Hoofdstuk 2

57 5 0
                                        

Samen zitten we te ontbijten rond de restanten van het kampvuur van gisteren. Damon staat op, loopt naar het kleine tafeltje met het eten en komt even later weer naast me zitten met een boterham met kaas. Als zijn boterham op is loopt hij naar zijn tent en komt weer naast me zitten. Hij geeft me het boekje en de balpen.

'Hier', ik neem het boekje aan en open het. Damon heeft de lijst nog aangevuld tot 12.

5. Leya's manier om mijn naam uit te spreken

6. De blik in de ogen van Leya als ze glimlacht (De gelukkige en de verdrietige glimlach. Beide zijn prachtig op hun eigen manier)

7. Dieren

Hier stop ik even en kijk naar Damon. Ik wist niet dat hij zoveel van dieren hield. Ja, hij kan goed omgaan met mijn hond Snuffles, maar als ik hem vroeg om mee te gaan naar de manege sloeg hij dat altijd af.

'Je houdt van dieren?', vraag ik hem verbaasd, hij glimlacht en knikt.

'Ik hou heel veel van dieren, en dan vooral de hondachtigen', zegt hij, ik knik en glimlach.

8. Rennen

Damon houdt om één of andere vreemde reden van rennen, hardlopen. Ik kan dat niet begrijpen, ik vind paardrijden al intensief genoeg.

'Rennen?', vraag ik hem lachend, hij knikt serieus.

'Dat is super ontspannend, dat jij dat niet begrijpt is jouw probleem. Ik begrijp ook niet dat je ontspannen wordt van op een beest van zeshonderd kilo zitten', zegt hij, ik schud lachend mijn hoofd en richt me weer op het boekje.

9. Groen gras

10. Aarde

11. De maan, de volle maan

12. Soulmates

Ik kijk Damon weer aan.

'Soulmates?', vraag ik hem, hij knikt.

'Geloof jij dat ze bestaan?', vraag ik hem weer.

'Ik geloof er met hart en ziel in, ze bestaan, dat weet ik zeker', zegt hij overtuigd van zijn stuk.

'Heb je die van jou dan al gevonden?', vraag ik hem, hij schudt zijn hoofd.

'Nóg niet, maar ik heb er alle vertrouwen in', zegt hij, ik grinnik. Ik neem de balpen vast en begin te schrijven.

13. Fantasie (soulmates, serieus?)

Damon kijkt wat ik heb opgeschreven en schiet in de lach.

'Wacht maar, ooit zul je er ook in geloven, dat weet ik zeker', lacht hij.

***

'Gaan jullie mee naar het meer wat verderop?', vraagt de stem van Jess, ik kijk op van het boekje. Duce, Jimme en Jess staan klaar in hun zwemkleding. Ik schud mijn hoofd voor ik me weer op het boekje richt.

'Gaan jullie maar', hoor ik de stem van Damon tot mijn verbazing zeggen terwijl hij houdt van zwemmen. Zwemmen en hardlopen. Ik kijk op en zie het drietal weglopen. Damon komt naar me toe en gaat naast me zitten.

'Heb je zin om met me mee te gaan hardlopen?', vraagt hij, ik kijk hem aan en merk dat hij inderdaad al sportkleding aan heeft.

'Hardlopen? Ik? Je maakt een grapje', zeg ik hem, hij lacht en schudt zijn hoofd.

'Ik zal niet te hard gaan en we zullen pauzes nemen wanneer jij wilt, ik beloof het je', zegt hij, ik grinnik.

'Wat dacht je ervan als we beginnen met een pauze van drie uur?', vraag ik hem, hij zucht en rolt met zijn ogen. Hij neemt mijn hand en trekt me omhoog. Vlug zorg ik ervoor dat het boekje niet valt door het met mijn vrije hand op te vangen.

'Goed dan', zucht ik zacht, hij knuffelt me vlug. Ik rol mijn ogen en leg het boekje en de balpen in mijn tent. Ik kleed me snel in iets gemakkelijk om te lopen. Niet te geloven dat ik me door hem heb laten overtuigen mee te gaan rennen. Als ik buitenkom glimlacht hij en neemt mijn hand vast. Hij trekt me mee en begint te stappen. We stappen even voor hij beslist dat we gaan lopen. Hij laat mijn hand los en begint te rennen. Ik probeer hem bij te houden. Ik heb best wel wat conditie, maar lang niet zoveel als Damon. Na even rennen stop ik Damon en nemen we even pauze.

'Als je je ontspant is het leuk, je moet niet zo letten op hoe lastig het is. Geniet van je omgeving, van het groene bos, de zachte aarde onder je voeten en ren gewoon', zegt hij, ik hijg zachtjes en knik.

'Ik beloof dat ik het zal proberen', zeg ik hem, hij grijnst tevreden. Die grijns doet me denken aan nummer 4. 

Die stomme grijns van Damon.

'Weer klaar?', vraagt hij me, ik knik. We beginnen weer te rennen en ik probeer zijn advies op te volgen. Hij heeft gelijk, besef ik. Het is geweldig als je gewoon om je heen kijkt en geniet van de prachtige natuur. Damon zijn hand heeft die van mij weer vastgenomen en ik vertrouw volledig op hem, dat hij wel weet waar we zijn.

'En? Heb je het gevoeld?', vraagt hij als we weer even pauze nemen. Ik knik glimlachend.

'Ja, ik voelde het. Het was fantastisch, moet ik toegeven'

'Natuurlijk was het fantastisch'

***

26. Damons advies tijdens het rennen

27. Damons warme hand

Ik lees alle redenen die we nu al hebben verzameld nog eens terug en krijg spontaan een glimlach op mijn gezicht. Bijna alles gaat over ons, behalve de dingen zoals dieren en de maan. Ik begrijp nog steeds niet waarom hij dat heeft opgeschreven. De maan is prachtig, maar een reden? Licht afkomstig van een zaklamp schijnt op mijn tentdoeken en even later gaat die open. Ik kijk op naar Damon die binnenkomt.

'Hey, vind je het erg als ik even bij je kom zitten? Ik was nog wakker en zag nog licht in je tent. De rest slaapt al', zegt hij.

'Kom erbij', ik schuif wat op zodat hij bij me op de luchtmatras kan komen zitten. Als hij gaat zitten werpt hij een blik op het boekje in mijn handen.

'Heb je nog iets opgeschreven?', vraagt hij als hij naast me zit, ik knik. Ik toon hem mijn laatste twee aanvullingen. Hij neemt het boekje en de pen die ik nog steeds vast heb van me over.

Ik glimlach zacht en laat mijn hoofd tegen zijn arm aanleunen. Hij begint weer te schrijven met zijn andere arm terwijl ik mijn ogen voel dichtzakken.

I Did Not Know HimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu