14. Nablijven is de pure horror

3.1K 94 42
                                    

Dinsdagmiddag- Viënna pov.

Het is drie uur in de middag als de bel eindelijk gaat. Het laatste lesuur is afgelopen en samen met Sabya, Zuna en Brianna loop ik gehaast het lokaal uit. Nadat ik deze ochtend naar de directice ben geweest, heb ik alleen maar lessen gehad en tussendoor een halfuur pauze. Ik ben kapot, maar ik ben nog niet klaar voor vandaag.

'Waar is het nablijflokaal?' vraag ik aan de meiden. Brianna kijkt me aan en glimlacht medelevend. Ze opent haar mond en wil me uitleggen waar het lokaal is, maar iemand onderbreekt haar.

'Ik breng haar wel'.

Ik voel hoe een hand om mijn middel glijdt en me tegen iemand aandrukt. Ik kijk vragend op en ontmoet Aidens speelse gezicht. Er hangt een zweem van een grijns rond zijn lippen en hij kijkt me met twinkelende ogen aan.

'Oké,' glimlacht Brianna verbaasd. 'Veel succes met nablijven! Zie ik je zo in onze kamer?' vraagt ze.

Ik knik en kijk haar hopeloos aan. Ik laat Aidens arm rond mijn middel voor wat het is. Hij wil geen drama maken zodat iedereen het ziet. Ik wil hem laten zien dat ik me niet zomaar door hem laat plagen. Daarom negeer ik zijn arm volledig.

'Is goed. Tot later!' reageer ik.

Ik en Aiden slaan de hoek om en hij leidt me richting hij nablijflokaal. Ik zie enkele mensen ons verbaasd nastaren als ze ons door de gangen zien lopen. Het moet ook een gek gezicht zijn: de foutste jongen van de school loopt met zijn hand om de middel van de chagrijnige nieuweling. Als ik hen was had ik niets anders gedaan.

Ineens voel ik dat Aidens hand zakt en vlak bij mijn achterste blijft hangen. Ik zend hem een gefrustreerde blik.

'Handen thuis,' snauw ik. Hij lacht en kijkt me met een speelse blik aan.

'Met zo'n lichaam in dat rokje vraag je er gewoon om,' plaagt hij me. Zijn hand gaat weer omhoog en kruipt iets onder mijn shirt. Ik huiver als zijn hand in contact komt met de blote huid van mijn middel. Kippenvel verspreid zich over mijn armen.

'Ik zei: handen thuis, Aiden,' sis ik hem nogmaals toe en ik zet een stap bij hem vandaan. De grijns rond zijn lippen groeit door mijn houding. Ik vervloek mezelf dat ik hem toch de reactie heb gegeven die hij wilde.

We komen aan bij het nablijflokaal en stappen de ruimte binnen. Het is een lokaal zoals alle andere hier in het internaat, behalve dat deze helemaal leeg is. Er zit een kleine man vooral achter een bureau en als we binnenkomen, kijkt hij op. Zodra hij ons ziet schuift hij zijn rode bril verder op zijn neus.

'Ah, daar zijn de eerste twee nablijvers van vandaag. Jullie mogen beiden aan een andere kant van het lokaal plaatsnemen,' zegt hij, duidelijk met afkeuring.

Ik wil het liefste wat terugsnauwen, maar weet dat dat op dit moment niet handig is.

We lopen verder het lokaal in en ik neem plaats aan de kant van de ramen. Aiden zit aan de andere kant van het lokaal bij de muur en ik merk dat hij me aankijkt. Ik negeer echter zijn blik en haal mijn biologielesboek uit mijn tas. Ik kan deze tijd het beste gebuiken om gewoon huiswerk te maken.

'Nee nee nee, jongedame!' Ik kijk vragend op naar de man, die me strak aankijkt. 'Je mag hier niet zelfstandig aan je huiswerk werken. Je wordt verzocht een opstel te schrijven over de reden waarom je hier zit en hoe je dat de komende tijd gaat verbeteren'. Hij deelt enkele papiertjes uit en grommend neem ik ze aan. 'Minimaal drie kantjes vol schrijven en maak het serieus, want aan het einde van het lesuur moet je het inleveren en wordt het nagekeken'.

Ik leg mijn pen extra hard op de tafel en sla mijn armen opstandig over elkaar. Wat is dat nou voor een belachelijke opdracht?

De man loopt weer naar voren in het lokaal en wil de deur sluiten, als er plotseling nog iemand het lokaal in komt lopen. Ik trek verrast mijn wenkbrauw op als ik de jongen herken als Luciën, degene waar de meiden me voor gewaarschuwd hadden. Hij heeft donkerbruine haren en een buitenlandse uitstraling. Ik gok dat hij uit Frankrijk komt. Hij heeft een arrogante grijns op zijn gezicht en kijkt de man zelfverzekerd aan.

'En daar is de laatste voor vandaag. Luciën, zorg dat je de volgende keer eerder bent. Pak wat a4'tjes van de stapel en neem plaats. Ik legde net aan de jongedame daar uit dat jullie een opstel moeten schrijven,' legt de man uit. 

Luciëns blik glijdt verbaasd mijn kant op. Hij haakt zijn donkere ogen in de mijne en kijkt me grijnzend aan. Hij blijft me aankijken als hij wat papier pakt en mijn kant op komt lopen.

Tot mijn grote ergenis komt hij naast me zitten. Ik kijk hem chagrijnig aan en richt daarna mijn aandacht op het lege vel voor me op tafel. Vanuit mijn ooghoek zie ik dat Aiden aan de andere kant van het lokaal gefrustreerd naar voren kijkt. En zo te zien heeft Luciën het ook gemerkt, want hij begint breder te grijnzen.

'Wat is je naam, babe?' Zijn stem is zoet en diep heeft een scherpe ondertoon. Alleen al uit zijn stem kan ik opmaken dat deze jongen gevaarlijk is. Maar ik laat me niet zomaar omver blazen. 

'Gaat je niets aan,' snauw ik terug. Ik staar naar mijn tafel en schenk hem geen blik waardig. Ik weet dat Aiden meeluistert met elk woord dat gezegd wordt.

'Oh kom op,' lacht hij zacht. 'Wat is het probleem?'

Ik kijk op naar de man, die ondertussen weer achter zijn bureau zit. Maar hij lijkt niets door te hebben van het gesprek dat Luciën met me probeert te voeren. Waarom zetten ze een half dove man neer in een nablijflokaal waar je stil moet zijn?

'Dat gaat je ook niets aan'.

Zijn lach is diep en ik zie zijn perfect rechte tanden tevoorschijn komen. Ik richt mijn blik naar buiten en zie verschillende leerlingen over het terrein lopen. Zij zijn wel klaar met school voor vandaag. Zij mogen hun uniform uitdoen en rusten, terwijl ik hier met deze idioten in een lokaal zit.

Ik hoor Luciën naast me bewegen en niet veel later voel zijn hand op mijn schouder, die langzaam naar beneden glijdt en op mijn heup belandt. Ik schrik op en tik zijn koude hand van me af, terwijl ik hem een woedende blik zend.

'Je bijt van je af, daar hou ik wel van. Hopelijk ben je ook zo pittig in bed, want dan gaan wij heel wat spannende nachten tegemoet'.

Abrupt steek ik mijn arm in de lucht, waardoor de leraar eindelijk opkijkt. Luciën is razendsnel weer recht gaan zitten, maar de zelfvoldane grijns rond zijn lippen is niet te missen. De leraar knikt.

'Ik word aangerand hier, dus ik zou het erg waarderen als u er iets aan doet'.

Laat maar zien ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu