17 - Werewolf

601 30 1
                                    

"Hey Rem" zeg ik vrolijk. Het is een dag later en ik voel me nu al meer op me gemak bij hem, alsof we al een stel zijn, maar dat zijn we niet, nog niet. "Hey Charlie" zegt hij, maar het klinkt niet zo vrolijk. "Gaat het wel?" vraag ik bezorgd, maar inplaats van antwoorden trekt hij me mee de common room uit. We lopen naar een leeg lokaal. "Wat is er nou?" vraag ik licht paniekerig. Hij gaat me vast vertellen dat hij niks voor me voelt, dat hij me nooit meer wilt spreken. Hij aarzelt even maar begint dan te praten, "i-ik ehm, w-we mogen n-niks met elkaar te maken hebben" zegt hij zacht en hoewel ik de gebroken gene ben nu, ziet hij er ook gebroken uit. Tranen stromen over mijn wangen, "i-ik dacht dat je ook wat voor mij voelde" zeg ik en ik draai me om en ren weg. Ik hoor Remus mijn naam nog roepen, maar het kan me geen ene reet schelen. De eerste plek waar ik aan denk is de meisjes slaapzaal, daar kan hij tenminste niet komen.

Ik ren de trap op en sla met een harde klap de deur achter me dicht. Ik plof op me bed en begin zachtjes te snikken. Pas als ik voel dat iemand  bij me op bed gaat zitten weet ik dat er nog iemand is. "Laat me met rust" snik ik. "Wat is er gebeurd?" vraagt Tessa zacht. Ik open mijn ogen, "jullie die mij valse hoop geven" snauw ik en ik zie hoe ze schrikt. "W-wat bedoel je?" vraagt ze bezorgd. "Remus natuurlijk!" schreeuw ik uit. "Jullie zeiden dat hij verliefd op me was, maar nee, hij heeft net mooi gezegd dat hij niks met me te maken wilt hebben" snik ik. "Wacht wat!" roept Tessa uit en dan komt Lily binnen. "Ik hoorde Tess roe-" begint Lily maar dan merkt ze mijn betraande gezicht op, ze rent meteen naar me toe, "wat is er gebeurd?" vraagt ze bezorgd. "Remus wilt niks met me te maken hebben, dus bedankt voor de valse hoop" antwoord ik en ik probeer mijn tranen weg te vegen, maar er komen al snel nieuwe voor in de plaats. "Dat meen je niet" antwoordt Lily en ze slaat een hand voor haar mond, "we gaan die sukkel zoeken" zegt ze tegen Tessa die knikt. Ze willen weglopen, maar ik hou ze tegen. "Alsjeblieft niet, ik wil niet nog meer drama" zeg ik. "Maar h-" begint Tessa. "Nee" onderbreek ik haar en ik ga weer op mijn bed liggen. "Wat jij wilt" zucht Tessa en ze gaat ook weer op haar bed zitten, net zoals Lily. Het is zonde dat we binnen zitten, aangezien het mooi weer buiten is, maar voor mij is alles nu grauw. "Ik ga even naar de bieb, voor afleiding" zeg ik tegen de meiden en zuchtend sta ik op en loop ik weg.

In de common room zit de gene die ik het liefst niet zie, Remus. Hij zit samen met James, Sirius en Peter op de bank, te lachen, alhoewel zijn lach er leeg uitziet. Waar heeft hij last van? Hij is degene die mij gedumpt heeft, niet andersom. Zo onopvallend probeer ik naar het portret gat te sluipen, maar het heeft geen zin. "Charlie?" vraagt Remus bijna smekend. "Laat me gewoon met rust, sukkel" snauw ik en ik loop weg.

In de bieb probeer ik afleiding te zoeken, maar het lukt niet. Zelfs de boeken die ik normaal met veel plezier lees, zijn het saaiste ooit. Een traan valt op mijn hand. Ugh Charlotte, stop met huilen, nu! Boos tegen mezelf zijn heeft geen nut, ik ben niet de boosdoener, dat is Rem. Aangezien lezen toch geen zin heeft, sta ik maar op en loop ik weer de bieb uit. Ik besluit dat frisse lucht misschien helpt. Voor het eerst een gebroken hart hebben is zwaar, aangezien ik ook niet weet wat ik ertegen kan doen.

"Charlotte!" roept iemand als ik door de gangen strompel op weg naar buiten. Ik draai me om en zie Remus op me af rennen. Dreigend kom ik op hem af stormen, "blijf bij me uit de buurt" sis ik en ik wil omdraaien, maar Remus pakt me bij mijn pols en draait me weer om. We staan nu oog in oog en voor ik het weet drukt hij zijn lippen op de mijne. Ik buig naar achter, "Remus stop" zeg ik zacht, "je houdt niet van me, ik begrijp het, maar dan moet je ook gewoon uit mijn buurt blijven, wa-" "dat is het niet, ik hou wel van je, teveel van je, daarom wil ik je beschermen" zegt hij en ik zie aan zijn ogen dat hij de waarheid spreekt, hij houdt van me. "Maar waarom kunnen we dan niet bij elkaar zijn?" vraag ik niet begrijpend. "O-omdat ik e-een monster ben, ik zou je alleen maar pijn doen" zegt hij zacht en er rolt een traan over zijn wang. Met mijn hand veeg ik de traan aan de kant, "ik begrijp het niet, je bent geen monster, je bent de aardigste persoon op de wereld" zeg ik. "Dat bedoel ik niet, ik ben een echte monster" zegt hij zacht en ik bespeur angst in zijn stem. Ik denk diep na, wat bedoelt hij met een Monster? "Ik ben een wezen waar ieder mens bang voor is" zegt hij zacht. Hij is dus een wezen, een gevaarlijk wezen, een wezen dat aan het eind van de maand gewond is, dan vallen alle puzzelstukjes bij elkaar. Ik dacht al dat het zo was, maar had nooit gedacht dat het echt zo zou zijn. "Een weerwolf" mompel ik meer in me zelf. Hij kijkt verschrikt op, "h-hoe weet je dat?" vraagt hij bang en hij rent weg. Dat is niet logisch, gaat hij me allemaal aanwijzingen geven, vraagt hij hoe ik het weet en rent hij weg, vraag dan gewoon niet hoe ik het weet, als je toch wegrent.

Eclipse ☾ // R. Lupin lovestoryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu