Criminal love

38 1 1
                                    

Ik kwam ineens op een goed idee, namelijk nog een slechterik, en niet zomaar een. Want een van de personage's valt voor deze stoere crimineel. Vandaar het liedje en de Engelse titel, enjoy en geniet xXx.

POV Ros
Ik ploeter door de modder achter Schruk's gevechtpatrouille aan. Bots leid hem, want Schruk is niet aanwezig. We gaan de HemelClan binnenvallen op verzoek van Schruk's partner: Sneeuwziel. Ik heb wel zin in bloed aan mijn poten en vlijmscherpe tanden. De gedachtes vliegen grijnzend door mijn kop. Het onweert en regent. De grond is modder. Ik zal mezelf trouwens even voorstellen: Ros, rode kater met gele ogen. Krijger van de BloedClan. Schruk heeft mijn moeder vermoord en toen mijn vader in opstand kwam tegen hem, hem ook. En nu seizoenen later ben ik krijger. Laatst kwam Sneeuwziel in de BloedClan om krijgers slecht te maken. Ik mocht als eerste en had me nog nooit zo goed gevoeld. Slecht zijn is fantastisch. En nu ploeter ik door de modder op weg naar mijn volgende slachtoffers. "Halt!" Roept Bots. "We zijn er, naast de kampingang. Vecht goed, en geef je nooit zomaar over." Zijn tanden glinsteren in het licht van een bliksemschicht die net op dook. Ik duw mezelf de kampingang door en schreeuw mijn mooiste strijdkreten. Prachtig na zo'n lange tijd het niet meer gedaan te hebben. De laatste keer was met een patrouille van de HemelClan geleid door ene Grijsloof om onze gevangene Tabaqui te komen halen. Dat is geëindigd in een lawine. Ik heb het op een haartje na overleefd. Ik stort me gelijk in het luidruchtige gevecht. Ik zie een mooie zwarte poes met rode vlekken en blauwe ogen staan. Prima prooi. Ik bespring haar en draai haar op haar rug. Ze gilt en bijt in mijn staart. Ik slaak een kreet en voel een diepe snee in mijn rode staart. Ik haak mijn nagels in haar vel en zij boort haar tanden in mijn nek. Ik rol samen met haar door de kampwand heen het kamp uit. Nog vechtend en al. Langs de kampingang kan ze tenminste niet geholpen worden als ik haar dood. Ik duw haar tegen de grond en druk met mijn achterpoten de hare tegen de grond. Mijn voorpoot staat op haar keel. "Laatste woord?" Vraag ik grijnzend. Ze gilt. "Asjeblieft! Ik smeek je!" Roept ze bang. Een prachtige flits gloeit in haag ogen. Ik weet niet waarom maar ik trek me terug. Ze krabbelt overeind en zegt zacht verbaasd: "Dankje." Ik knik plechtig en ze rent het kamp terug in. Wat was dat?! Ik had haar moeten vermoorden! Waren haar vacht of ogen te mooi om haar te doden? Of haar zachte stem? En zoete geur? Ik schud mijn kop en zeg tegen mezelf: Nee Ros, je gaat nu naar het HemelClan kamp en vermoord haar. Ik loop het kamp in en zie haar vechten met Kras, een andere BloedClan kat. Ik krabbel terug en hoor mezelf: Red haar, Ros. Ze heeft je nodig! Ik schud mijn kop. Dat heeft ze helemaal niet ze is een HemelClankrijger! Toch ren ik naar haar toe en gooi Kras van haar af. Kras is mijn broer, en heeft dezelfde rode vacht. Hij kijkt verbaasd. Ik negeer hem en jaag hem weg bij de poes. De poes kijkt me dankbaar aan, maar ik zie twijfeling in haar ogen. Dan bespringt een donkergrijze kater me. Hij heeft flitsend donkergroene ogen. De poes schreeuwt: "Donkerklauw houd daarmee op!" De kater luisterd niet en vecht door, door mij in mijn hals te bijten. Ik haak mijn nagels in zijn flanken en schuur door en voel het bloed langs mijn nagels stromen. Heerlijk moordend. Dan drukt hij me tegen de grond en ik kan geen kant op. "BloedClan terug trekken!" Roept Bots. Ik wil meegaan maar Donkerklauw houd me tegen. Als de BloedClan zonder mij vertrokken is, zie ik alle ogen van de HemelClan op mij gericht. Wolkster schreeuwt: "Gooi hem in de gevangenis en bewaak hem!" Woedende blikken komen mijn kant op. De poes loopt met me mee naar de cel. Ik negeer de blikken en kijk arrogant weg. Ik verhef mijn schouders en kijkt fier omhoog, alsof ik trots was voor mijn daden. De poes bloost, en kijkt weg. "Ik ben Herfstnacht, jij?"

WARRIOR CATS Grijsloof's gloryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu