschien valt het wel mee. Dat hoop ik tenminste. Ik wil mijn dochter niet kwijt,' klinkt dezelfde vrouwenstem als eerder weer. Nu is het enige dat ons van die mensen nog scheid een grote struik. We besluiten om maar gewoon op de mensen af te lopen, ook al ben ik best zenuwachtig. Wat nou als dit net zulke mensen zijn als onze adoptieouders? Daar hebben we ook niks aan. 

'Hey... Ehm... Weten jullie waar we zijn?' besluit ik maar gewoon onze vraag te stellen als we bij de mensen zijn. Het zijn vijf mensen. Geen van alle herken ik... Alhoewel... Ik herken de man, onze vader, van de adoptiepapieren wel. Zijn blik gaat naar mij, maar ik weet niet of hij Mirna en mij zal herkennen. 'Wie zijn jullie?' draait de vrouw met de zwarte korte haren zich om. Vaag herken ik haar ook. Eigenlijk lijk ik iedereen ergens van te kennen en ik merk aan Mirna dat zij precies hetzelfde gevoel heeft. 'Ik ben Fenna, en dat is Mirna. We zijn hier op een rare manier gekomen,' stel ik onszelf voor. Ik zie het gezicht van de vrouw met de korte zwarte haren betrekken. De man, die ik herken van de adoptiepapieren, krijgt tranen in zijn ogen.

Mary Margaret / Sneeuwwitje

Het duurt even voordat ik me besef dat deze twee meiden mijn kleindochters zijn en tevens ook de kinderen van Emma en Hook. Ik stel ieder van ons aan de twee meiden voor. Ze lijken zoveel op Emma... 'Hoe kwamen jullie hier?' vraagt Hook aan de tweeling. Hij heeft door dat de tweeling hem niet herkent en besluit daarom maar niet gelijk te zeggen dat hij hun vader is. 'Mirna en ik zijn geadopteerd toen we nog baby's waren. Vandaag, bij ons thuis, bekeken we voor het eerst onze adoptiepapieren. Eigenlijk wilden we logeren bij twee vriendinnen van ons, maar toen we door de adoptiepapieren heen bladerden begon alles opeens te draaien. Toen we onze ogen weer openden waren we hier,' zegt Fenna met een angstige blik in haar ogen. Het valt me op dat Mirna nog geen enkel woord heeft gezegd. 'Ik denk dat jullie hier door magie zijn gekomen,' zegt Henry. Ook hij herkent de tweeling. 'We hebben nog nooit van magie gehoord. We wilden alleen weten wie onze echte ouders zijn... Het was niet onze bedoeling om hier terecht te komen,' mompelt Fenna en ze kijkt ons angstig aan. Ik loop voorzichtig naar de tweeling toe. 'Het geeft niet. Jullie kunnen gewoon met ons meelopen, maar we zijn op weg naar dat kasteel daar en dat is niet zonder gevaren. Ik heb wel een vermoeden waardoor het komt dat jullie hier terecht zijn gekomen,' zeg ik en Fenna kijkt mij vragend aan. 'Hoe dan?' vraagt ze verbaasd en ik denk na over hoe ik dit het beste kan verwoorden. 'Jullie echte ouders zijn hier,' fluister ik en ik zie Fenna's blik richting Hook gaan. 'Is hij..?' vraagt ze met een trillende stem en ik knik. 'Ja, hij is jullie vader,' glimlach ik en Hook kijkt naar de tweeling. 

Fenna

Ik twijfel even, maar loop dan op Hook, onze vader, af. Hij glimlacht met tranen in zijn ogen en slaat zijn armen om mij heen als ik eenmaal voor hem sta. Ik zie dat zijn linkerhand geen hand is, maar een ijzeren haak. Vandaar waarschijnlijk ook de bijnaam Hook. 'Dus u bent onze vader?' vraag ik zacht en Hook knikt. 'Ja. Jullie moeder en ik moesten jullie laten adopteren omdat we hier weer naartoe werden gestuurd door een vloek,' legt hij uit en ik kijk hem verbaasd aan. 'Ik zal jullie het hele verhaal vertellen als we Emma, jullie moeder, hebben gevonden,' beloofd hij en ik knik. Dan kijk ik naar Mirna die nog steeds angstig voor zich uit staart. 'Ze is bang... Onze adoptieouders zijn niet altijd even aardig voor ons geweest,' mompel ik en Hook legt zijn hand op mijn schouder. Ik verstijf van angst en kijk hem angstig aan. 'Ik zal jullie nooit, maar dan ook nooit pijn doen en Emma ook niet. Dat beloof ik jullie,' beloofd hij ons en ik knik met een kleine glimlach. 'Goed. Waar is onze moeder?' vraag ik en ik kijk Hook aan. 'Ze zit al sinds het moment dat we hier aankwamen opgesloten in dat kasteel. Ondertussen al dertien jaar,' zucht hij en ik slik met tranen in mijn ogen. 'Oke... Dan moeten we daar heen,' zeg ik vastbesloten en iedereen stemt ermee in. Nu Mirna en ik eindelijk onze ouders weer hebben gevonden wil ik ook niet meer bij hen weg. In ieder geval vertrouw ik Hook wel en ik weet zeker dat ik Emma ook zal vertrouwen. 

Family (Once Upon A Time)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu