Deel 20: hij heeft nooit bestaan

30 2 3
                                    

Ik werd ondervraagd. Wie had mijn vader vermoord? Wie had die onbekende man vermoord? Ik deed en zei exact wat Badr me had verteld. In het ziekenhuis hadden ze geprobeerd om mijn vader te helpen, maar tevergeefs. Voor dagen huilde ik aan een stuk. Badr had ik niet meer gesproken. Na een week, kwamen Mohamed en Amina me bezoeken. 

"Ik moet jullie iets vertellen", zei ik zodra ik hun zag. "Nu mijn vader...". Mijn stem brak. Amina omhelsde me en Mohamed leek zijn tranen weg te vegen. "Ik was niet eerlijk met jullie. Sorry daarover", zei ik. Amina en Mohamed leken verward. "Wat bedoel je?" "Ik heb jullie veel verhalen verteld over Badr... het is namelijk zo dat hij ... niet bestaat. Ik was dom en belachelijk bezig, sorry voor de tijdverspilling en de leugens." "Alsof dat nu zo belangrijk is. Alsof wij nooit liegen", zei Amina en liet me niet los. Ik zat misschien langer dan een uur in haar armen te huilen. Tijd leek geen mening meer te hebben voor mij. 

"Hier, je moet iets eten", zei Mohamed die iets had gemaakt. Hij had ook wat eten aan mijn moeder gegeven. Niemand van ons was oké. "Weet er iemand wat er met je vader is gebeurd?"vroeg Amina. Ik schudde mijn hoofd en dronk wat fruitsap. "Enkel dat hij een ongeluk had tijdens zijn werk", zei ik. Met die woorden moest ik denken aan Badr. Niet enkel had ik mijn vader verloren, maar ook iemand waar ik dacht van te houden. Badr had me gezegd dat hij al die tijd eenzaam was. Hij had zijn vader en broer verloren. Maar hij had me leren kennen, we hadden van elkaar gehouden. Telde ik dan niet mee? Was hij eenzaam zelfs nadat ik zoveel van hem hield. Ik barstte weer in huilen uit. 

16 dagen na de dood van mijn vader werd ik opeens gebeld door een onbekende nummer. "Wie?" "Ik ben het, Badr", hoorde ik een bekende stem. Een stem die ik zoveel had gemist en zoveel had gehaat. "Ik weet dat je me op dit moment niet wil zien of horen, maar kunnen we elkaar zien? Vanavond? In het leegstaand gebouw, bij mijn lievelingsplaats?" Hem ontmoeten in een leegstaand gebouw? Zodat hij me ook kon vermoorden? Waarom.. waarom zelfs nu op dit moment zou ik zelfs naar hem toe kunnen rennen? "Ik kom eraan."

Het was raar om Badr terug te zien. Hij leek afgevallen te zijn en hij leek zo bleek. Was hij ziek? "Waarom wilde je me zien?" "Het ziet ernaar uit dat je me niet verklikt hebt, waarom?"vroeg hij. Ik zuchtte. "Het leek alsof je een hele plan had, dus zelfs als ik de waarheid had verteld, zou ik uiteindelijk verliezen. Toch?" Badr lachte. Hij kwam langzaam dichterbij en ik deed geen enkel stap achteruit. "Weet je wat het leukste is aan een moord plegen?"fluisterde hij in mijn oor. "Nooit gepakt worden."

Liefste dagboekWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu