'Leya, we moeten met je praten', zegt mijn moeder als ik de woonkamer in loop. Ik ben net thuis van school. Mijn moeder kijkt me serieus aan. Ik zet mijn tas in de hoek en loop op mijn hoede naar hun toe. Ik ga naast mijn moeder op de bank zitten.
'Wat is er aan de hand?', vraag ik voorzichtig.
'We hebben het er met de psychologe over gehad en we hebben er veel over nagedacht. We hebben er over samengezeten en een beslissing gemaakt', begint mijn moeder.
'We hebben besloten te verhuizen, ver hier vandaan. Naar Amerika', ik onderbreek mijn moeder meteen.
'Wat?!', ik spring op uit de zetel.
'Het is voor jouw veiligheid, Leya. We kunnen het niet hebben dat jij naar Damon zoekt of hij naar jou. We willen je veilig houden', komt mijn vader er tussen.
'Het is Amerika, pap. Amerika! Als jullie zo graag naar daar willen verhuizen, kunnen jullie zonder mij gaan. Ik heb hier ook een leven, los van dat Damon hier misschien nog is. Jess is hier, mijn school', zeg ik kwaad tegen mijn ouders.
'We verhuizen, daar heb jij niets over te zeggen', zegt mijn vader streng.
'Ik ben bijna achttien, ik kan ook keuzes maken!', ik draai me om en loop de woonkamer uit. Ik ren naar boven en ga mijn kamer in. Ik doe mijn deur op slot. Ik open mijn kast en neem er een tas uit. Ik vul hem met kleren en spullen die ik nodig heb. Als ik klaar ben zet ik de tas onder mijn bed en neem mijn telefoon. Ik stuur een berichtje naar Jess met het idee van mijn ouders. Ze antwoordt bijna meteen.
Dat is verschrikkelijk
Ja, dat is het. Ik stuur haar een berichtje terug met mijn plan.
***
Ik loop het huis uit met mijn schooltas op mijn rug en de rugzak in mijn handen. Mijn ouders had ik wijsgemaakt dat ik de rugzak moest meehebben voor een schoolproject. Ik vertrek met mijn fiets naar school, waar ik meteen naar mijn kluisje loop en de rugzak er in steek. Als ik mijn kluisje sluit staat Jess bij me. Ze knuffelt me stevig.
'Ik ga je enorm missen', zegt ze. Een jongen, één van de jongens die er bij stond als Damon die twee jongens heeft vermoord, stopt met lopen bij ons.
'Ik ga jou ook missen', mompel ik.
'Je gaat haar missen? Ga je naar je vriendje verhuizen?', vraagt hij met een beschuldigende toon.
'Nee, mijn ouders hebben besloten naar Amerika te verhuizen', zeg ik tegen hem. Zijn ogen worden even groot voor hij besluit door te lopen. Jess laat me los.
'Ik kan niet geloven dat je ouders zich zo laten meeslepen door die psychologe. Dit gaat hier wel over verhuizen', zegt Jess terwijl ook wij naar onze les lopen. In het lokaal aangekomen gaan we naast elkaar zitten.
'Ik ook niet', mompel ik zacht.
***
Ik neem de rugzak uit mijn kluisje en sluit het daarna weer. Ik negeer de foto's die nog steeds op de deur van mijn kluisje hangen en loop de school uit. Onderweg naar de uitgang van de school stop ik nog even bij de herdenkingsplaats. Ik schud mijn hoofd zacht en loop door. Hier moet ik nu niet aan denken. Ik loop door de schoolpoort en zet mijn weg naar het bos verder. Het tempo waarmee ik naar het bos loop ligt tussen stappen en rennen in. Als ik in het bos aan kom kijk ik even om zodat ik kan zien of iemand me is gevolgd. Ik loop op hetzelfde tempo naar de boom met het rode kruis. Als ik daar aankom probeer ik me de weg naar het dorp te herinneren. Ik wandel in de richting waarvan ik denk dat het de juiste is. Na een tijdje kom ik, tot mijn opluchting, bij het dorp. Zoals altijd is er heel wat leven in het dorp, maar het is er niet zo druk als bij volle maan. Ik wandel, nu wat rustiger, naar het huis van Damon. De kans is groot dat hij daar is. Ik klop aan op de houten deur. De vader van Damon opent de deur.
'Leya, ik wist niet dat jij en Damon afgesproken hadden', zegt hij verbaasd maar met een glimlach.
'Hebben we ook niet, maar ik zou graag met hem willen praten. Is hij thuis?', vraag ik.
'Nee, hij is met zijn vrienden in het dorp. Ze zijn waarschijnlijk op het dorpsplein, je kunt daar beginnen met zoeken', zegt hij vriendelijk.
'Dank u', zeg ik met een klein knikje. Ik loop weg van het huisje. Op de modderige paden loop ik naar het dorpsplein. Meteen zie ik de kinderen die weer vrolijk rondrennen. Het lijkt wel of ze hier altijd rennen. Ik zie Ethan tussen het groepje kinderen lopen en roep zijn naam. Hij stopt met lopen en kijkt verbaasd rond. Als hij me ziet rent hij enthousiast naar me toe.
'Leya!', schreeuwt hij enthousiast en hij knuffelt me.
'Hey Ethan, weet je waar Damon is?', vraag ik hem als ik hem terug knuffel. Hij knikt.
'Kom mee', hij laat me los en begint te rennen. Ik kan hem maar net bijhouden. Na een tijdje komen we bij een klein, schattig gebouw. Het lijkt op een cafeetje. Ik zie Jimme, Duce, Lyam en Damon aan een tafeltje zitten. Ze zijn gezellig aan het praten.
'Daar!', Ethan wijst naar zijn broer en zijn vrienden. Hij rent er naartoe terwijl ik rustig stap en op adem probeer te komen. Ethan is nog niet bij het tafeltje aangekomen als alle vier de hoofden onze kant op draaien. Ze zien ons nog niet maar steken hun neus in de lucht. Duce is de eerste die zijn broertje opmerkt en hij opent lachend zijn armen. Ethan springt er in en zegt wat tegen de jongens. Dan wijst hij naar mij. Damon springt meteen op en komt naar me toe. Hij glimlacht naar me en ook ik kijk hem glimlachend aan. Als hij voor me staat neemt hij mijn handen vast.
'Hey', zegt hij voor hij een kusje op mijn lippen zet.
'Hadden we afgesproken?', vraagt hij verbaasd, ik schud mijn hoofd.
'Nee, ik ben hier om je iets te vertellen', zeg ik met een serieuze stem. Damon kijkt me vragend aan en neemt me mee naar het tafeltje waar de jongens zitten. Ethan is ondertussen weer verdwenen.
'Hey', zegt Jimme. Lyam en Duce begroeten me ook. Ik begroet ze terug.
'Wat doe je hier op een maandagmiddag om-', Jimme kijkt op zijn horloge, 'Vijf uur?'
'Ik wil jullie, of eigenlijk Damon om een gunst vragen', zeg ik zacht, Damon kijkt me meteen vragend aan.
'Mijn ouders willen verhuizen naar Amerika, maar ik wil niet mee', begin ik zacht. De jongens kijken me met grote ogen aan.
'Naar Amerika? Waarom zouden ze willen verhuizen? Jullie wonen prachtig', vraagt Duce verbaasd.
'Die psychologe heeft ze overtuigd. Zij denkt dat ik jullie opzoek en dat het beter voor me is als ik jullie niet meer zie. Ze heeft mijn ouders overtuigd naar Amerika te verhuizen omdat ik jullie dan niet meer kan opzoeken', leg ik uit.
'Laten je ouders zich zoveel beïnvloeden door die psychologe?', vraagt Damon verbaasd, ik zucht en knik.
'Wat ga je er aan doen?', vraagt Lyam.
'Dat was mijn gunst. Ik wilde vragen of ik hier even kon logeren?', vraag ik voorzichtig aan Damon.
'Natuurlijk kun je bij mij logeren', zegt die, hij trekt me tegen zich aan.
'Dank je', zeg ik oprecht dankbaar. Ik kus zijn lippen kort.

JE LEEST
I Did Not Know Him
Manusia Serigala"Ik dacht dat ik hem kende, maar blijkbaar dus niet" Stukje uit het boek: "'Maak je geen zorgen over die wolven, ze zullen je geen pijn meer kunnen doen, ze worden in de best bewaakte cellen van de wereld gehouden. Je zult ze nooit meer zien' 'Menee...