Chapter Thirty-three

8 2 0
                                    

Pov. Scarlett

De geur van kersen en kaneel drong opnieuw mijn neus binnen. Ik had die geur gemist, geen idee voor hoelang al.

Zwevend in de duisternis probeerde ik dichterbij die geur te komen. Ik voelde iemands aanwezigheid in de kamer.

"Waarom word je nou niet wakker?" Hoorde ik iemand zuchten. Hoezo word ik niet wakker, ik sliep toch niet? Ik probeerde te antwoorden, maar dat ging niet.

"Ik zit nu al bijna twee weken iedere dag aan je bed, iedere dag kijk ik naar dat prachtige gezichtje van je en baal ik dat ik je ogen niet open kan zien gaan."

Mijn hart sloeg een slag over bij die woorden. Ik zou willen dat ik kon zien wie het tegen me had gezegd, maar mijn lichaam werkte niet mee.

"Ik begin echt smoor verliefd op je te worden, Scarlett. Je praat niet eens met me en toch ben ik gek op je." Ik voelde mijn hand tintelen en er leken vlinders op te stijgen in mijn buik.

Langzaam werd de duisternis om mij heen lichter. Ik probeerde naar dat stukje licht to te gaan, maar onzichtbare ketens hielden mij tegen. Ik voelde een aanraking op mijn wang en onmiddellijk leken de ketens minder zwaar te worden.

"Ik zou willen dat het allemaal anders was gelopen. Ik had beter moeten weten." Ik voelde dat mijn hand vastgeplakt werd. Ik leek steeds verder uit de bebouwende duisternis te klimmen.

Voorzichtig probeerde ik mijn hand een beetje samen te knijpen. Het lukte niet. Gefrustreerd probeerde ik mezelf te bevrijden uit de greep van de beklemmende duisternis om mij heen.

Ik voelde een aanraking op mijn lippen, zacht als fluweel. De flarden mist waar ik mij in bevond dreven uit elkaar en het licht werd alsmaar helderder.

"Ik hou van je, Scarlett"

De ketens van duisternis braken los en ik schoot weg uit het donker. Het licht omarmde me en de overweldigende geur van kersen en kaneel was overal om mij heen.

Nogmaals probeerde ik mijn hand iets samen te knijpen, dit keer met meer succes. Ik voelde een grote, sterke hand in de mijne. Alweer werd ik overspoeld door een gelukzalig gevoel.

Ik kon de hartslag van mijn bezoeker horen versnellen. "Scarlett, hoor je me?" Ik kneep in zijn hand als antwoord.

Ik wilde mijn ogen open doen, maar ik wist niet of ik dat durfde. Ik had al weet-ik-niet hoe lang niemand meer gezien, wat als er jaren verstreken waren?

"Oh Scarlett, je hebt geen idee hoe gelukkig je me hiermee maakt." Zijn stem gaf me kippenvel en tegelijkertijd kreeg ik het warm vanbinnen.

Ik besloot dat dit een goed moment was om alsnog mijn ogen te openen. Het lukte niet in een keer, maar na een paar pogingen werd ik verblind door het licht om mij heen. Ik knipperde met mijn ogen en toen ik gewend was aan het licht zag ik waar ik was.

Ik lag in een ziekenhuiskamer met allerlei apparatuur om mij heen. Op mijn armen en borst zaten plakkertjes met draadjes en in mijn hand zat een infuus met een slangetje dat naar een zak vloeistof liep.

Toen dreef mijn blik naar mijn bezoeker en mijn hart stokte in mijn keel. Ik slikte een paar keer om mijn droge mond te bevochtigen.

"W-wat doe jíj hier?" Ik spuugde de woorden nog net niet uit. Alpha Josh zat hier naast mijn bed. Alpha Josh, die er om bekend staat dat hij meisjes gebruikt alsof ze speelgoed zijn. Alpha Josh, die er om bekend staat om zijn eigen mensen te martelen als ze niet gehoorzamen. Alpha Josh, die er om bekend staat dat hij zijn vijanden uitschakelt als ze op hun zwakst zijn. Hij zat hier, terwijl ik voor dood in een ziekenhuisbed lag.

Van zijn gezicht was enkel verbijstering af te lezen. Alsof hij degene was die in de war moest zijn. Zijn korte, zwarte haar zat door de war en zijn bruine ogen straalden pijn en verwarring uit.

"Weet je dat dan echt niet meer Scarlett? Die dag dat ik je vond, in die grot in het bos?" Vroeg hij. Ik staarde hem blanco aan. Waar had hij het in hemelsnaam over?

"Jij was daar, samen met Noah en-"
"Wie is Noah?" Vroeg ik scherp.

Josh zweeg. De teleurstelling in zijn blik leek dwars door mijn ziel te snijden. Er was iets niet helemaal oké.

"Noah is de neef van je pleegmoeder, Elisa. Hij logeert een tijdje bij haar. Weet je dat echt niet meer?" Ik schudde van nee en liet mijn hoofd hangen.

"Ik weet wel dat we ergens aankomende week iemand zou komen logeren, maar die heb ik nog niet ontmoet geloof ik." Mompelde ik verslagen.

"Scarlett, dat is al weken geleden..."

Iets in mij leek te barsten, en voor het eerst in jaren liepen er tranen over mijn wangen.

Little Red Riding Hood (But Slightly Different)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu