Droom

313 10 8
                                    

Ik weet niet meer wat er gisteren is gebeurd. Maar ik weet wel dat ik wakker werd op een andere kamer dan die van mij. Alles was wit. Rudi vertelde me dat ik ben verkracht. Ik kan me er niks meer van herinneren. Vanaf het moment dat Ben me vastbond tot aan het wakker worden, weet ik niks meer. Ik wil rechtop gaan zitten, maar er gaat een vreselijke pijnscheut door mijn hoofd. Ik druk met mijn handen tegen mijn hoofd. Pas dan voel ik het verband en het opgedroogde bloed. Ik raak in paniek. Rudi zit naast me bij het bed. Ik kijk angstig de kamer rond en zie dan ook een infuus staan. Rudi pakt mijn hand vast en wrijft over mijn handpalm. 'Ik had je nooit alleen mogen laten. Ik had moeten weten dat ze zouden komen...' zegt Rudi. Ik wil iets zeggen, maar er komt alleen een schor gepiep uit. Dan komt er een dokter binnen en die loopt naar Rudi. 'Haar toestand is zeer instabiel. Ze heeft veel bloed verloren en- oh, je bent wakker', zegt de dokter. 'Mr. Schavenhagen, jouw dokter'. Langzaam en moeizaam schud ik de hand van mr. Schavenhagen. 'Wat ik wilde zeggen is dat ze veel bloed verloren heeft dat eerst moet worden aangevuld. Haar hoofdwond is goed schoon en gelukkig niet ontstoken. Ze heeft er een lichte hersenschudding aan overgehouden. Haar ribben zijn oké. Jullie hadden veel eerder moeten komen, al na de eerste aanranding. Ik kom nu even het infuus checken'. Mr. Schavenhagen loopt naar mijn infuus en checkt of ie er nog goed inhangt. Dan kijkt hij naar mijn ademhaling en hartslag op een schermpje. 'Ademhaling is goed... hartslag is goed...' 'Kunt u zeggen hoelang dit herstel duurt?' vraagt Rudi. 'Niet met alle zekerheid'. Rudi knikt. 'Goed, dan ga ik nu. Ik hoor het wel als jullie iets nodig hebben'. Mr. Schavenhagen loopt de kamer uit. Rudi en ik zijn weer alleen. Rudi kijkt me aan en zegt: 'zelfs met die slangetjes in je neus en over je lichaam ben je nog mooi'. Ik bloos en glimlach waterig. 'W...waarom kwam je nier eerder?' zeg ik zacht. 'Ik kon niet binnenkomen, omdat de deur op slot zat en in alle stress en angst vergat ik de achterdeur'. 'Rudi?' 'Ja?' 'Beloof me dat je me nooit meer alleen laat', zeg ik. 'Dat wilde ik vanaf de eerste dag al niet'. En dan zoent hij me. Dat geeft me een goed gevoel. 'Weet je echt niks meer van die dag?' Ik schud mijn hoofd. 'Ik weet alleen nog dat hij me zoende. 2 keer. En dat dat zo'n pijn deed. Dat ik huilde van de pijn. De pijn van het zoenen met een ander. De pijn die ik voelde omdat ik niks kon. De pijn van mijn gevoelens, mijn verdriet. Vanaf het moment dat hij me vastbond weet ik niks meer', zeg ik. 'Gelukkig vond ik je op tijd. Anders was je misschien wel- Mandy en Pascal komen morgen en ik heb papa en mama gebeld en die komen zo'. Ik knik en kreun. 'Ga maar slapen', zegt Rudi. 'Kan ik niet'. 'Ik ben hier bij jou, ik zal je hand vasthouden. Dan kun je voelen of ik er nog ben'. Ik laat me zakken en val al vrij snel in slaap.

'NEE! NEE! Laat me gaan! AUW...' schreeuw ik. 'Houd je mond, slet!' zegt Ben. Ik lig op bed. Mijn bed. Vastgehouden door Bruno en zijn maten. Ik kan geen kant op. 'Ga je jezelf uitkleden of moet je geholpen worden?' vraagt Bruno. 'Ik zal NOOIT iets doen voor JOU! Auw...' zeg ik. Ik schop wild in het rond. Ik raak Bruno en kan vluchten. Ik ren de trap af en val onderaan. Ik herpak mezelf en ren naar de woonkamer. Daar verstop ik me onder de tafel. I know, niet de beste verstopplek, maar ik was in paniek en het gaf me meer tijd om na te denken. Daar zit ik dan. Te wachten. Tot ze me komen halen. En dat duurt niet lang. Ik hoor hun voetstappen al in de keuken. 'Hey slet, je kunt je niet voor eeuwig voor ons verstoppen'. Ik houd mijn adem in. Ze staan voor de tafel. Maar in plaats van eronder te kijken, verdwijnen de voetstappen. Ik hoor niks meer, maar blijf voor de zekerheid een tijdje onder de tafel zitten. Na een kwartier durf ik te ademen en kruip ik onder de tafel vandaan. Ik loop een stukje weg van de tafel. Ik zie niet dat een van Bruno's maatjes me van achteren besluipt. Nog voor ik het weet, zijn mijn handen op mijn rug gebonden. Ik houd mijn adem gespannen in. Daar komen Bruno en Ben aan.'Rudi komt toch wel'. 'Oh ja, dat zal ook wel. Maar dan zijn we al lang met je klaar'.

Ik word wakker in mijn kamer. Ik voel de touwen om mijn polsen zitten. Bruno, Ben en hun maatjes smoezen. 'Goed, doen we', zegt een jongen met rood haar. Ben en Bruno komen boven me hangen. Ik kijk ze bang aan. Ze grijnzen. 'Jij de bovenkant, ik de onderkant', zegt Bruno tegen Ben. Langzaam kleden ze me uit. Ik stribbel hard tegen, maar dat heeft geen effect. 'Mooi ondergoed hoor', zegt Bruno. Ben fluit. Ik schaam me. Nog nooit heeft iemand me zo gezien. 'Maar ik denk dat we wel meer willen zien he, Bruno?' zegt Ben. Bruno knikt hard. 'NEE!'

'NEE!' schreeuw ik. Ik schiet bezweet overeind. Ik voel nog steeds Rudi's hand in de mijne. Rudi kijkt me bezorgd aan. 'Gaat het wel? Je ziet er niet goed uit...' 'Nee, gek he, als je net je verkrachting meemaakt in je slaap...'

In love with my stepbrother ft. RoediementairWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu