Mijn adem stokt in mijn keel. Het tempo van het kloppen van mijn hart neemt toe en mijn grip om het boekje verslapt. Ik voel het boekje uit mijn handen glijden voor ik me omdraai naar Damon. Ik duw hem van me af en mijn handen ballen zich tot vuisten.
'Damon, je liet me schrikken', ik klop hem op zijn borst met mijn vuisten, maar het lijkt hem niet veel te doen.
'Ik heb je gemist', zijn stem klinkt als een fluistering, maar is zó overduidelijk te horen.
'Je hebt twee mensen vermoord, verdomme', ik klop nog een paar keer op zijn borst en proef zoute tranen op mijn lippen. Hij neemt mijn handen vast en zijn bruine ogen kijken me aan. Ik hou het niet lang vol en leg mijn hoofd op zijn borstkas. Hij laat mijn handen los en legt zijn armen om me heen. Ook ik sla mijn armen om hem heen. We staan daar zo een tijdje, in een knuffel waarbij ik me bedenk dat de psychologe me niets heeft geholpen. Ik bedenk me dat ik het me heb laten inpraten, het mezelf heb ingepraat, dat ik niet van hem houd. Dat ik hem haat. Dat doe ik niet, besef ik, ik hou enorm veel van hem en zou hem niet kunnen laten gaan. Het geluid van mensen die dichterbij komen door de dorre, natte bladeren laat me opkijken. Duce en Jimme staan naast Lyam glimlachend naar ons te kijken. Ze hebben allebei meerdere wonden op hun gezicht, armen en benen. Ze hebben allemaal korte mouwen aan, merk ik op, maar ze lijken geen koud te hebben. Ik maak me los van Damon en droog mijn tranen met mijn lange mouwen.
'Het spijt me', mompelt Damon zacht, ik kijk hem aan.
'Wat?', vraag ik zacht.
'Het spijt me dat ik te ver ben gegaan en dat jij dat moest zien', zegt hij tegen me. Dat was alles wat ik nodig heb. De spijt die ik in de ogen van Damon zie is de reden waarom ik besluit dat ik hem kan vergeven. Hij heeft spijt van zijn daden. Hij wendt zijn ogen van me af en kijkt naar het boekje dat op de grond ligt. Hij loopt er naartoe en raapt het op. Zorgvuldig en voorzichtig probeert hij de natte bladeren en van af te halen. Als alles er af is opent hij het boekje op de laatste ingevulde pagina. Het opgedroogd bloed van de jongens zit nog steeds op de bladeren en zijn gezicht vertrekt even. Hij leest mijn laatste aanvulling en krijgt een kleine glimlach op zijn gezicht.
'Onze tweede ontmoeting', leest hij voor, hij kijkt me even glimlachend aan.
'Geloof me, ik keek er ook naar uit', hij sluit het boekje en legt het voorzichtig op een boomstronk. Hij stapt langzaam en beheerst naar me toe. Als hij bij me is legt hij een hand op mijn koude wang. Zijn hand is warm en het brandt op mijn huid. Zijn gezicht komt dichter naar me toe. Zijn lippen raken voorzichtig die van mij. Ik ga mee in zijn liefdevolle kus. Even later laten we elkaar los en trekt hij me tegen zich aan. Hij drukt nog een kusje op mijn hoofd. Ik draai mijn hoofd en laat mijn blik weer naar Duce en Jimme dwalen.
'Dus jullie zijn weerwolven, echte weerwolven', zeg ik, ze grinniken.
'Ja, maar we veranderen niet alleen bij volle maan en zijn geen monsters. We kunnen veranderen wanneer we willen', zegt Jimme, ik draai me volledig om in de armen van Damon en knik.
'Dus jullie kunnen nu veranderen?', vraag ik, ze knikken alle drie en ik voel Damon op mijn schouder ook knikken.
'Ik heb je wolf op een foto gezien, Duce, je zag er eerlijk gezegd niet echt goed uit. Zijn jullie oké nu?', vraag ik bezorgd. Ze glimlachen en knikken.
'Wil je mijn wolf nu zien?', vraagt Duce, ik knik glimlachend. Damon laat me los en gaat bij Jimme, Lyam en Duce staan. Ze knikken naar elkaar en ik zie hun lichaam langzaam veranderen naar dat van een wolf. De kale plekken in de vacht van Duce zijn bijna terug dicht gegroeid en ook bij Damon en Jimme zie ik nog kleine kale plekken. Ik ga door mijn knieën zodat ik op gelijke hoogte zit. Voorzichtig beweeg ik mijn arm naar de vacht van Duce. Hij laat het toe en ik bekijk zijn vacht. Als ik zijn vacht wat opzij doe zie ik nog kleine wonden die nog even nodig hebben om te helen. Ze zullen snel geheeld zijn. Ik kijk opgelucht en de wolf van Damon kom dichterbij. Hij duwt zijn kop tegen me aan. Lachend sla ik mijn armen om zijn nek heen. De andere drie wolven komen ook dichter rond me staan.
'Jullie zijn echt prachtig', zeg ik als ik mijn hand op de kop van Jimme leg. Na nog even zo knuffelen veranderen ze terug.
'Wat is er eigenlijk gebeurd als we weg waren?', vraagt Duce. Ik sla mijn ogen neer.
'Op het moment zelf dacht de politie even dat ik ook een weerwolf was, maar ze hebben me niet verdoofd. Ze hebben een gesprek met me gevoerd waarbij ik alles moest vertellen wat er is gebeurd. Ik was toen nog in shock. Daarna hebben ze me naar het ziekenhuis gebracht om te kijken of ik geen verwondingen had. Die had ik dus niet, besloten ze, alleen mentaal. In het ziekenhuis besloot de dokter dat ik naar de psychologe zou moeten gaan. Zo is het gegaan, drie maanden lang ben ik naar die psychologe geweest. Ze probeerde ervoor te zorgen dat ik jullie zou haten, en dan vooral Damon. Dat deed ze drie maand lang, tot ze besloot dat ik naar school mocht. Ze hebben een herdenkingsplaats voor de twee jongens gemaakt. Iedereen was kwaad op mij en Jess. Op mijn kluisje hebben ze foto's van dode en gewonde wolven gehangen', ik zie hun gezichten even vertrekken.
'Ik heb het zoveel mogelijk genegeerd. Ze durfden niet eens naar me toe te komen of iets tegen me te zeggen. Dan is foto's op mijn kluisje kleven een zwakke manier om me pijn te doen'
'Het is wel duidelijk dat ze een haat aan ons hebben', zegt Jimme, hij kijkt naar de grond.
'Ik denk niet dat ze jullie haten', zeg ik, verbaasd kijken de jongens me aan.
'Ze zijn bang en uiten dat zo'
'Hoe reageerde Jess?', vraagt Duce voorzichtig.
'Ze was in shock, net als ik. Nu probeert ze jullie te vergeten door te doen alsof jullie zelf vertrokken zijn. Het is haar eigen manier van verwerken, denk ik'
'Zou het haar goed doen ons te zien?', vraagt Jimme. Ik haal mijn schouders op.
'Ik kan eens proberen polsen bij haar'
![](https://img.wattpad.com/cover/192134937-288-k715137.jpg)
JE LEEST
I Did Not Know Him
Hombres Lobo"Ik dacht dat ik hem kende, maar blijkbaar dus niet" Stukje uit het boek: "'Maak je geen zorgen over die wolven, ze zullen je geen pijn meer kunnen doen, ze worden in de best bewaakte cellen van de wereld gehouden. Je zult ze nooit meer zien' 'Menee...