WARRIOR CATS Grijsloof's glory

De eerste blik

Grijskit rook de warmte in de holte waar ze lag . Ze zag ineens een wereld die ze nooit eerder had gezien. Ze lag tegen een zwarte poes aan gedrukt. De poes keek haar nieuwschierig aan. Er kwam ineens een grijze kater binnen met helgele ogen. Hij keek trots naar de zwarte poes en ging er bij zitten. Grijskit probeerde op te staan maar viel en lag net zo stuntelig als van te voren. De zwarte poes lachte vriendelijk. Ze likte Grijskit's koppie en Grijskit rook de geur van eten die nog aan de tong van haar moeder hing. Ze mauwde klagend om te laten merken dat ze niet gelikt hoefde te worden. De grijze kater lachte en likte over de zwarte poes haar oor. De poes keek hem ineens verdrietig aan. De kater boog zijn kop en draaide zich om. Hij liep met zijn staart tussen zijn poten het hol uit. De poes mauwde ineens: "Dag.. Distelklauw.." De kater keek treurig om. De poes boog zich naar Grijskit. "Heé kleintje..." Mauwde ze warm. Grijskit gaapte. De poes mauwde liefkozend: "Hey Grijskit.. Ik ben je moeder, Nachtmaan..." Ze zuchtte.. Grijskit keek haar aan: "Mama.." piepte ze. Nachtmaan keek weg. "Waar is papa?" Vroeg Grijskit. Nachtmaans blik verstarde. Ineens merkte Grijskit op dat ze niet de enige was die bij Nachtmaan lag. Ze zag nog een wit-zwart poesje en een bruin katertje. "Je vader eh is.. Wolkster.." Zei Nachtmaan. "En wie zijn dit?" Vroeg Grijskit terwijl ze wenkte naar de kittens naast haar. "Sneeuwkit en Bruinkit.." mauwde Nachtmaan. "Je zusje en je broertje. Ze slapen maar je kunt ze zo meteen leren kennen." Grijskit duwde met haar neus het oor van Sneeuwkit opzij en die rolde zich slaperig om. "W-wie is daar?" Piepte Sneeuwkit. "Ik, je zusje Grijskit!" Sneeuwkit hield haar koppie schuin en keek naar Nachtmaan die knikte van ja.  Sneeuwkit snoof en bleek wat te ruiken. Grijskit wachtte op het moment dat ze op zou staan. Sneeuwkit stond niet op. Ineens schrok Grijskit van de lucht die ze rook. Een stinkende geur, als dat van een dode kat. Ze keek waar de geur vandaan kwam. Het kwam uit de hoek van waar Nachtmaan lag. Een grijs-zwart katertje. Levenloos. Grijskit boog zich naar het katertje toe en zag geen teken van ademhaling. Grijskit slaakte een gil. Nachtmaan schrok. "Wat is er Grijskit?" Grijskit wees met haar staartje walgend naar de kitten die er dood bij lag. Nachtmaan boog haar kop naar het katertje toe. Ze schudde met haar neus zijn flank. Niets. Nachtmaan riep een naam. "Bloemvacht!" Grijskit keek raar op. Ze kende geen "bloemvacht" Wat was een Bloemvacht? Ineens kwam er een poes binnen stormen. Een lichtblonde poes met een soort paars-blauwe gloed en groene ogen. Ze rook naar bloemen en kruiden die Grijskit nog nooit had geroken. Nachtmaan schoof met haar poot het katertje naar Bloemvacht toe. "Dood.. of in ieder geval halfdood." Mauwde ze schor. Nachtmaan schrok. "Kan je niets doen..?" Probeerde ze. "Nou.. ik kan het proberen." Bloemvacht pakte de kitten in zijn nekvel en droeg hem mee. Nachtmaan liep erachteraan. De kittens bleven alleen achter. Grijskit hoorde achter haar ineens de stem van Sneeuwkit: "Is Donkerkit dood?" Vroeg ze bibberend. "Donkerkit? Was dat die kitten?" Antwoorde Grijskit. Sneeuwkit knikte. "Is hij dood?" Grijskit haalde haar schouders op. "Hij leek do.." Ze werd onderbroken door de tranen die in Sneeuwkit ogen sprongen. "Hij was mijn favorite broer... Ik speelde elke dag met hem..." Piepte ze triest. Grijskits ogen werden groot. "Was hij aardig?" Vroeg ze nieuwschierig. "En of. Hij riep altijd dat hij leider werd en mij commandant zou maken." Sneeuwkit staarde naar haar poten. Grijskit zweeg. "Gaat het?" Vroeg ze. Sneeuwkit schudde haar kop. Nachtmaan kwam droef binnen. Sneeuwkit wist dat dit betekende dat Donkerkit dood was.