Maandagochtend- Viënna pov.
Ik loop het gebouw in en kijk recht in een lege hal. Er loopt niemand, wat opnieuw bevestigd dat er momenteel lessen bezig zijn. Even heb ik geen idee waar ik heen moet, maar dan valt mijn blik op de receptie. Met mijn koffer achter me aan slepend, begeef ik me richting de vrouw achter de balie.
'Zeg het maar,' zegt ze vriendelijk als ze me ziet staan. Ze heeft een zwarte bril op en haar blonde haren zitten in een strakke knot gebonden. Ze heeft diepblauwe kleding aan. Ze zal niet ouder dan dertig jaar zijn.
'Viënna,' zeg ik mijn naam kortaf. 'Ik ben hier voor het eerst'.
Ze kijkt me even fronsend aan, maar knikt dan langzaam. Ze typt wat in op haar computer. Haar tengere vingers vliegen razendsnel over de toetsen en het duurt dan ook niet lang voor ze vindt wat ze nodig heeft. Ze richt haar blik vervolgens weer op mij, die nu niet meer zo vriendelijk staat als net.
'Directice Jenkins komt er zo aan om je in te wijden op het internaat hier. Ik verzoek je vriendelijk om plaats te nemen in de hal bij de wachtruimte,' legt ze uit.
'Oké,' antwoord ik kort. Ik zie dat ze me onbeleefd vindt, maar ik schenk er geen aandacht aan. Ze moesten eens weten wat ze met mij in huis haalden. Ik draai me weer om en loop richting de wachtruimte tegenover de receptie. Er staan wat stoelen en tafels tegen de muren, maar verder is de ruimte saai en leeg. De muren zijn smetteloos wit, en zouden wel een kleurtje kunnen gebuiken.
Thuis heb ik de muren van mijn kamer knalgeel geverfd, enkel en alleen omdat ik het er anders zo somber uit vind zien. Ik hoef niet het gevoel te hebben dat ik in een ziekenhuis ben. Een gevoel dat ik momenteel wel krijg. Al vanaf kleins af aan heb ik ziekenhuizen verschrikkelijk gevonden. Ik dacht altijd dat ik besmet zou worden met de meest rare ziektes. Er loopt een rilling over mijn ruggengraat bij die gedachte alleen al.
Als ik dichtbij loop, zie ik dat er al een jongen in de wachtruimte zit. Hij zit onderuit gezakt op een stoel, zijn blik verveeld op de grond gericht. Hij heeft zwarte haren die warrig in model zitten en heeft donkere kleding aan. Zijn handen zijn nonchalant in zijn zakken gestoken. Bij zijn armen en nek zie ik tatoeages onder zijn kleding vandaan kruipen en ik kijk er even gefascineerd naar. Ik moet toegeven dat deze jongen zeker niet onaantrekkelijk is.
Ik plof neer op een stoel en nu pas lijkt de jongen me op te merken. Hij heft zijn blik op en haakt zijn donkerbruine ogen indringend in de mijne. Ik trek verbaasd mijn wenkbrauw op en weiger geïntimideerd te zijn, dus blijf de jongen terug aankijken.
Hij lijkt verbaasd door mijn houding en vernauwt even kort zijn ogen. Zijn lippen zijn in een strakke streep getrokken als hij me peilend bekijkt.
Al die tijd blijf ik hem strak aankijken.
Zodra hij genoeg heeft gezien, laat hij mijn blik los en kijkt weer naar de grond. Ik zie dat zijn kaken gespannen op elkaar staan. Ik adem langzaam uit en heb nu pas door dat ik die al die tijd in had gehouden. Ik brom binnensmonds wat scheldwoorden richting de jongen, maar merk dat ik toch continu zijn richting op blijf kijken.
Op één of andere manier kan ik mijn ogen niet van hem afhouden. Hij lijkt mijn aandacht als een magneet naar zich toe te trekken. Ik ben me de hele tijd bewust van zijn aanwezigheid.
Naast de wachtruimte gaat er ineens een deur open. Er hangt bordje op, waar met duidelijke letters directrice Jenkins op staat geschreven. Een wat oudere dame steekt haar hoofd om de hoek en kijkt me een blik vol gezag de ruimte rond.
![](https://img.wattpad.com/cover/187837877-288-k756548.jpg)
JE LEEST
Laat maar zien ✓
Literatura FemininaIedereen weet inmiddels dat Viënna niet het braafste meisje van de buurt is. Verre van dat zelfs. Ze is niet bang om te zeggen wat ze denkt en deinst niet terug voor wat problemen, zelfs als dat er voor zorgt dat ze door haar ouders naar een interna...