Hoofsdstuk 11... Niets

60 5 0
                                    

Ik word wakker en hoop dat alles wat er gister is gebeurt een droom is geweest. Ik kijk naar de kast die ik vlug verschoven heb om Jules's shirt te verbergen. Ik klim uit mijn bed en loop naar de kast toe, maar eerst gooi ik mijn gordijn open en schrijf mij raam omhoog. Ik voel de koude wind op mijn warme huid en het voelt heerlijk. Ik schuif de kast naar rechts en pak het zwarte shirt van de vloer. Het idee dat Jules dit heef gedragen irriteert me. Ik denk nu al te vaak aan hem... Ik leg het shirt over mijn kozijn heen en laat het liggen in de zon. Gelukkig is het een paar dagen geleden al snel gedoogt anders zou de schimmel er nu al in hebben gezeten. Ik sta voor mijn raam en kijk naar buiten. Ik heb al lang geen rondje meer gedaan. En ik moest eigenlijk 4 dagen geleden nog naar trollen in Golden Brigde. Ik zie de weerspiegeling van mezelf en ik zie dat ik nogsteeds wallen onder mijn ogen heb. Sinds onze kus mis ik Jules niet normaal. Ik word iedere dag nieuwsgieriger of hij ook aan mij denkt en wat hij nu aan het doen is. Er is zoveel aan de hand. Jules, mijn vader, Toya, Isari, en ook die stomme bruiloft waar ik naar toe moet. Het is gewoon te veel voor één leven.

Na me gedoucht te hebben en me aangekleed te hebben in een iets anders jurkje dan normaal- een paars met geel, loop ik naar de eetzaal. Ik hoop dat ze die lekker brownies hebben die ik zo lekker vind.

"Goedemorgen, mevrouw." zegt het dienstmeisje in de gang.

"Goedemorgen, Yara." groet ik terug en loop door.

Ik kom aan en meteen ga ik zitten op de stoel die in de hoek staat. Ik voel de ogen van mijn vader op mijn rug branden en alleen mijn moeder begrijpt waarom ik niet aan de hoofdtafel kom zitten. De dienstmeid komt me mijn eten brengen en ik eet zo snel mogelijk mijn bord met warme broodjes op. Op de broodjes zit een gebakken ei met peper en zout en ook bacon.

Ik ben benieuwd wat ik vandaag ga doen. Misschien kan ik naar Toya... Ik heb nogsteeds sterk het idee dat zij er ook iets mee te maken heeft.

Ik sta op en weer zie ik mijn vader kijken. Hij vraagt zich vast af waar ik heen ga. Nu ik zoveel ruzie met mijn vader heb is het erg genoeg dat iedereen in het kasteel onze spanning ook moet voelen. Ik weet nog niet of ik dit ooit nog goed ga maken. Jules heeft niks fout gedaan en hij verbied me met hem om te gaan.

Ik sta in de opening van de poort loop door. Mijn doorzichtig rode vleugels hangen erger naar beneden dan normaal en ik weet al precies waarom.

Even later kom ik bij Toya aan en klop op haaf kleine deurtje. Als ze open doet zie ik twee bloedrode ogen en tranen langs haar wangen.

"OMG? Wat is er?" vraag ik.

"Niks... Ik," ze veegt een traan weg, "ik voel me zo schuldig voor dat Jules ding. Ik... Het spijt me zo." zegt ze. Ze valt met haar haar kleine armen op mijn borstkas.

"Het maakt niet uit, ik ben niet boos op je, je had moeten zien wat er allemaal gebeurd is nadat jij weg was." zeg ik.

"Ja, ik heb het gehoord van Isari."

"Ik wil Isari echt nooit meer zien. Nooit."

"Ik weet het. Ik was bang dat je dat ook bij mij zou doen."

"Tuurlijk niet." zeg ik en laat haar weer los.

"Ik moet je weer iets laten zien trouwens." zegt ze, en vliegt naar binnen.

Ze komt buiten met een papier in haar handen.

"Kijk, een feestje in de Plaze Doir." ze wijst naar het papier. "Het feestje is van Judas voor zijn verjaardag en hij heeft de Plaza afgehuurd." zegt ze.

"Wat wil je hier mee zeggen? We gaan er toch niet heen?" vraag ik.

"Oh jawel. We hebben dit nodig, een goed feestje. We zijn alle twee bijna dood van verdriet dus we moeten alles even van ons afslaan. Je gaat met me mee." zegt ze.

Magic.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu