Hoofdstuk 28

173 20 56
                                    

En toen draaide hij zich naar me om. 

Zijn gezicht was... Normaal. Menselijk. Prachtig.

Strakke lijnen, scherpe hoeken, een gladde, bleke huid die glansde in het maanlicht. Zijn lokken waren lichtblond, leken haast licht te geven in het felle maanlicht. En zijn ijsblauwe ogen... Die op mij waren gefixeerd.

Hij krabbelde wat onhandig omhoog en liep zo snel en struikelend - nog niet gewend aan zijn menselijke lichaam - naar me toe dat het eerder strompelend genoemd kon worden. Lachend legde hij zijn armen om me heen, om me vervolgens in een knuffel te trekken. Ongemakkelijk viel ik tegen zijn borst aan, zijn geur inademen, genieten van het feit dat zijn borst weer rees en daalde - van het feit dat hij weer lééfde.

Maar toen hij merkte dat ik zijn knuffel niet al te enthousiast beantwoordde, duwde hij zich zachtjes van me af en nam me goed in zich op. Met zijn duim streek hij langs mijn wang en zette een verdwaalde lok haar achter mijn oor vast.

Hij liet zijn prachtige, blauwe ogen langs mijn gezicht glijden. 'Wat is er, Bonita?'

Ik snikte. 'Je bent het echt. Je bent het écht!' Lachend wierp ik me tegen hem aan, waardoor hij haast achterover viel. Hij kon ons nog net rechtop houden en pakte me vlug bij mijn middel, om me vervolgens in het rond te draaien. De lucht werd gevuld door ons gelach, met mijn rokken om ons heen krullend.

'Koning Aaron,' hoorden we toen plots.

Aaron hield halt en zette me voorzichtig op het balkon neer, waarna we de prachtige vrouw in de hoek opmerkten.

Haar huid was zo gaaf dat het onnatuurlijk te noemen was, en haar haar glinsterde net zo prachtig als de kolkende, gouden magie die zich om haar heen krulde.

'Jíj!' brieste Aaron. De vrolijkheid die nog geen minuut geleden de avond om ons heen gevuld had, leek op slag verdwenen te zijn. Hierdoor had ik meteen een donkerbruin vermoeden van wie deze vrouw kon zijn: de tovenares die heel Arvania vijf jaar geleden vervloekt had.

Aaron stampte naar voren, maar ik greep zijn pols vast en hield hem tegen. Hij keek verbaasd over zijn schouder, en ik knikte hem zachtjes toe. 'Ze is het niet waard, oké?' Ik trok hem naar me toe en legde mijn wang op zijn wang. 'De vloek is verbroken. Het is ons gelukt. Denk daar maar aan.'

Hij glimlachte voorzichtig naar me.

'Dat is precies de reden waarom ik hier ben.' De tovenares dreef op haar wolk van magie voort, waardoor ze ongeveer twee decimeter boven de grond zweefde. 'Vanwege de vloek. Vanwege het verbréken van de vloek, om precies te zijn.'

Aaron draaide zijn hoofd weer naar haar toe, zich nog steeds vastklampend aan mij. 'Verdwijn. Verdwijn uit mijn huis,' beet hij haar toe met een weerzinwekkende kalmte.

De dame pulkte wat verveeld aan haar nagelriemen en wierp hem toen een blik toe. 'Ze was te laat.'

Aaron liet zijn blik naar mij glijden en trok peinzend zijn bovenlip op.

'Waar heeft ze het over? Was ík te laat?'

Voordat Aaron antwoord kon geven, trok de vrouw haar mond open. 'Het laatste blaadje was gevallen; de vloek stond vast. Ik heb daarentegen besloten om je een tweede kans te geven. Een tweede léven, om precies te zijn.'

'Moet ik je nu bedanken of zoiets?' snauwde Aaron haar toe.

Hierop schudde de tovenares haar hoofd, waardoor haar honingblonde krullen heen en weer wiegden. 'Ik verwacht niet dat je me bedankt, maar wel dat je goed nadenkt. Over wat er gebeurd is, over wat voor een geluk je hebt gehad.' Haar ogen dwaalden richting mij, en haar priemende blik bleef heel eventjes hangen. 'Ik wil dat je je leven betert, dat je Arvania weer opbouwt tot het prachtige land dat het ooit was.'

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jan 09, 2021 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Beauty and the Beast Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu