Hoofdstuk 4

47 5 0
                                    

Het is doodstil in mijn kamer, op het geluid van mijn balpen op het papier na. Het is nog steeds zomervakantie. Het boekje wordt bijgehouden door het door te geven als we bij elkaar zijn en berichtjes te sturen als we uit elkaar zijn. Mijn familie weet dat Damon en ik samen zijn en ze zijn blij dat ik voor hem gekozen heb. Ze mogen hem, gelukkig. Damon komt me straks ophalen, ik blijf bij hem slapen vannacht. Als ik klaar ben met de reden op te schrijven klinkt de bel. Ik klap het boekje dicht en loop naar beneden. Mijn ouders zijn niet thuis. Snuffles staat voor de deur heen en weer te lopen. Ik open de deur en Snuffles loopt enthousiast om de voeten van Damon heen.

'Hey', begroet hij me, achter hem zie ik dat het al donker is geworden.

'Hey', ik neem de sleutels en steek Snuffles binnen. Ik sluit de deur en loop achter Damon naar zijn auto. Het is een oude pick-up, maar hij is er trots op. Mijn kleren liggen al gedeeltelijk in zijn kamer, zoals er ook al kleren van hem bij mij liggen. Dat leek ons gemakkelijker, aangezien we vaak bij elkaar zijn. We gaan beide in de auto zitten en rijden naar zijn huis.

'Kijk naar de maan, hij is bijna vol', zegt hij zacht waardoor de stilte doorbroken wordt. Ik kijk uit het raam of ik de maan kan zien, meteen vind ik haar en blijf naar haar staren. Nog nooit heb ik zo naar de maan gekeken. Ze ziet er prachtig uit.

'Ze is prachtig', mompel ik, Damon grinnikt.

'Ze is het mooist als ze helemaal vol is', zegt hij, ik knik en blijf naar de maan staren. Hij stopt de auto voor zijn huis en loopt om de auto heen. Hij opent mij deur en ik stap lachend uit.

'Dankje, heel charmant', zeg ik hem, hij lacht zacht. Hij springt op de motorkap van de pick-up en gaat gemakkelijk zitten. Dan kijkt hij naar mij en klopt naast zich op het metaal. Ik kruip naast hem en hij slaat een arm om mijn schouders. We leunen op de voorruit. Vanaf hier hebben we een prachtig uitzicht op de maan.

'Dit is perfect', mompel ik zacht, Damon grinnikt en drukt een kusje op mijn kruin.

'Ik hou van je, ik hou echt van je', dit is de eerste keer dat hij dat zegt. Het belangrijkste aan die zin gebeurt, ik geloof hem. Ik geloof elk woord dat hij zegt.

'Ik hou ook echt van jou', zeg ik hem, hij glimlacht en draait zich naar me toe. Hij kust mijn lippen liefdevol en laat me wat later weer los. Ik ga tegen hem aanliggen en geniet van dit moment. Ons moment. Het moment dat we samen op de motorkap van een pick-up liggen en genieten van het zicht op de prachtige maan.

***

Vandaag begint de school weer, ons laatste jaar in de middelbare school gaat van start. Aangezien ik vannacht bij Damon ben blijven slapen rijdt hij ons samen naar school. Als hij zijn auto parkeert stappen we beide uit, nemen onze tassen en lopen met onze handen in elkaar de school in. Mensen kijken naar ons en lijken te beseffen dat er iets is tussen ons, maar niemand spreekt ons aan. We lopen naar de aula en zoeken een weg naar onze vaste tafel. Jess, Jimme en Duce zitten er al. Iedereen loopt door elkaar, eerstejaars proberen elkaar te vinden of zitten alleen aan een tafeltje te wachten tot iemand ze vertelt wat ze moeten doen.

'Hey tortelduifjes', zegt Duce grijnzend als we aankomen, we rollen beide met onze ogen. De drie vrienden lachen.

'Laten we meteen naar de les gaan', zegt Jess, ik neem mijn telefoon en kijk welke les is heb.

'Ik heb wiskunde', zegt Jess als zij ook gekeken heeft. Ik zie dat ik hetzelfde heb.

'Ik ook', zeg ik, ze springt op en loopt naar me toe.

'Kom, dan gaan we', zegt ze, ik grinnik en draai me naar Damon.

'Wij gaan al, ik zie je straks', zeg ik hem, hij knikt en kust mijn lippen kort.

'Zie je', zegt hij dan voor Jess me mee trekt.

'Ik hoop dat ons laatste jaar een beetje goed verloopt', zegt Jess, ik knik.

'Ik hoop het ook'

I Did Not Know HimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu