Remus Lupin:
Ik word wakker van een glas dat valt en een paar stemmen die tegen elkaar aan het praten zijn. Ik zwier mijn benen over bed en sta op, het is toch al ochtend. Ik wandel de trap af als ik door mijn ogen wrijf. Ik kom beneden en hoor lawaai in de keuken. Ik volg het geluid en zie Allison en mijn moeder koken. Mijn vader is scherven van een glas dat gevallen is aan het opruimen. Mijn vader ziet me en glimlacht. 'Ah, je bent wakker jongen,' zegt hij met een glimlach. 'Dat is niet moeilijk Lyall als je een glas laat vallen,' zegt mijn moeder met een kleine glimlach.Allison kijkt me met een glimlach aan. 'Goedemorgen,' zegt ze blij. 'Goedemorgen,' antwoord ik terug en glimlach dan. Allison en mijn ouders zijn al aangekleed. Allison heeft haar haar half opgenomen, het ziet er prachtig uit. 'Remus, ga je aankleden, dan kunnen we gaan ontbijten,' zegt mijn moeder. Ik knik en ga terug naar boven. Ik kleed me aan en doe mijn haar een beetje in model. Er klopt iemand op mijn deur. 'Binnen,' zeg ik. De deur gaat open en Allison komt binnen. Ik geef haar een knuffel en ze legt haar hoofd tegen mijn schouder. 'Ben je al lang wakker?' vraag ik. 'Weet ik niet, niet op de klok gekeken. Maar zodra ik wakker was heb ik me aangekleed en toen ik iemand naar beneden hoorde gaan ben ik ook gegaan. En toen heb ik je moeder geholpen met het ontbijt,' zegt ze. 'Je weet dan dus dat mijn moeder een Dreuzel is?' vraag ik. 'Ja, maar ik vind dat interessante mensen,' zegt ze met een glimlach. Ik laat haar los en glimlach. We lopen dan samen naar beneden en ontbijten.
Later op de dag zijn Allison en ik aan het wandelen in het bos achter ons huis. Vroeger verhuisde we vaak als de buren iets begonnen te merken. Maar nu hebben we een huis in een bos zonder buren. Redelijk handig dus. Ik neem Allison haar hand vast en ze lacht. Ze heeft een gele muts op en haar sjaal van Huffelpuf aan. Haar handschoenen zijn zwart en haar jas donkergrijs.
'Remus, wil je me alsjeblieft niet zo bekijken alsof het de laatste keer is dat je me ziet?' vraagt ze ongemakkelijk. Verbaasd kijk ik haar aan. 'Nee, dat was helemaal niet de bedoeling,' verontschuldig ik me. 'Maar goed, want zo makkelijk raak je niet van me af,' zegt ze. Ik trek een wenkbrauw op. 'Dat is een grapje hè,' zegt ze en kijkt me serieus aan. Ik knik. In stilte lopen we verder. Als we terug aan het huis komen lopen we naar binnen. We hangen onze jassen, sjaals, handschoenen en mutsen op en gaan dan de keuken binnen. 'Ah jullie zijn terug. Ik heb net thee gezet. Willen jullie een kop?' vraagt mijn moeder. 'Ja, graag,' zeggen Allison en ik in koor.
Als onze kop thee leeg is, komt haar moeder binnen, gevolgd door een man en een jongen, ik denk bijna zo oud als ons. 'Hope, dit is mijn verloofde en zijn zoon,' zegt haar moeder tegen mijn moeder. 'Wat doen jullie hier?' vraagt Allison en bekijkt haar vader en Cooper. 'Je moeder stond er op dat we mee kwamen,' zegt haar vader. 'Waarom?' vraagt Allison. Haar moeder en vader wisselen een blik. 'We dachten dat het misschien beter was dat we elkaar al beter leerden kennen aangezien de familie Lupin naar onze trouw komt,' zegt haar vader. 'Ja, zet jullie maar. Er is nog thee. Willen jullie ook een kop?' Allison haar ouders knikken.
Cooper gaat aan de andere kant van Allison zitten en fluistert iets tegen haar. 'Ja, Cooper, dat ga je zelf moeten vragen,' zegt Allison. Cooper zucht zacht. 'Coop, moet je ook een kop thee?' vraagt zijn vader. 'Nee, dank u,' zegt hij. We drinken allemaal nog een kop thee. En het is heel stil aan tafel. 'Gwendoline, ik hoorde dat je jongste zoon is overleden,' zegt mijn moeder plots. Ik voel Allison naast me haar adem inhouden.
Cooper kijkt Allison aan en dan zijn vader. Gwendoline kijkt kort naar Allison en haar vader kijkt de familie Lupin aan. 'Dat klopt,' zegt Allison haar moeder. 'We vinden het zo erg. Hoe komt het dat hij is overleden?' vraagt mijn moeder nieuwsgierig en ongestoord door. 'Laten we zeggen dat het een weerwolfprobleempje was,' zegt haar vader en glimlacht dan kort, maar je kan de pijn ik zijn ogen zien. 'Ik denk dat het beter tijd is om te gaan. Allison, pak je spullen,' zegt haar moeder. Allison staat op en gaat haar spullen halen. Als ze terug komt neemt iedereen afscheid. Ik geef Allison een knuffel en haar ouders een hand. Als ik Cooper een hand geef kijkt hij me bedenkelijk aan. 'Kwets haar niet,' zegt hij zacht en knijpt pijnlijk in mijn hand. Ik knik. 'Tot op de trouw!' zeggen ze en dan verdwijnen ze.
Later op de avond ga ik naar mijn kamer en ga op mijn bed zitten. Ik begin verder te lezen in mijn boek. Coopers woorden blijven door mijn hoofd spoken. Ik ga haar niet kwetsen. Maar waarom is iedereen daar zo zeker van? Ik zucht en doe mijn boek weer toe. Ik ga liggen en trek de lakens over me heen. Ik blijf maar piekeren en piekeren. Ondertussen is het als middernacht. Ik ga aan mijn bureau zitten en prul een beetje met mijn spullen. Na een tijdje sta ik op en ga naar beneden. Ik neem een tas melk en drink die op. Als mijn tas op is ga ik terug naar mijn kamer en plof op mijn bed. Een papier vliegt onder mijn hoofdkussen vandaan. Het is Allison haar brief. Ik neem hem in mijn handen. En denk na.
'Vertel eens iets over jezelf.' Ze kijkt me met grote ogen aan. 'Waarom?' vraagt ze zonder me aan te kijken. 'Omdat ik je amper ken,' leg ik haar uit. 'Moet dat dan?'
'Ik heb mezelf expres gekrabd nadat ... nadat ik... mijn kleine broertje vermoord had.'
'Maar wat?! Wat Allison niet fijn vind of zegt daar wordt niet naar geluisterd? Jij bent al even erg als die Black.'
'Dank je,' zegt ze. 'Voor?' vraag ik verbaasd. Ze laat me los. 'Voor mijn vriend te zijn.'
'Ik ben blij voor jullie,' zegt Sirius oprecht. 'Dank je,' zeg ik met een glimlach. 'Wist je dat haar oma is overleden?' vraagt hij dan nieuwsgierig. 'Nee. Hoe weet jij dat?' vraag ik hem. 'Omdat toevallig haar broer en mijn broer bevriend zijn en mijn broer het kwam zeggen,' zegt hij. Ik knik. 'Zou je dan niet naar haar toe moeten gaan?' vraagt hij.
'Remus, wil je me alsjeblieft niet zo bekijken alsof het de laatste keer is dat je me ziet?' vraagt Allison ongemakkelijk. Verbaasd kijk ik haar aan. 'Nee, dat was helemaal niet de bedoeling,' verontschuldig ik me. 'Maar goed, want zo makkelijk raak je niet van me af,' zegt ze.
'Dat is een grapje hè.'
'Verpest het niet, gelijk Sirius.'
Is Allison wel het meisje waar ik van houd en de ware?
*****
Hoofdstuk herschreven op 01/08/2020.
JE LEEST
The Chocolate and The Biscuit
FanficRemus Lupin zit in zijn zesde jaar als hij Huffelpuf Allison Lune leert kennen. Beide hebben ze een groot geheim. Er zijn zinnen in het Frans, als je de vertaling niet weet, mag je altijd reageren en dan zal ik de vertaling geven. Moesten er onder...