Verstekeling

30 1 0
                                    

POV Wolpoot

Ik snufde aan een blaadje. Hier was een muis gelopen, nog niet zo lang geleden. Ik veegde met mijn poot wat aarde aan de kant. De aarde bleef in mijn vacht rond mijn poot kleven maar veel scheelde het me niet. Een geur van de muis dwaalde mijn neusgaten in. Een tinteling ging door mijn klauwen. Ik volgde het spoor en al gauw zag in de bladeren beweging. Ik likte mijn snuit af en dook ineen op de grond. Ik spitste mijn oren. De muis keek op. Voordat hij iets door kon hebben spande ik mijn achterpoten aan en maakte een krachtige sprong en sloeg met mijn nagels in de muis zijn pels. Met zijn kleine pootjes proberen hij wel te glippen maar met mijn poot haalde ik uit en sloeg hem terug. Ik maakte het af en doodde de muis. Het gestalte lag levenloos op de grond en ik pakte het op tussen mijn kaken. Ik schraapte mijn schorre keel en liep verder. Ineens viel er een druppel op mijn snuit en ik schudde mijn kop. Het begon te regenen en ik besefte me dat ik snel naar het kamp zou moeten gaan. Ik trippelde snel verder en wurmde me door de doorntunnel. Een paar doorns bleven haken maar het kan me vrij weinig schelen. Ik zocht met mijn ogen naar de prooihoop en liep er naar toe. Ik liet mijn kop zakken en legde de muis neer. Ik zag dat enkele katten me aankeken maar ook dat kon me vrij weinig schelen. Ik ging naar het leerlingenhol en ging zitten. De grond was nat en koud. Ik keek omhoog en de zilverpels was grauw en grijs.  De regen verminderde maar toch. Ineens trok iets anders mijn aandacht. Gepiep. Van.. het leek wel een kitten, maar het kwam niet uit de kraamkamer. Ik volgde het geluid de doorntunnel uit. Het leidde me meters ons territorium in.  Opeens zag ik het. In de bladeren, mos en takjes lag een klein bolletje witachtige beige vacht. Ik snoof. Dit rook naar een kitten. Ik duwde mijn neus in het hoopje en het was koud en het rilde. Ik duwde de pootjes van de kitten weg voor zijn kopje. De kitten had zijn oogjes dicht geknepen en zat te bibberen van de koude regen die in haar vachtje stroomde. Ik duwde mijn neus tegen haar snuitje en ze opende haar oogjes. Haar ogen waren magisch paars. Ik glimlachte naar haar. "Alles komt goed, dat beloof ik." Stelde ik de kitten gerust. Ze keek me bang aan. Ik pakte haar op in haar nekvel en ging door een geheime gang die ik ooit had gemaakt om stiekem het kamp binnen te gaan. De gang eindigde ik het leerlingenhol. Het arme beestje kroop bang tegen me aan. Ik legde haar op mijn mos bed en ging om haar heen liggen en krulde mijn staart tegen haar aan. Ze leunde steeds comfortabeler op mijn staart. Ik begon de regen uit haar vacht te likken in de hoop dat ze opwarmde. Ze begon al op te houden met rillen. Ik stond op en trippelde haastig weg naar de prooihoop. Ik pakte een warme verse muis en liep terug naar de kitten. Ik ging weer in de zelfde houding liggen en schoof haar de muis toe. Ze nam kleine hapjes. Ik spoorde haar nog een beetje aan door zelf een hap te nemen. Ze keek me met grote ogen aan en volgde daarna mijn voorbeeld. Ik keek haar aan terwijl ze de muis opat. Daarna viel ze diep in slaap. 

Een tijd later hoorde ik ineens gelach.  "Hey Wolpoot, heb je ons iets uit te leggen?" Hoorde ik. Ik opende mijn ogen en keek op. Roodpoot, Cederpoot en Grimpoot keken me lachend aan. "Wat, wat?" Zei ik. "Ben je aan het oppassen of heb je nu al een goed liefdesleven?" Grapte Grimpoot. Hij wees naar de kitten. Ik sprong op. "Nee, nee, nee!" Blies ik. Ze gingen gewoon door met lachen. Amberdal kwam binnen. "Wat is er zo grappig, jongens?" Zei ze sarcastisch. "Het hele kamp word wakker van jullie gegrinnik!" "Sorry Amberdal, maar Wolpoot heeft ons iets op te biechten." Zei Cederpoot. Amberdal keek me aan en toen zag ze de kitten. "Wolpoot, wat heeft dit te betekenen?" "Euh.. ik vond deze kitten gisteren in de regen.. Ze was helemaal alleen.." Amberdal keek naar de kitten. "Ga naar de DonderClan en vraag naar hun medicijnkat. Hier kan je niet terecht. Valkzang word vermist." Amberdal zuchtte en bekeek de kitten nog eens. "Nog een mond om te voeden, en de prooi is al schaarser dan ooit." Wolpoot sloeg zijn blik schuldig neer op de kitten. "Ik kon haar toch niet achterlaten in het woud? Ze zou dood zijn geweest." Amberdal knikte. "Tuurlijk, maar ga nu. Ik informeer onze leider wel." Zei ze en ze liep weg. Ik stond op en maakte de kitten wakker. Ze piepte zachtjes en keek me toen met vermoeide ogen aan. Ik pakte haar in haar nekvel. De leerlingen bleven lachen en ik liet een laag gegrom horen. Ik liep het hol uit en zette het op een rennen. Het donderterritorium was hier net ver vandaan.


 De kitten piepte: "Ik kan heus zelf lopen!" En ze proberen zich uit mijn kaken te wurmen. Ik grijnsde. "Hoe heet je kleintje?" Vroeg ik tussen mijn tanden door. "Charmwillow." Mauwt ze. "Maar ze noemen me Charm." Maakte ze haar zin af. "Oke, Charm. We gaan nu naar de DonderClan en daar gaan ze jouw gezondheid even na kijken bij de medicijnkat." Zeg ik terwijl ik het DonderClan kamp binnenloop. Het stikt er van de DonderClan geur en de clankatten kijken me bedreigend aan. Vuurster springt tevoorschijn. "Wolpoot, HemelClan.. is het niet?" Ik knik. "Wat brengt jou en die kitten hier?" Mauwde Vuurster kalm onder het geroep en de afkeuring van de andere katten uit. "Dat je het weet, de DonderClan heeft geen ruimte of voedsel voor nog een kat." voegde hij bij. "Ik ben niet van plan de kitten bij uw clan achter te laten." Zei ik. "Onze medicijnkat is alleen verdwenen.." Vuurster knikte met een gefronst voorhoofd. "We hebben deze kitten gevonden en we willen uw medicijnkat de gunst vragen het kleintje na te kijken." de menigte van de Donderclankatten werd rumoerig. Vuurster wenkte met zijn staart om stilte. "Loofpoel!" Riep hij. Een sierlijke lichtbruine poes met witte poten en borst kwam aangelopen. Haar gele ogen sprankelde wijs in het daglicht. Ze keek naar de kitten en naar Wolpoot. "Kijk deze kitten na op gezondheid en eventuele onderkoeling of verkoudheid." Zei Vuurster. "Danku." Mauwde ik beleefd. "Ik sta bij u in het krijt." Zei ik terwijl ik de kitten overgaf aan Loofpoel en achter haar aan het hol in trippelde. Vuurster knikte naar me en liep ook mee. Loofpoel rook aan de kitten. "Is het een Clankat?" Vroeg ze. Charm grinnikte. "Wat een rare woorden en namen, medicijnkat, clankat, DonderClan, Vuurster, Wolpoot en Loofpoel." Lachte ze. Loofpoel en Vuurster keken elkaar aan. "Nee, dit is absoluut geen Clankat." Zei Vuurster. Loofpoel checkte iedere plooi van Charm's rossige vachtje. "Nee, deze kitten is kerngezond, maar  ze ruikt naar andere kittens, niet uit een Clan." Mauwde Loofpoel driftig. Charm's oren veerde omhoog. "Charm, andere kittens? Waar kom je vandaan?" Vroeg ik. "Ik woonde samen met heel veel andere kittens!" Riep ze vrolijk uit. "Met Finny, Peyton, Rush, Dakota, Hazel en Ivy!" Zei ze en het leek alsof ze de kittens voor zich zag. "Wie is je moeder?" Vroeg Vuurster. "Geen idee, maar we waren allemaal samengebracht en opgevoed door een witte poes en ze heette Sneeuwziel." Toen viel het doodstil.


(A/N) Last Christmas... oké dat was random maar je girl is in de kerst mood. Kijk eens aan meer dan 1300 woorden! Ik ga binnenkort en boek met de uiterlijken van de katten bijwerken, promise. Ik schrijf nu ook al aan de Christmas Special! Duurt wel lang en ik moet opschieten want de feestdagen komen eraan en dan heb ik geen tijd meer. Maar ik doe mijn best! Happy Holidays guys,


Kusjass 

WARRIOR CATS Grijsloof's gloryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu