Hoofdstuk 12

47 5 0
                                    

'Wanneer kom je terug?', vraagt Damon aan me als we afscheid nemen. Hij neemt mijn handen in die van hem en kijkt glimlachend in mijn ogen.

'Zo snel mogelijk, maar mijn ouders zijn heel beschermend en laten me nauwelijks alleen buiten. Ze zijn bang dat ik je zou opzoeken', leg ik uit, hij knikt.

'Dan zie ik je zo snel mogelijk, ik wil je meenemen op date', zegt hij. Ik glimlach en geef hem een afscheidskus.

'Als je terugkomt, breng je dan van die heerlijke chocolade mee? Ik kan ze niet meer gaan kopen en wil het mijn ouders graag laten proeven', zegt hij, ik lach en knik.

'Ik zal ze voor je meenemen', Jess komt tussen ons in staan en geeft Damon nog een laatste knuffel.

'Tot de volgende keer', zegt ze tegen Damon.

'Kom, we gaan', zegt ze als ze zich op mij richt.

'Damon!', roept een stem. Damon draait zich op om en ik kijk langs hem heen. Zijn moeder komt naar ons gerend met ons boekje in haar handen.

'Je ging dit nog aan haar geven, maar je bent het thuis vergeten', zegt ze streng tegen haar zoon. Ik zie Damon met zijn ogen rollen.

'Bedankt mam', hij neemt het boekje aan en draait zich terug naar ons.

'Tot de volgende keer', zegt zijn moeder vriendelijk tegen mij.

'Tot de volgende keer', antwoord ik beleefd voor ze zich omdraait en terug naar haar huis loopt.

'Hier, ik heb er nog wat bijgeschreven', hij overhandigt me het boekje met een glimlach.

'Dank je, ik bekijk het straks thuis', zeg ik hem, ik geef hem nog een laatste kusje en samen met Jess weer het pad op. We zwaaien nog even naar de jongens die tussen de bomen staan.

'Tot de volgende keer', zegt Jess nog voor we vertrekken.

***

Ik ga rustig op bed zitten en open mijn boekje. Snuffles komt naast me op het bed liggen. Ik open het boekje op de laatste beschreven pagina.

327. Het dorp

328. Het bezoek van Leya

329. Het bezoek van Leya en Jess

Ik glimlach als ik zijn woorden lees. Ik voeg zelf nog wat toe.

330. Het besef dat ik nog steeds van Damon houd

***

'Dus je bent niet bang dat hij je komt opzoeken?', vraagt de psychologe. Ik schud mijn hoofd. Zoals altijd als ik in deze ruimte ben kijk ik naar mijn handen.

'Nee, ik denk niet dat hij hier in de stad zal komen. En als hij hier zou komen, gaat hij me geen pijn doen. Hij noemde me zijn soulmate, die doet hij geen pijn', zeg ik, ze maakt een twijfelend geluidje.

'Het klinkt alsof je weer in hem gelooft, je bent achteruit gegaan', zegt ze. Ik kijk voor het eerst deze sessie op. Mijn gezicht staat verbaasd.

'Wat?', vraag ik verbaasd.

'Je neemt het voor hem op. Volgens mij wil je hem wel eens terugzien', zegt ze, ik kijk haar overdonderd aan.

'Wat? Nee, ik wil hem niet terug zien. Ik haat hem', of volgens haar zou ik hem moeten haten.

'Ik wil met je ouders spreken', zegt ze dan zakelijk. Ze loopt de kamer uit en haalt mijn moeder uit de wachtzaal. Ze maken een afspraak waar mijn vader ook bij kan zijn en dan laat de psychologe ons gaan. Mijn moeder rijdt ons naar huis.

'Is het waar wat ze zegt? Wil je hem terug zien?', vraagt mijn moeder, haar stem klinkt bezorgd. Ik zucht zacht en staar weer naar mijn handen op mijn schoot.

'Nee, mam, maak je geen zorgen. Ik wil hem niet onder ogen komen', zeg ik haar. Ze knikt glimlachend.

'Gelukkig, ik wil niet dat hij je nog eens kwetst'

***

Mijn ouders zijn samen naar de psychologe vertrokken. Ik ben wel nieuwsgierig naar wat ze hen gaat vertellen, maar voor nu heb ik andere plannen. Ik neem nu mijn kans om naar het bos te gaan voor de date met Damon. Ik maak me klaar en vertrek naar het bos. De chocolade en het boekje klem ik in mijn handen. Bij de boom die aangeduid is met een rood kruis wacht ik even. Na een paar minuten komt de wolf van Damon uit de struiken gesprongen en verandert naar zijn menselijke vorm. Hij glimlacht als hij me ziet.

'Hey', hij geeft me een kort kusje op mijn neus. Ik grinnik zacht en kus zijn lippen kort.

'Ik heb dit voor je meegenomen', ik overhandig het boekje en de chocolade aan Damon.

'Dank je', zegt hij lachend.

'Kom je nog even mee naar mijn huis zodat ik het daar kan leggen?', vraagt hij, ik knik. We wandelen samen terwijl we gezellig over dingen praten die alleen ons kunnen interesseren. Onderweg neemt Damon mijn hand weer vast. Als we aankomen bij het dorp is het een stuk drukker dan de afgelopen keren dat ik er ben geweest. Kinderen, maar ook tieners en volwassenen rennen enthousiast door de smalle straten van het dorp.

'Wat is er aan de hand?', vraag ik Damon, hij lacht even en wijst naar Jimme en Duce die speels achter Lyam aan rennen.

'Vanavond is het volle maan. Iedereen is enorm enthousiast', lacht hij.

'Wil jij dan ook niet rondrennen?', vraag ik hem lachend, hij knikt.

'Dat gaan we ook doen. Zoals vroeger, samen gaan hardlopen', zegt hij als we zijn huis binnenlopen. Hij legt de chocolade en het boekje op de keukentafel en neemt me weer mee naar buiten. We wandelen verder door het bos en enkele keren rennen kinderen en volwassenen ons in volle vaart voorbij. Damon neemt mijn hand vast en zodra we weer tussen de bomen staan vraagt hij of ik er klaar voor ben. Ik knik glimlachend en samen beginnen we door het bos te rennen. Na even door het bos te stuiven stoppen we zodat ik op adem kan komen. In tegenstelling tot Damon ben ik moe van het hele eind rennen.

'Ren maar even zonder mij, dan ren je straks misschien wat trager', hijg ik, hij glimlacht zacht en neemt mijn handen vast.

'Ik zal wat trager voor je rennen, als dat je blij maakt', zegt hij lief tegen me. Ik glimlach. Na een tijdje ben ik er weer klaar voor en beginnen we weer aan het hardlopen door het prachtige bos. Opnieuw besef ik dat het hier echt hemels is. Het is zalig om met Damon door het prachtige bos te rennen. Het liefst blijf ik hier voor altijd met hem.

I Did Not Know HimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu