Remus Lupin:
Samen met mijn drie beste vrienden James Potter, Sirius Black en Peter Pettigrew loop ik het lokaal van transfiguratie binnen. James gaat zo snel als hij kan naast Lily zitten. Peter gaat naast Sirius zitten. Ik zucht zacht en ga naast een meisje van Huffelpuf zitten dat in haar boek aan het lezen is. Haar donkerblonde haren vallen als een gordijn over haar schouders en haar groene ogen zijn gefixeerd op haar boek.
Professor McGonagall klapt in haar handen om aandacht te krijgen zodat ze de les kan beginnen. Het meisje doet haar boek dicht en kijkt op.
'Vandaag gaan jullie met je buur aan een taak beginnen. Jullie hebben 2 weken de tijd. Het onderwerp is natuurlijk transfiguratie. Jullie moeten per groepje een bepaalde transfiguratie bespreken. Jullie mogen nu al beginnen, veel succes.'
De zenuwen gieren door mijn lijf. Ik moet een taak maken met iemand die ik niet ken? Het meisje slaat een schrift open. Ze kijkt me aan en glimlacht zacht. 'Ik denk dat we elkaar nog niet ontmoet hebben?' Ik schud mijn hoofd. 'Remus Lupin.' Ik steek mijn hand uit. 'Allison Lune.' Ze schud mijn hand. 'Dus... Welke transformatie wil je bespreken?' vraagt ze. 'Welke wil jij?' vraag ik haar. Ze denkt even na. 'Is een weerwolftransformatie ook een transformatie?'
Verbaasd door het woord weerwolf kijk ik haar aan. 'Ik zal het even gaan vragen.' Ze staat op en loopt naar het bureautje van professor McGonagall.
Ik slik even. Mijn hart gaat tekeer. Wat als ze er achter komt? Ik heb het liefst dat zo weinig mogelijk mensen het weten. Ze komt terug naast me zitten en glimlacht. 'Het mag,' zegt ze blij. 'Als jij dat ook wilt natuurlijk?' Ze doet een pluk haar achter haar oor, waardoor haar mouw een beetje omlaag valt en een litteken zichtbaar is. Het heeft de vorm van drie klauwen die haar gekrabd hebben. Zodra ze doorheeft dat ik kijk doet ze haar arm omlaag en zucht ongemakkelijk.
Uiteindelijk kijkt ze me vragend met een opgetrokken wenkbrauw aan. 'Ja dat is goed.' Ze glimlacht. Haar grasgroene ogen twinkelen. 'De les is afgelopen, jullie mogen gaan.'
We kijken allebei naar McGonagall die glimlacht. Iedereen begint op te staan en de klas uit te lopen. Ik pak mijn spullen en Allison ook. 'Remus kom je?' Ik kijk om en mijn drie vrienden staan daar. 'Ja,' antwoord ik hen. Ze knikken en beginnen al richting de deur te lopen.
'Kan je deze avond? In de bibliotheek?' vraagt Allison zacht. Ik kijk Allison aan. 'Ja, natuurlijk,' zeg ik met een glimlacht. Ze glimlacht en staat op. We lopen het lokaal uit en ze gaat de andere kant op als ik en mijn vrienden.
'Zo, jij hebt geluk,' zegt Sirius. Ik kijk Sirius vragend aan. 'Hoezo?' vraag ik hem.
'Je moet samenwerken met een meisje en dan nog een mooi meisje. Wat is haar naam?' 'Dat gaat je niets aan,' zeg ik kort. 'Verdedig je haar nu ook al?' vraagt hij overdonderd, met een lachende ondertoon. 'Nee, ik wil gewoon niet dat ze lastiggevallen wordt door jou.' Sirius geeft me een zachte mep op mijn schouder. 'Pas op, Moony.'
We lopen naar de leerlingenkamer en leggen onze spullen weg. Daarna lopen we naar de Grote Zaal en gaan aan onze tafel zitten. Ik neem pasta en begin te eten. Ik kijk naar de Huffelpuf tafel en zie Allison zitten. Ze zit alleen. Af en toe praat er een meisje tegen haar, maar ze zegt niet veel terug. Ze kijkt op en haar groene ogen kijken recht in die van mij. Ze wendt haar blik af en eet verder. 'Vind je ook niet Rem?' vraagt James met een kleine glimlach.
Ik kijk James verward aan. 'Wat?' vraag ik verbaasd. Ze beginnen zachtjes te lachen. Ik haal mijn schouders op en eet verder.
Na het eten lopen we terug naar onze kamer. 'Ik kan amper geloven dat als dit jaar over is we in het laatste jaar zitten,' zucht Sirius, die neervalt op zijn bed.
Ik pak mijn boek van transfiguratie en een paar vellen perkament. 'Ik ga naar de bibliotheek,' zeg ik. Ze knikken en ik baan me een weg naar de bibliotheek.
Onderweg kom ik een paar koppeltjes tegen. Ik zucht zacht. Als ik aankom in de bib zie ik Allison helemaal in een hoekje zitten. 'Hey,' zeg ik zacht. Ze kijkt op. 'Hallo.' Ze schuift een stapeltje boeken naar voren. 'Dit zijn boeken over weerwolven, ik heb ze allemaal al gelezen in de afgelopen jaren, maar het is altijd handig.' Ik knik en bekijk de boeken een keertje.
Ik pak de vellen perkament en leg die op tafel. Ik pak het eerste boek en sla die open. 'Je kan een weerwolf worden als je gebeten wordt, maar je kan ook geboren worden als een,' zegt Allison. Ik kijk op van het boek en knik. 'Dat is waar.' Ze glimlacht en begint een paar dingen op te schrijven.
'Waarom wou je eigenlijk per se over de weerwolventransformatie een taak maken?' Ze kijkt me aan, maar antwoord niet. Ze legt haar veer neer en strijkt haar donkerblonde haar achter haar oor. 'Als je het niet wilt, kunnen we nog altijd een ander onderwerp kiezen,' zegt serieus. 'Nee, nee, het is goed,' zeg ik. Ze knikt en schrijft verder.
'Dus we schrijven allebei een deel en mengen het dan in een tekst?' vraag ik als ze verder schrijft, zonder zich ook maar iets aan te trekken dat ik hier ook nog zit en niet goed weet hoe we deze taak gaan aanpakken. Ze knikt kort. 'Je bent wel kortaf voor een Huffelpuf,' zeg ik. Het was mijn mond uit vooraleer ik erover na kon denken. Ze kijkt op. 'En jij te vriendelijk voor een Griffoendor,' antwoord ze bot.
'Misschien kan je gewoon niet tegen vriendelijke mensen en is het daarom dat je amper iets tegen je klasgenoten zegt en vaak alleen zit.' Ik ben zelf verbaasd van wat ik net gezegd heb. 'Ik heb mijn redenen,' zeg ze zonder me aan te kijken. Ze begint weer te schrijven en kijkt af en toe in een van de boeken die op tafel liggen.
Ik lees een stuk over de volle maan en bedenk me net dat het binnen 4 dagen volle maan is. Meestal begin ik het 3 dagen op voorhand te voelen, dus morgen begint het.
Allison Lune:
Ik schrijf alles op wat ik weet en kijk af en toe in de boeken die voor me liggen, om zeker te zijn dat ik het juist aan het opschrijven ben. Hij moest eens weten waarom ik altijd alleen zit. Ik kijk na een tijdje op de klok en zie dat het al laat is. Ik leg mijn 5 volgeschreven vellen perkament op een stapeltje en kijk Remus aan. Plukjes van zijn bruine haar vallen een beetje voor zijn gezicht, die hij af en toe zuchtend wegveegt.
'We zullen morgen verder doen,' zeg ik. Remus kijkt op. 'Ja, dat is een goed idee,' zegt hij instemmend. Hij slaat de boeken dicht en legt ze terug op het stapeltje. 'Ik zal ze wel terug gaan leggen,' zeg ik en neem de boeken vast. Hij kijkt me aan en knikt.
Ik sta op, neem mijn tas en stop mijn spullen er in. Daarna neem ik de boeken en ga ze terug op hun plaats leggen. Als ik bij de deur kom staat Remus er nog altijd. 'Je hoeft niet te wachten,' zeg ik een beetje verveeld. Hij kijkt me aan. 'Dan heb je tenminste één vriend,' zegt hij nonchalant. 'Wie zegt dat ik geen vrienden heb?' vraag ik verbaasd.
Hij grinnikt zachtjes en wandelt verder. Hij is een kop groter dan mij, waardoor ik omhoog moet kijken als hij tegen me spreekt. We lopen de gang in. Een groot raam laat een bundel maanlicht door. Ik voel de woede opkomen en ik kan er niets aan doen maar een zachte grom verlaat mijn mond.
Ik ben een weerwolf.
*****
Hoofdstuk herschreven op 12/07/2020.
JE LEEST
The Chocolate and The Biscuit
FanfictionRemus Lupin zit in zijn zesde jaar als hij Huffelpuf Allison Lune leert kennen. Beide hebben ze een groot geheim. Er zijn zinnen in het Frans, als je de vertaling niet weet, mag je altijd reageren en dan zal ik de vertaling geven. Moesten er onder...