Het eerste wat ik voel is een warme hand op de mijne. Ik zou glimlachen als ik dat kan. Dan voel ik een infuus, zo'n rotnaald in mijn andere hand. Toch voel ik het leven erdoor stromen. Iets wat ik mezelf maandelang heb onthouden. Eten. Dan hoor ik het gepiep, mijn hartslag, zíjn ademhaling. Dan voel ik mijn lichaam en de druk van een deken. Zo zwak ben ik dus. Ik vecht met mijn ogen en hij merkt het meteen. "Lun, rustig, rustig. Dokter!" Ik hoor voetstappen en een hand op mijn schouder. "Oke Luna, luister naar me." Zegt een oude fijne bekende stem. Dokter Harisson. "Je bent nog zwak," je meent het man. "Alles kost nu moeite, probeer niet teveel te bewegen. Je moet enegrie sparen anders ga je misschien dood." Ach rot op man, ik heb al veel te lang zwart gezien. Ik moet en zal Ian nú zien! Ik blijf stug doorgaan en voel een tedere hand op mijn wang. Ian. "Luntje," fluisterd hij in mijn oor. "Ik heb je net terug, ik raak je niet al wéér kwijt omdat jij een doordrammer bent." Ik voel zijn hand verplaatsen naar mijn ogen. Ook als ik ze nu opendoe ben ik nogsteeds blind. Ik zucht, mentaal in ieder geval, en geef op. "Goed zo." Het is dat hij het goed bedoelt, anders zou ik nu alweer boos op hem zijn. Alsik hem dan niet mag zien, wil ik hem wel horen. Gelukkig vindt Ian dat ook. Hij verteld mij over zijn leven, hoe de Badboys ontstond, de tours, hun fouten. Alles. Het maakt me rustig. Ik merk dat het langzaam nacht wordt. Niet vanwege kleurwisseling maar doordat Ian steeds slaperiger wordt. "En toe-oen duwde w-we..." hij gaapt. "Michea-eal in het z-zwembad..." Ik zou willen zeggen, ga maar slapen, maar ik kan mijn mond nogsteeds niet bewegen. Inplaats daarvan geef ik, met heel veel moeite, een kneepje in zijn hand. Hij merkt het ondanks zijn vermoeidheid meteen op, en nog voor hij wat kan zeggen valt hij inslaap. Ik merk het doordat zijn hand zijn greep op de mijne verslapt. Ik glimlach, nogsteeds mentaal, bij de gedachte van het aanblik van hem nu. Zo schattig. Langzaam val ik ook inslaap, Ians hand niet loslatend. "Luna!" Hoor ik Ian paniekerig schreeuwen. Mijn ogen vliegen open van schrik. "Wat!? Wat!?" Gil ik. Hij kijkt me grijnzend aan, "Goeiemorgen." Ik geef hem een klap met de achterkant van mijn hand. Mijn lichaam is al veel beter. Het infuus is immidels al uit mijn hand gehaalt, anders had ik er niet mee geslagen. Ik moet nu alles opeten wat me gegeven wordt, wat niet zo veel is. Het is al 2 weken geleden sinds ik hier lig. Elke dag komen de jongens langs om me op te vrolijken, en Ian slaapt hier zelfs elke nacht. Toch voel ik me schuldig, als ik nou gewoon gegeten had was dit nooit gebeurt! De jongens blijven maar herhalen dat het niet míjn schuld was, maar die van hún. Dat zij tegen mij hebben gelogen en niet ik tegen ben. Ik blijf me schuldi voelen. "Tja, dat is typisch jou." Lacht Ian, "Maar schuif nou eens op ik moet er ook nog naast." Ik kijk hem stomverbaasd aan. "Zei ik dat hardop?" Hij knikt grijnzend, "En schuif nou eens op, of wil je soms op schoot?" . Ik krijg een rood hoofd maar blijf zitten waar ik zit terwijl ik hem uitdagend aankijk. Hij blijft even kijken, maar als het duidelijk wordt dat ik niet opschuif zucht hij. Hij loopt naar voren en tilt me op. Ik gil van plezier, hij gaat op bed zitten en zet mij op zijn schoot. Ik ga tegen zijn borstkas liggen en ril van de kou. Niet dat het koud is, het is buiten 36 graden. Nee ik ben gewoon zwak, zo simpel is dat. Ian slaat snel een deken om ons heen. "Wanneer mag ik ookal weer naar huis?" Vraag ik voor de zoveelste keer deze week. Ian zucht en opent zijn mond voor de zoveelste keer deze week. "Morgen." Dokter Harisson is hem weer eens voor. "Zo lang je maar in bed blijft liggen en rustig aandoet." Ik knik en Ian stemd hem gerust. "Ik zal twenty-four-seven op haar passen." En hij verstevigd zijn knuffek iets. Ik lach een beetje. Vraag: Waaraan heb ik hem toch verdient? Antwoord: Geen idee. Mijn koffers staan al klaar en de medicatie zit in de toilettas. Ik zal een hele rits met medicatie moeten slikken thuis. Ook moeten de jongens erop letten dat ik goed eet en drink. Ze zijn er al helemaal klaar voor. Ik moest stiekum wel lachen toen ze met de wachtindeling kwamen en besloten om met plastic geweer bij mij de wacht te houden. Ik zag Ian ook een grijns proberen te verbergen alleen lukte dat niet helemaal. Dan krijg ik een papiertje in mijn handen geduwt met oefeningen. "Ik wil dat je deze elke dag doet, en na een week doe je alles 5 minuten langer. De jongens hebben ook elk zo'n blaadje dus controleren ze jou, okay?" Ik knik, ik snap het wel. Ik heb best angst voor morgen. De papparazi weet nu van mij en Ian, omdat hij elke minuut in het ziekenhuis is en er zelfs een concert is afgelast omdat hij niet van mijn zijde wou wijken. Niet dat de fans boos zijn, ze vonden het zelfs romantisch. Maar nu is iedereen ontzettend benieuwd naar mij. "Maak je maar geen zorgen, ik weet zeker dat ze van je zullen houden." Stelt Ian mij gerust. Hoe weet hij waar ik aandacht? "Ik ken je, daarom." Hij grijnsd om mijn geschrokken blik. "Maar wat als ze me niet mogen, wat als ik verkeerd antwoord, wat als ze me haten?" En ik overga de grens naar hysterisi. Hij verstevigd zijn grip opnieuw en kust mijn achterhoofd. "They won't." Fluisterd hij, "They'll love you no matter what." Ik word roid van genegenheid, "How do you know that for sure?" Fluister ik terug. "'Cause I love you." Ik lach een klein lachje. "And I love you too." Ik voel zijn lach waar ik verlieft oo ben, "Don't you ever forget that."
JE LEEST
Lost Luna
Fantascienzastel je voor, je leeft in het jaar 2065, je leven is zo normaal als maar kan, je gaat met je BFF naar het concert van je dromen. Die nacht veranderd alles, maar weet je dat wel. Je bent in de zaal en geniet van het optreden, maar je wordt misselijk...