Hoofdstuk 22

15 0 0
                                    

Het is zo lang geleden dat ik een nieuw hoofdstuk heb geplaatst en het spijt me! Ik wilde even rustige zonder andere dingen aan het nieuwe schooljaar beginnen dus ik had even tijd nodig. Om het goed te maken een extra lang hoofdstuk voor vandaag (zo gek dat het boek bijna af is ;).


POV Dylan

Ik ren Anna achterna als ik besef wat dit betekend, ze wil haar vrienden redden. Geen wonder ze komen vast in de problemen als ze er niet is. 
Al snel bereik ik de deur van haar slaapzaal, in ieder geval wat er over is. Er zit een enorm gat in het midden en de scharnieren zijn kapot geslagen.

De bezorgdheid die ik voel neemt niet af als ik eenmaal binnen stap. Alles ligt overhoop en er rennen overal mensen rond. Ik zoek voor Anna maar ik zie haar nergens, dus ik ren door een opening in de wir war van stapelbedden.

Ik kom Jasper tegen die net achter de opening zit te staren naar zijn been. Zodra ik dichterbij kom zie ik waarom, uit zijn been steken verschillende witte punten en er zit overal bloed. 'Gaat het?!' vraag ik hem bijna schreeuwend zodat hij me kan verstaan. Ik merk eigenlijk nu pas op dat er overal om me heen geschreeuw klinkt. 

Ik zie Jasper het woord"Nee" maken met zijn lippen maar ik versta hem niet. Ik kniel naast hem neer zodat ik hem beter kan verstaan. 'Zoek Anna, ze zoeken haar. Ik red me wel, ze is belangrijker' klinkt het zacht. Ik knik naar hem en zie een gerustgestelde blik in zijn ogen vormen als ik naar een andere opening zoek.

***

Ik weet niet hoelang ik al een logische weg door dit doolhof probeer te vinden maar het lukt gewoon niet. Ik heb nog niemand gezien behalve Jasper en het geschreeuw is een moment geleden opgehouden. Ik denk dat ik de stilte nog erger vind dan al dat geschreeuw. 

Als plots een bed links van me wordt opgetild schrik ik achteruit en struikel bijna over een kapotte nachtlamp. 'Wie ben..' voor ik de vraag kan afmaken wordt er een hand over mijn mond gelegd. 

Ik probeer me los te worstelen uit mijn overvallers greep maar het lukt niet, hij is te sterk. Er is ook bijna nergens water in de buurt en ik weet nog niet hoe ik het kan oproepen, hoe kon dit gebeuren? Het lijkt wel alsof we hier pas een paar dagen zijn en ik ben verwikkeld in wat dit dat ook mag wezen. 

Mijn overvaller neemt me mee door het gat wat hij zojuist heeft gemaakt en we komen uit in de wasruimte van de jongens. Er zitten meer kinderen op hun knieën maar door een rook die hier hangt kan ik niet zien wie.

Een schim komt snel op me afgelopen en mijn overvaller laat me los, het is een oude man. 'Ben jij Dylan?' vraagt hij nors en ik twijfel of ik zal knikken. Niet dat hij wacht op mijn antwoord want hij sleept me mee de mist in.

We naderen een klein figuur dat ik later herken als Anna met een betraand gezicht. Er liggen twee lichamen op de grond voor haar en ik denk niet dat die nog leven. 'Dyl..' komt uit haar mond voordat de man haar afkapt.

'Mevrouw Sondor werk met ons onderzoek mee of hij ligt dadelijk ook aan je voeten!' schreeuwt hij tegen haar. Ze schud haar hoofd 'Niet hem, meneer Romains niet hem..' haar stem breekt en de tranen stromen weer over haar wangen. 'Ik kan niet met uw onderzoek mee werken begrijp me dan. Ik weet niet waardoor het komt..'

In een snelle beweging maak ik me los van de nu verwarde meneer Romains en schuif voor Anna neer. 'Meneer wat u ook van haar wil u moet door mij heen' zeg ik met een vastberadenheid die ik niet voel. 'Dat idee kreeg ik al ja' antwoord hij me alleen maar op koele toon, wie denkt hij wel niet dat hij is?

'Ik meen het meneer, u gaat haar geen pijn doen.' probeer ik te zeggen op een even koele toon als hij. Anna probeert me weg te duwen maar ik geef niet mee, die meneer Romains mag oprotten wij doen niets verkeerd. 

'Meneer Romains ik doe wel mee, laat Dylan met rust. Alstublieft.' smeekt Anna hem. Nee dat mag niet, ze mag niet met hem mee. 'Nee Anna...' Toch voordat ik mijn smeekbede kan afmaken grist meneer Romains Anna achter me vandaan.

Ik spring op en sprint naar het gat waar we uit zijn gekomen en zorg dat ze er niet door kunnen. Meneer Romains stopt voor me en schud zijn hoofd. 'Ik wil dit niet doen jongen maar je geeft me geen keuze.' Ik kijk hem verbaast aan terwijl hij een bebloed mes uit zijn zak haalt.

Voor ik het weet heeft hij het mes niet meer vast en steekt het uit mijn bost, ik hap naar adem omdat ik weet dat ik die zo niet meer ga krijgen. Heeft hij me nou neergestoken? Ik probeer mijn hand naar het mes te bewegen maar het lukt niet en ik zak in elkaar. 
Ik zie Anna voor me neerzakken en schreeuwen maar ik hoor haar niet meer als de randen van mijn blikveld langzaam zwart worden. 

'Ik..' ik moet hoesten van het bloed in mijn longen 'hou... va..n....je' zeg ik haar met een zwakke stem. Net op tijd want er is nu alleen nog maar zwart.


Oehh en dat was hem weer. Ik vond dit zo moeilijk om te schrijven!! Ik hoop dat ik weer wat meer kan gaan updaten zodat ik jullie niet zo lang in spanning hoef te houden.

xxx

Till next!

Sector 5 // DutchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu