Hoofdstuk 10: De bestemming

23 3 1
                                    

Ik wrijf slaperig in mijn ogen en draai een oprijlaan op. Aan beide kanten staat een hoge haag waardoor ik niet zie wat erachter is. De navigatie zegt dat dit het is. Als ik opzij kijk zie ik Nica liggen. Ze ligt heel stil en haar ogen zijn gesloten. Opeens schrikt ze wakker en kijkt me met bange ogen aan. Dan hervat ze zich weer en wrijft haar handen af aan haar rokje. "We zijn er" fluister ik en ze kijkt over het terrein heen. Het is een oude boerderij met stallen en veel paarden op de weilanden. Er is ook een grote zandbak (Wat later een bak blijkt te zijn) en mooie hoge bomen eromheen. Ik voel een hele last van mijn schouders vallen als ik de rustige plek zie. Een grijsachtig paard heeft ons in de gaten gekregen en hinnikt hard. Dan springen de ogen van Nica open en roept ze keihard "Mimi!!" gilt ze en de twee rennen op elkaar af. Als ze elkaar berijkt hebben kroelen ze elkaar blij. Het ziet er zo lief uit dat ik gewoon medelijden krijg met Nica dat ze dit achter moest laten. Ik loop erheen en het paard kijkt op. Ik grinnik. Ik heb nooit echt iets gehad met dieren... Ookal ben ik er zelf eigenlijk een. Misschien ruiken ze dat wel? "Kijk Finni, dit is Mimi. Mijn eigen paard. Vroeger reed ik wedstrijden met hem en waren we de beste maatjes. Alleen toen moesten we zo nodig verhuizen en zijn mijn opa en oma hier komen wonen met hun paarden" zegt ze trots en ik laat mijn blik over de lange weilanden glijden. "Mooi. Ik zou hier ook wel willen wonen hoor" zeg ik oprecht en ik zie dat Nica begint te glimmen. "Kom ik zal je rondleiden" zegt ze vluchtig en maakt een raar gebaartje waarbij het paard zich omdraait en terug naar zijn soortgenoten rent. Nica pakt mijn hand en ik voel een tinteling door mijn hele lijf galmen. Ze duwt twee grote deuren open en we staan op een grote binnenplaats. Langs de wanden staan allemaal hokjes van metalen stangen en hout. Boxen. In het midden staan een paar palen waaraan je denk ik een paard vast kan zetten. Een van de 'boxen' is helemaal van hout en de deur staat open. Binnen zie ik zadels en hoofdstellen liggen. Nica gaat me voor en loopt naar de eerste box van rechts toe. Ik zie dat op iedere box met krijt de naam van het dier geschreven is. Op de box waar we voor staan staat: Bruno. Ik kijk naar binnen maar zie alleen een dik pak stro liggen. Als we bijna alle boxen gehad hebben huur ik iets briezen in de laatste box. Zo te zien heeft Nica het niet gehoord. Dus loop ik er maar heen. Als ik ervoor sta zie ik een zwart paard liggen met een wit voetje. Het dier is bezweet en springt gelijk overeind. Als hij stevig op zijn benen staat vliegt hij naar voren en komt net niet met zijn tanden tegen de tralies aan. Het dier vliegt weer naar achter en snuift kwaad. Nica is ondertussen aan komen rennen en leest hardop het bordje voor "Mysterius Macho. Viel hij je nou net aan?" vraagt ze en ik zie een bezorgde rimpel tussen haar wenkbrauwen komen. "Uuhm nee hoor" zeg ik snel en werp een zenuwachtige blik op het zwarte dier. "Mijn opa en oma helpen mishandelde of onbruikbare paarden. Sommigen zijn gevaarlijk dus kijk uit. Ze hebben veel meegemaakt" ik knik en het voelt even alsof ik weer een klein kind ben dat de les word geleerd.

"Kom dan laat ik je nog het huis zien, dan stel ik je ook gelijk voor" verandert ze snel van onderwerp. Ik knik alleen. Ik ben nog steeds beduusd van de aanval en de pijn in de ogen van het paard.

Myths are real... Right?Where stories live. Discover now