Hoofdstuk 4

382 29 5
                                    

Allison Lune:
'Allison wacht!' Ik draai me om en Remus komt naar me toe gelopen. 'Het is nog niet laat en morgen is het weekend. Dus ik vroeg me af of je niet mee naar Hogsmeade wou gaan?' vraagt hij een beetje nerveus. Ik kijk hem verbaasd aan. 'En de maan dan?' vraag ik. Hij kijkt bedenkelijk en zucht dan teleurgesteld. 'Ja, daar had ik niet meer aan gedacht,' zegt hij teleurgesteld. Ik lach zacht. 'We kunnen wel gaan, het is nog niet donker, maar dan nemen we onze drankjes als we naar buiten gaan,' zeg ik. Hij krijgt een gigantische glimlach op zijn gezicht.

Door zijn enthousiasme neemt hij mijn hand vast en neemt me mee naar buiten. Ik probeer mijn hand los te krijgen uit zijn greep, waardoor hij me aankijkt. 'Sorry,' verontschuldigt hij zich. Hij laat mijn hand los en zijn wangen krijgen een kleurtje. 'Het is niet erg,' stel ik hem gerust.

We wandelen rustig verder naar De Drie Bezemstelen. We gaan aan een tafeltje zitten en even later komen ze de bestelling opnemen. 'Een boterbier met gember,' zegt Remus. 'Voor mij ook,' zeg ik tegen de ober die me vragend aankijkt. De ober glimlacht en loopt dan weg. 'Ik hoop dat Lily en James elkaars ogen niet uitkrabben,' zeg ik zacht en Remus begint te lachen. 'Lily mag James, maar geeft gewoon niet toe,' zegt Remus. De ober komt terug met onze boterbieren en zet die op tafel. Hij loopt weg en ik pak mijn boterbier en drink er van.

Remus lacht zacht als ik mijn glas weer neer zet. 'Wat?' vraag ik hem verbaasd. 'Je hebt schuim aan je bovenlip hangen,' zegt hij. Ik word rood en veeg met mijn mouw over mijn mond. 'Het is er nog altijd,' stelt hij vast. Ik veeg weer, maar hij schud zijn hoofd. 'Ik zal het doen.'

Hij legt zijn hand op mijn wang en veegt met zijn duim het schuim weg. Zijn ogen haken in die van mij, maar ik kijk weg. Hij haalt zijn hand weg en drinkt dan van zijn boterbier. De deur gaat open en Liza komt binnen, gevolgd door Sirius. Verbaasd kijk ik naar het tweetal en Remus volgt mijn blik. Liza wuift en komt dan naar ons toe. Ze neemt plaats tegenover me en Sirius gaat tegenover Remus zitten. 'Allie, ik wist niet dat je hier naartoe kwam?' vraagt ze verrast. 'Ik ook niet,' zeg ik. Ze leunt een beetje over tafel en fluister dan: 'En de maan dan?' 'Maak je daar maar geen zorgen over,' stel ik haar gerust. 'Wat brengt jullie samen?' Remus kijkt de twee nieuwsgierig aan. Liza krijgt een glimlach op haar gezicht.

'Weet je nog dat we voor Toverdranken samen moesten werken? Wel, we geraakten aan de praat en...' begint Liza. 'Zeg nu niet dat jullie een koppel zijn?' vraag ik droog. 'Jawel,' zegt Sirius. Ik kijk ze ongelovig aan. 'Liza, je weet dat hij een player is,' zeg ik. Sirius kijkt me verbaasd en gemaakt gekwetst aan. 'Allie, let op je woorden,' zegt Sirius. Ik moet een grom onderdrukken en kijk Sirius kwaad aan. 'Noem me niet Allie en je hebt geen recht om me te berispen,' zeg ik bot. Sirius leunt naar achter tegen zijn rugleuning. 'Pittige Huffelpuf.'

Ik kijk hem kwaad aan. Liza raakt kort mijn hand aan maar ik trek die weg. 'Allie...' Ze doet teken naar mijn tas en ik weet dat ze mijn drankje bedoelt. Ik begin in mijn tas te zoeken maar vind alleen een leeg flesje. Ik kijk in paniek naar Remus en dan naar Liza. 'Ik ben geen nieuw flesje gaan halen,' fluister ik zacht tegen Remus. Zijn ogen worden groot. Hij graait in zijn tas en geeft zijn flesje.

'Nee, jij hebt dat nodig.' Sirius moeit zich en bekijkt ons raar. 'Remus, waarom geeft je dat aan haar?' vraagt hij. 'Wacht. Is Remus ook een weerwolf?' vraagt Liza zacht. 'Wat bedoel je met ook?' vraagt Sirius verbaasd. 'We zijn beide weerwolven,' zegt Remus zacht. 'En ik ben mijn drankje vergeten,' vervolg ik Remus. 'Maar als Remus zonder kan, kan jij dat ook?' Sirius klinkt eigenlijk best wel bezorgd. 'Ze is geboren als een weerwolf, haar verbinding met de maan is veel sterker,' zegt Liza zacht. Sirius slikt even.

'Ik ga het drankje halen,' zegt Liza vastberaden. Ze staat op en loopt de deur uit. Sirius volgt haar. 'Ik kan ze niet geloven,' zeg ik zacht. 'Je mag Sirius echt niet hè?' vraagt Remus en neemt nog een slok van zijn boterbier. 'Eerlijk? Nee,' zeg ik en neem ook nog een slok van mijn boterbier. 'Hoe komt het?' vraagt Remus nieuwsgierig. 'In het tweede jaar heeft hij me belachelijk gemaakt bij vliegles,' zeg ik. Remus kijkt me geschokt aan. 'Jij was dat meisje?' vraagt hij verbaasd. Ik knik. 'Waarom ben je dan niet kwaad op mij? Ik stond er bij?' vraagt hij verbaasd. Ik kijk hem aan. 'Jij hebt niets gezegd en je gezicht toen zei al genoeg.' Hij kijkt me niet-begrijpend aan. 'Aan je gezicht kon ik zien dat je het wou stoppen, maar niet durfde,' leg ik hem uit. Hij knikt begrijpend.

Ik drink mijn boterbier in een keer leeg en veeg dan het schuim van mijn bovenlip weg, zodat we niet in de zelfde situatie zitten als eerder. Liza komt binnen en gaat buitenadem terug zitten. Ze geeft me het flesje en glimlacht. 'Dankjewel,' zeg ik dankbaar. 'Geen dank,' zegt ze met een glimlach. Sirius neemt ook terug plaats en wenkt de ober.

Die komt naar ons tafeltje en vraagt wat we willen drinken. 'Boterbier.' Antwoorden Liza en Sirius in koor. De ober kijkt Remus aan. 'Boterbier met gember,' zegt hij. 'Hetzelfde,' zeg ik als de ober me aankijkt. Na een tijdje zijn Liza en ik terug op weg naar Hogwarts. 'Ik kan nog altijd niet geloven dat jij en Sirius samen zijn,' zeg ik zacht. 'En ik kan nog altijd niet geloven dat jij nog een vriend hebt bijgemaakt.' Ik kijk haar met een opgetrokken wenkbrauw aan. 'Wat bedoel je met nog een?' vraag ik haar. 'Eerst ik en nu Remus,' verduidelijkt ze haarzelf. 'Dat zijn er nog altijd maar twee,' zeg ik zo zacht als ik kan. 'Wat zei je?' vraagt Liza. Ik kijk Liza aan. 'Niets,' zeg ik. Ze knikt en we lopen het grote kasteel binnen.

De volgende dag word ik wakker door gegiechel. Ik zet mee een beetje rechter en steun op mijn ellebogen. Iedereen slaapt, behalve Liza. Ik trek grote ogen als ik Sirius naast haar zie zitten.

SIRIUS BLACK OP MIJN KAMER???!!!

Ik doe mijn haar achter mijn oren en kijk Liza dan raar aan. Haar bed staat tegenover dat van mij. Sirius heeft zijn arm om haar heen en haar donkerbruine haren staan een beetje alle kanten op. Haar krullen liggen over zijn arm heen. 'Wat zit je te kijken Lune? Jaloers? Wil je dat Remus zo naast je komt zitten?' vraagt Sirius spottend.

Ik ga recht zitten en pak mijn kussen. Ik gooi het zo hard als ik kan tegen zijn hoofd en het maakt hem woedend als het kussen in zijn gezicht belandt. 'Sirius, dat was niet aardig,' zegt Liza streng. Haar blauwe ogen kijken hem gekwetst aan. Haar iets donkerdere huidskleur steekt af naast Sirius lichte kleur. 'Hou je mond Black,' zeg ik bot. Ik sta op en ga me klaarmaken. Als ik terug op de kamer kom neem ik mijn boek dat ik aan het lezen was. 'Hey, Lune, Remus heeft dat boek ook gelezen,' zegt Sirius. Ik loop kwaad naar hem toe en even lijkt hij bang te hebben. Ik trek ruw mijn kussen uit zijn handen. 'Misschien moet je dat ook eens doen,' zeg ik. Ik loop naar mijn bed en leg mijn kussen er op. Dan loop ik naar de Grote Zaal en ga rustig alleen zitten.


*****

Herschreven op 21/07/2020.

The Chocolate and The BiscuitWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu