Zenuwachtig loop ik met het kaartje in mijn hand de zaal binnen. Ik ben maar weer naar buiten gegaan door de achteruitgang, anders werd het iets te gewaagd. Als er iemand zou zien dat ik van de kleedkamers kom, ben ik dood. Ik denk aan wat Louis heeft gezegd terwijl ik mijn kleine handtas voor mijn buik houd. Ik heb geen zin om die ook nog gestolen te laten worden. Ik stop het puntje van het kaartje onder mijn lange roodgelakte nagel, terwijl de woorden van Louis nogmaals door mijn hoofd spoken. *Don’t say a word about who you are, Romy* Ik wil er niet aan denken. Ik word afgeleid door een knappe jongen die verderop loopt. Hij draait zich om, en even lijkt alles langzamer te gaan. Jezus, hij is echt heel knap! Als hij oogcontact met me maakt, draai ik snel mijn hoofd en loop ik door. Ik kijk nog een keer op het kaartje, maar ik heb serieus geen idee waar het is. Ze hebben bij de deur wel het randje afgescheurd, maar ze hebben niet eens uitgelegd waar het eigenlijk was. Ik loop door, maar na een deel van de zaal doorgelopen te hebben besluit ik het toch maar even te vragen. Ik loop naar iemand die in een MSC t-shirt staat, met op de achterkant One Direction. Heel origineel. Ik bedenk of ze elk concert een nieuw t-shirt zouden krijgen. ‘Uhm, excuse me…’ Ik ga naast de vrouw staan, en ze draait zich om. ‘Where is this?’ Ik laat het kaartje zien, en de vrouw zegt dat het aan de andere kant van de zaal is. Ik dring me door de mensen heen – het stuk wat ik net allemaal hierheen heb gelopen – en ik kijk om me heen. Ik zie een soort balkon, waar een bord met ‘V.I.P.’ boven hangt. Daar moet ik zijn. Ik loop naar de trap, en rustig loop ik naar boven, alsof ik bang ben om te struikelen. Ik bedenk op de trap of de zusjes van Louis er al zouden zijn. *Don’t say a word about who you are, Romy* spookt weer door mijn hoofd. Als ik het balkon over loop, nog steeds met mijn tas tegen mijn buik geklemd, merk ik dat het eigenlijk best wel groot is. Ik zie de zusjes van Louis zitten, ze zijn er dus al. Ik weet dat ik naast ze moet zitten, dat zei Louis, en ik neem plaats naast hun. Ik kan maar aan één kant zitten, want Phoebe zit aan het eind van een rij stoelen. Ze kijken allebei naar me, wow, wat lijken ze op elkaar! ‘Hey,’ zegt Daisy. Wat een prachtige stem. Gelijk stroomt er een jaloers gevoel door me heen. Niet doen, jij hebt al veel meer geluk dan gewone Directioners, commandeer ik mezelf. ‘Hi,’ zeg ik terug. Ik geef ze allebei een hand, en zeg mijn naam. We praten even, maar ik voel me een beetje ongemakkelijk, omdat ik niet veel meer kan zeggen tegen ze dan mijn naam. Het is wel gezellig, en als we het over make-up hebben, gaat het licht opeens uit. Onze aandacht is getrokken, en het concert begint.
De jongens hebben een fantastisch concert gegeven. Heel het publiek ging uit zijn dak, en als ik eerlijk tegen mezelf ben, ben ik ook schor. Ik zit op het bed in mijn hotelkamer, en ik strijk over prachtige de jurk die ik van Niall heb gekregen. Morgen hebben de jongens een belangrijk gesprek, en Louis zei dat ik mee moest gaan. Waarom heb ik maar niet gevraagd, ik was bang dat ik alles daarmee zou verpesten. Ik weet zeker dat ik niks ga zeggen, maar de jongens deden allemaal heel enthousiast over het idee dat ik meega. Ik dacht dat de jongens al zouden slapen, als ik iemand op de gang hoor rommelen. Ik doe de deur open, en kijk recht in de camera van Liam’s laptop. ‘Oh my God,’ zeg ik, en ik gooi de deur weer dicht. Shit, kut, nee! Ik laat me op het bed vallen. Ze hebben me gezien, dui-zen-den Directioners. Ik ga eraan. Louis gaat me vermoorden. Niemand zou me weer mee op tour willen. Alle Directioners zullen me haten. Ik hoor nog steeds gerommel op de gang, en op een gegeven moment klopt er iemand op de deur. Ik durf niet open te doen, maar als degene die voor de deur staat voor de zevende keer klopt loop ik toch maar naar de deur. Ik doe de deur op een kiertje, en kijk met mijn oog door de kier. Het is Louis. Ik ben geneigd de deur weer dicht te gooien, omdat ik bang ben dat hij boos wordt, maar ik doe de deur verder open, puur omdat Louis helemaal niet zo boos kijkt. Hij loopt zonder dat ik het gezegd had naar binnen, en pakt de jurk op. ‘Directioners know that you’re with me,’ zegt hij op een emotieloze toon. ‘Omg, Louis... I'm... I'm... so sorry, really! Louis legt zijn vinger op mijn lippen. ‘We told them, at the Twitcam.’ Dit had ik niet verwacht. ‘But, they'll all hate me!’ Louis glimlacht. ‘We trust you.’ Nu is het mijn beurt om te glimlachen. ‘We found this little notebook on your chair on the plane.' Ik bloos. ‘The deal from tomorrow is about the texts in it,’ vervolgt hij. ‘We want you to write some more lyrics for us, One Direction, for our new album.’