The Chocolate and The Biscuit

Hoofdstuk 14

Remus Lupin:
Sirius en ik zitten tegenover elkaar op zijn bed. James en Peter hebben we even weggestuurd. 'Zo, jij vindt Allison leuk?' vraag ik hem. 'En jij ook?' vraagt hij mij. 'Eerst antwoorden op mijn vraag Padfoot,' zeg ik met een strenge ondertoon. 'Ja, ik vindt haar leuk,' zegt hij stil. 'Waarom ging je dan samen met Liza?' vraag ik hem verbaasd. 'Omdat ik Liza ook leuk vond, op dat moment. Maar ik wou ook meer bij Allison in de buurt komen,' legt hij zichzelf uit.

'Waarom deed je dan alsof je niets van haar wist? Toen in de Drie Bezemstelen toen leek je nogal verbaasd dat Allison een weerwolf was,' vraag ik om uitleg. 'Ik wist dat ze een weerwolf was, maar blijkbaar is haar band met de maan sterker geworden toen ze ouder werd. Liza zei dat het kwam door de puberteit,' legt Sirius uit. Ik knik. 'Jij hebt mijn vraag ook ontweken Moony,' zegt hij. Ik trek een wenkbrauw op. 'Vindt je haar leuk of niet?' vraagt hij dan. Ik slik. 'Ja,' zeg ik stil en kijk naar mijn handen. 'Weet ze het?' vraagt Sirius. Ik schud mijn hoofd. 'Ik probeer het al een week te zeggen maar er komt altijd iets tussen,' zeg ik zacht. 'Je moet het gewoon zeggen Remus,' zegt Sirius en kijkt me recht in mijn ogen aan. 'Ik weet dat zou jou leuk vind,' zegt hij. 'Hoe kan je dat nou zo zeker weten?' vraag ik hem verbaasd. Hij lacht zacht. 'Weet je nog bij toverdranken? Amortentia? Ze rook chocolade en nieuwe vellen perkament,' verduidelijkt hij zichzelf. 'Ja wat is daar mee?' vraag ik als ik niet door heb wat hij bedoelt.

Sirius rolt met zijn ogen. 'Ik ruik niet naar chocolade en ik eet het totaal niet graag en ik heb nooit nieuwe vellen perkament bij me,' zegt hij. 'Ja wie dan wel?' vraag ik als ik hem nog steeds niet snap. Hij kijkt me doodserieus aan. 'Serieus Remus?' vraagt hij me ongelovig. 'Oh, je bedoelt dat ze mij rook?' vraag ik als het doordringt. Hij knikt. 'Dus, Moony, maak dat je haar zoekt en het zegt,' beveelt hij me. 'En jij dan?' vraag ik hem. 'Ik maak geen kans bij haar,' zegt hij en glimlacht naar me.

Ik sta op en trek mijn kleren recht. Ik loop de gangen op en begin haar te zoeken. Ik kom halverwege mijn zoektocht Lily en Liza tegen. 'Remus gaat het wel?' vragen ze in hoor. 'Ja, ja, heel goed. Waar is Allison?' vraag ik hen enthousiast. 'Ze is op zoek naar jou, dus ik weet het niet,' zeg Liza. 'Waarom heb je haar zo dringend nodig?' vraagt Lily. Ik krab aan de achterkant van mijn hoofd. Ze lachen beide. 'Remus, verpest het niet,' zegt Lily dan. Ik knik en loop verder door. Ik kom voorbij de bieb en kijk binnen. Er is niet veel volk dus ga ik binnen kijken. Geen Allison. Als ik terug naar buiten loop bots ik tegen iemand op.

Twee grasgroene ogen kijken me aan. 'Remus ik zocht je,' zegt Allison. 'Ja, ik jou ook,' zeg ik. Ze kijkt me verbaasd aan. 'Wat wou je zeggen?' vraagt ze. 'We zullen eerst even een rustige plaats zoeken,' zeg ik. We lopen zij aan zij naar een hoek in de gang. 'Allison, ik moet je iets belangrijk zeggen,' zeg ik serieus. Ze knikt dat ik mag beginnen. Er valt een pluk van haar lange donkerblonde haren in haar gezicht. Voordat ze het zelf achter haar oor wilt doen, doe ik het. Haar haar is zo zacht in mijn vingers. Ik krijg een blos op mijn wangen en Allison haar wangen kleuren ook lichtjes. 'Allison, Allie ik euh... ik vind je leuk. Echt heel leuk. We kennen elkaar misschien nog niet zo super lang, maar ik vind je echt leuk,' zeg ik en voel mijn wangen warm worden. Met grote ogen kijkt ze me aan. Ze wilt haar mond open doen om iets te zeggen maar ze sluit die terug.

Stil staan we tegenover elkaar. 'Wat wil je dat ik zeg?' vraagt ze zacht. 'Wat je denkt,' zeg ik zacht en kijk haar kort aan. Ze neemt mijn hand vast. 'Dat ik je ook heel leuk vind,' zegt ze. Ze glimlacht en ik sla mijn armen om haar heen. 'Maar bedoelt je eigenlijk als vriend of meer?' vraagt ze dan. Ik laat haar los, maar niet helemaal. 'Meer. Als jij dat goed vind?' zeg ik. Ze lacht. 'Natuurlijk, ik wou eigenlijk net hetzelfde zeggen, daarom zocht ik je,' zegt ze. Ik krijg een glimlach op mijn gezicht. Ik ga dichter naar haar toe en leg een hand op haar wang. Voorzichtig druk ik mijn lippen op die van haar. Haar lippen zijn zo zacht en een hoop vlinders vliegen rond in mijn buik. Ze legt voorzichtig haar armen om mijn nek.

Er klinkt gelach ergens in de gang en we laten elkaar los. 'Gaan we het tegen iemand zeggen?' vraagt ze zacht. Ik neem haar hand in de mijne. 'Als je dat wilt?' vraag ik. 'Nou, Lily en Liza weten dat ik het je wou komen vertellen, dus ik krijg straks een kruisverhoor,' zegt ze. Ik lach zachtjes. We lopen hand in hand naar de Huffelpuf leerlingenkamer. Allison zegt het wachtwoord en de deur gaat open. 'Kom je nog mee of niet?' vraagt ze. Ik schud mijn hoofd. 'Je kamergenoten heb niet graag dat er jongens komen,' zeg ik. Ze glimlacht. Ze geeft me een knuffel en gaat dan naar binnen.

Ik draai me om en loop naar de leerlingenkamer. Als ik daar kom zijn er geen mensen te zien, dus ga ik naar mijn kamer. De drie jongens kijken op als ik binnen kom. 'En?' vragen ze nieuwsgierig in koor. Ik voel mijn wangen rood worden en ga op mijn bed zitten. 'Moony, je moet alles vertellen!' roept James half. 'Nou, we ... We hebben gekust,' zeg ik. James kijkt me met een grote glimlach aan. Sirius glimlacht zachtjes en kijkt dan weg. En Peter zit ook te glimlachen. 'Zijn jullie samen?' James kijkt me vragend aan. Ik sla een hand voor mijn mond. 'Dat ben ik vergeten te vragen!?' zeg ik verbaasd. 'Remus hoe kon je dat nu vergeten? Dat is zowat het belangrijkste wat je moet vragen!' Ik friemel aan mijn gewaad. 'Ik zal het morgen vragen, het is al laat.' Na een half uur gaan we allemaal slapen.

De volgende dag wordt ik wakker door het licht dat binnen schijnt. Ik ga me klaarmaken en kijk op de klok. Zeven uur 's ochtends, best wel vroeg. Ik haal mijn schouders op en loop de gangen op. Ik ga even op een bankje zitten als ik een boek uit de bibliotheek heb gehaald. Even later loopt er iemand voorbij. Ik kijk op en het is Lily die voorbij loopt, richting de Huffelpuf leerlingenkamer. Haar rode haar vliegt naar achteren door de vaart die ze maakt. Ik kruip weer in mijn boek en tijdje later ga ik naar de Grote Zaal.

*****

Hoofdstuk herschreven op 01/08/2020.