Hoofdstuk 26

94 17 32
                                    

                                 • • • • • • • •

                               POV CHERISE

'Red!'

Ik bleef stokstijf stilstaan na het horen van die bijnaam. Langzaam draaide ik me om, en plots stond ik oog in oog met soldaat 19. Zijn lichtblauwe ogen stonden verbaasd, verward, en... blij?

'Wat doe jij hier?'

'Ik kan hetzelfde aan jou vragen,' antwoordde ik bits, alhoewel dat een stomme opmerking was. Hij was een koninklijke soldaat; natuurlijk bevond hij zich in de hallen om het meisje dat achter zijn koning aanzat tegen te houden. Maar ik was nog steeds boos op hem, en ik was niet van plan om me door hem te laten stoppen.

'Red... Je wilt niet weten hoeveel ik aan je gedacht heb de afgelopen twee weken,' jammerde hij. Red. Weer dat koosnaampje. Die dag dat we samen in het bos liepen... Ik had hem wijsgemaakt dat dat mijn naam was, omdat ik na de avondklok nog buiten was. Ik had verwacht dat hij me een boete op zou sturen, of me aan zou houden, en het leek me beter om een schuilnaam in te zetten. En daarbij had ik niet eens écht gelogen: mijn naam betekende ook daadwerkelijk rood.

'Ik heb zoveel over je gedroomd, en over je grootmoeder.' Zijn ogen dwaalden weg van mijn gezicht en bleven op mijn rode mantel hangen. 'Constant werd ik geplaagd door rode herinneringen. Rood bloed. Van je oma, van mij...' Zijn hand schoot onwillekeurig richting zijn maag, en ik kromp ineen. Ík had hem neergestoken. Ík had dat mes in zijn buik geduwd. Het was een impulsieve handeling geweest, nadat ik zo boos en geschrokken was. Niet alleen op hem, maar ook op mezelf. Over het feit dat ik gevallen was voor zijn charmes, in plaats van mijn verstand te gebruiken. Want hij was en bleef een Verwisselaar, en dat besef had me harder geraakt dan ik verwacht had toen ik het gebroken, bloedende lichaam van mijn grootmoeder op de grond had zien liggen.

Kylians stem liet me opschrikken uit mijn gedachten. 'Het spijt me zo erg,' fluisterde hij. De hal waar we ons in bevonden was leeg, verlaten. Zijn woorden echoden tegen de wanden aan. 'Ik zal je dat nooit vaak genoeg op het hart kunnen drukken, maar neem het alsjeblieft van me aan.'

Ik huiverde toen ik terugdacht aan die nacht. Het mes was weggezonken in Kylians vlees en hij was huilend tegen mijn schouder aangezakt. Daar had hij keer op keer 'Het spijt me zo' in mijn mantel gepreveld, terwijl het bloed over mijn jurk en handen had gestroomd. En het ergste was nog dat hij er niks aan kon doen. Hij was gedwongen geweest om te verwisselen door de vloek die steeds heviger werd. De vloek die door de koning over hem uitgesproken was.

Ik kon hier nu niet over blijven nadenken. Niet nu beneden het gevecht maar door raasde, nu mannen en vrouwen het leven verlieten, nu Verwisselaars jankten van de pijn. Ik was hier met een missie: het vernietigen van degene die voor dit alles verantwoordelijk was.

Zonder verder nog wat te zeggen, draaide ik me om en begon weer verder te rennen.

'Red!' schreeuwde Kylian me nog na. 'Wat ga je doen? Waar ga je heen?'

Ik verminderde mijn pas, en riep over mijn schouder: 'Ik denk dat je dat wel weet. Ik ga een einde maken aan dit alles.' Ik sloeg de hoek om en rende verder. Linksaf, de trap op, rechtsaf, nogmaals rechtsaf. Ik herhaalde de aanwijzingen die een van de Lords uit Cortana me had gegeven. Hij was er zelf bij geweest toen koning Aaron vervloekt werd, hij was een van de hovelingen geweest die in paniek het kasteel verlaten had om vervolgens nooit meer terug te komen. Tot vandaag, om dit alles te stoppen.

Ik bleef voor de enorme deuren staan en greep de hendel vast. Ik moest er haast aan hangen om het dikke hout open te krijgen, en krassend en piepend verschoof het over de gladde vloer. Ik schoot naar binnen en sloot de deuren achter me.

Beauty and the Beast Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu