Capitulo 6

1.7K 238 125
                                    

Wat vooraf begon:
Ik denk dat ik gek word. Alle pijn en afgunst jaren lang heeft me gewoon gek gemaakt.

_______________________________________

Perspectief Jannat

Reminder: don't forget to vote honey💕

"Ik zie jou ogen jij niet gelukkig, ik ook kan voelen" zegt hij bedroefd. Op de een of andere manier deed dit kind wat met me. Bijna begon ik iets van gevoel te voelen.

"Wil je een ijsje?" Vroeg ik. Hij knikte blij "sí sí, muchas gracias" zei hij blij. Waar je een kind blij mee kan maken. Ik kon hem op de een of andere manier maar niet aankijken hij lijkt op haar. Hij lijkt veels te veel op haar. Sprekend. Hij pakte mijn hand vast en ik liep met hem naar de ijskar iets verderop. Ik vroeg om een beker met 4 bolletjes omdat hij zei dat hij 4jaar was.

Blij nam hij het van me aan. De rest van de dag bleef ik met het mysterieuze jongetje. Toen het donker begon te worden zei hij bedroefd "Ik naar huis of padre boos." "Jij bent lief" zei hij nog waarna hij algauw weg was.

Ik heb gewoon een leegte in mij die niet op te vullen valt. Niemand zal ooit die leegte kunnen opvullen. Ik ben en zal voor altijd een koudbloedig monster blijven. Ik heb teveel meegemaakt om te weten wat gevoel is.

Ik liep een cafetje in en bestelde een wodka. Ik dronk het glas in een teug op en bestelde er nog 1. Ik voelde het branden in mijn keel en door mijn aderen stromen. Ik vond 2 glazen wel genoeg en rekende af. Ik pakte mijn tas en liep de bar uit.

S'avonds is het zo lekker koel buiten in Spanje. Een zachte wind zo verkoelend en fijn gewoon. Ik stak een sigaret aan. Ik kan niet wachten tot Lamyae vrijkomt. Binnenkort kan ik mischien geld betalen om haar eerder vrij te laten komen. En dan is het eindelijk mijn tijd. Ik grijnste kort en gooide mijn sigaret weg. "Mierda" hoorde ik een zware emotieloze stem die ik maar al te goed herkende.

Ik zag hem bij een bankje voor een gevaarlijke weg met knalrode ogen. Hij was helemaal stoned en dronken in een en had een halfleeg gedronken fles sterke drank in zijn hand en schreeuwde woest aan de telefoon. Hij was woedend en sloeg de fles kapot op de grond. Hij gooide zijn telefoon op de grond en zakte in een op de bank.

Hij zette zijn handen voor zijn gezicht. Opeens zag hij er zo kwetsbaar uit.

Hij stond op en wankelde wat op een been. Ik moet zo snel mogelijk weg hier. Ik neem wel een andere weg, op dit moment kan hij iemand wel vermoorden. Hij wou oversteken maar hij was zo dronken dat hij niet helder kon nadenken en niet wist wat hij deed. Een auto scheurde langs hem en hij wou oversteken.

Moet ik hem helpen?

Straks word hij overgereden. Hij red dit nooit zo dronken en high helemaal naar zijn huis. Waarom maak ik me in godsnaam zorgen om hem? Iets in mij bleef maar herhalen help hem. Hij heeft je hulp nodig. Hij gaat al kapot. Maar toch had ik geen enkele medelijden. Ik wil wel maar ik heb gewoon geen gevoel. Ondanks dat en mijn angst voor hem liep ik toch op hem af.

"Hij is dood" zei hij geshockeerd tegen me. "Hij is gewoon dood" herhaalde hij en schudde lachend zijn hoofd. Zijn ogen waren helemaal zwart en zijn borstkas ging hevig op en neer. Hij balde zijn vuisten "gewoon dood!" Gromde hij.

Zal ik toch maar weglopen?

Mijn angst in mij groeide en ik kreeg spijt van deze domme keus. Ja ik ga weglopen hij is pas een monster hij is miljoenen malen erger dan ik. Hij wou dronken oversteken maar ik trok hem net op tijd terug. Geschrokken keek ik hem aan. Bijna was hij overgereden door een auto die voorbij racete. Bijna had hij een einde aan zijn leven gemaakt. Nog even en hij was er niet meer.

"Mira por dónde vas cabron! (Kijk uit waar je loopt klootzak)" schreeuwde de man boos uit zijn auto en parkeerde langs de weg. Kamal keek hem woest aan en greep naar zijn zak. De man schrok toen hij zag dat hij het tegen 'de Kamal' had.

"Lo siento baas (het spijt me). Perdóname (vergeef me)" zei hij trillend en bang met angst die zelfs een kind rook. Maar te laat hij trok zijn pistool uit zijn zak en schoot hem woedend 5 keer precies door het hart tot hij morsdood was.

Ik schrok niet van wat ik zojuist zag. Het bloed verspreidde zoch over de straat maar het deed me niks. Ik vermoord zelf ook dagelijks mensen. Ik doe dit ook heel vaak. Een tijdje ook baby's en zwangere vrouwen en nooit deed het me iets. Nooit voelde ik spijt. Dit wat er zojuist gebeurde was niks nieuws voor mij. Ik was het gewend deed het zelf en zag het vaker gebeuren in deze buurt vol criminelen.

"De enige die ik nog had is dood" siste hij boos en hij zette een sigaret tussen zijn tanden waardoor 2 blinkende gouden tanden zichtbaar werden. Hij stak de sigaret aan. Nog steeds kon ik nergens anders aan denken dan ik moet hier zien weg te komen.

Ik heb het nummer van een van zijn bewakers. Hij heet Emre en is Turks. Ik pakte mijn telefoon en belde hem op. "Kom Kamal halen" zei ik emotieloos en hing op.

"Je bent prachtig, supiste que (wist je dat)" zei hij opeens. Ik vergrootte mijn ogen en slikte hoorbaar. Zijn hand zette hij op mijn wang en ik zette een stap naar achter, ik haalde voorzichtig zijn hand weg zonder dat hij weer woedend werd. "Beeldschoon" fluisterde hij schor.

"Senor, we gaan naar huis" zei Emre. Boos draaide Kamal zich om. "IK bepaal dat zelf! IK bepaal alles zelf! Ik ga wanneer IK wil, hijo de puta" siste hij. "Weet ik Senor Kamal, lo siento (het spijt me)."

In de tussen tijd dat Kamal liep te schreeuwen vervolgde ik snel mijn weg naar huis. Ik vind hem maar raar en vooral eng. Telkens als ik hem zie denk ik bij mezelf wat is er zojuist gebeurd.

Ik kreeg rillingen als ik aan zijn woorden dacht. Ik moet hem zien te ontwijken koste wat het kost. Ik keek naar het litteken op mijn vinger. Dit zegt genoeg. Thuis aangekomen voelde het alsof ik eindelijk gerust kon ademhalen.

"Jannat?" Vroeg Ouiam. "Ja ik ben er" zuchtte ik. Ik legde de autosleutels op de kast en liep de grote huiskamer in. "Safa's broer is er al" zei ze en ze gooide haar sigaret op het bakje op tafel. Ik knikte afwezig. "Gaat alles goed?" Vroeg ze. "Ja!" Zei ik bot en ik liep naar boven.

Ik ben helemaal moe. Vandaag was echt een rare dag vooral dat met Kamal maar wat me het meest dwarszat was dat jongetje. Ik weet zijn naam niet eens maar alles aan hem deed me denken aan haar.

Ik poetste mijn tanden en trok een comfi pyama aan. Ik reinigde mijn gezicht en smeerde nachtcrème op. Ik ging liggen op bed en pakte mijn telefoon erbij, starend naar mijn achtergrond. Wat mis ik haar.

En dit alles is zijn schuld. Allemaal door hem. Door hem is dit mijn leven! Ik ademde een paar keer diep in en uit toen ik merkte dat ik weer boos begon te worden. Ik blijf maar denken aan hem. Waarom heb ik die cabron nooit gelijk vermoord. Hij verdiend het levend verbrand te worden. Na lang viel ik in een lichte en vooral onrustige slaap.

Helloo my habibisss❤

Dat kleine jongetje hé, op wie zou hij nou lijken? Wie is haar....

En even over Kamal, can somebody tell me why do i love him so much😭😍.

Wie zou er dood zijn? Over wie heeft Kamal het steeds? Oehh steeds meer vragen die opstapelen💗.

Als mijn man later geen kamal heet trouw ik nii, hhhh.

Korte mededeling: ik vertek deze week naar marokko en ik zal me best doen om elke week te plaatsen, maar vergeet niet ik heb ook vakantie💋

Dikke kus en knuffel Salma

Black RosesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu