Ik had enkele seconden naar zijn bloot bovenlijf gestaard terwijl hij zijn haren droogde met een kleurrijke roze handdoek. Hij was niet bepaald gespierd, maar had wel een strak lijf. Zijn haarloze borstkas met de haarlijn van zijn navel tot zijn middel, maakte hem nog aantrekkelijker dan dat ik al vond. Hij grinnikte, liep het trapje van de keuken naar de living af, en stelde zich achter de zetel op terwijl hij mij bleef aankijken.
Hij had een bepaalde blik in zijn ogen die mij voor hem konden laten doen vallen. Die misschien wel elke vrouw voor hem kon laten doen vallen. En ondanks dat de innerlijke strijd in mij nog steeds niet gestreden was, voelde ik mij kalm in zijn bijzijn.
Hij gooide zijn handdoek over de rugleuning van zijn zetel, trok een T-shirt aan en wandelde rond de zetel om zich naast mij neer te zetten. Hij keek me doordringend aan en leek weer in zijn oude gewoontes te vallen, de gewoonte van iets te willen zeggen, maar het niet te kunnen. Ik keek naar mijn vingers die ik in elkaar haakte en wachtte geduldig af tot hij iets zou zeggen. Al had ik misschien degene moeten zijn die iets moest zeggen. Ik was tenslotte onaangekondigd aan zijn deur beland, om uiteindelijk weer te willen weglopen, maar hem alsnog toe te laten om mij te kussen. Ik slikte. Ik had geen flauw idee waarmee ik bezig was. Ik was zo in de war.
Hij hapte naar adem nadat hij zijn eerste woorden wou uitspreken, maar uiteindelijk toch inslikte, alsof hij twijfelde over zijn eigen gevoelens of gedachtes. Hij stak zijn hand op, maakte gebaren, maar kreeg geen woorden over zijn lippen gerold. Ik wou hem aanmoedigen, hem duidelijk maken dat -wat hij ook wou zeggen- het oké was. Dat ik hem hoogstwaarschijnlijk gelijk zou gaan geven. Het had hypocriet geklonken als ik hem daarmee zou aanspreken, terwijl ik zelf geen woord zei.
Hij gooide zijn arm over de rugleuning waardoor hij met zijn hand op enkele centimeters van mijn schouder lag, ik staarde er enkele seconden naar. Ik had liever die aanraking gehad. Die warme, liefelijke aanraking. "Ik had u hier niet verwacht", "ik wist niet dat je uw huwelijk vanwege mij hebt afgebroken."
We grinnikten waarna we elkaar doordringend aankeken. Ik gebaarde hem dat hij eerst mocht, al leek hij te geschokt te zijn van wat ik hem had gezegd. "Dat weet je van uw broer zeker?" Ik grinnikte, keek weer naar zijn hand en knikte zacht. Misschien was ik hiermee te direct geweest, had ik het beter subtiel aangepakt, maar zo erg leek hij het toch niet te vinden.
Ik had deels ook medelijden gehad met zijn toenmalige verloofde. Geen enkele vrouw wou alleen aan het altaar belanden, dus ik kon begrijpen moest ze een ongelooflijke haat voor hem ontwikkeld hebben.
"Ik ben daar niet trots op. Ik had het anders moeten aanpakken, maar ik blokkeerde en moest daar zo snel mogelijk weg." Zei hij zacht met een toon die erop wees dat hij er echt wel spijt van had gehad. Ik keek hem weer aan, "heeft ze het u kwalijk genomen?" Hij grinnikte en knikte uitbundig zijn hoofd. Hij leek me voor gek te kunnen verklaren door zulke voorspelbare vragen te stellen. "Tuurlijk, ze was razend. Ik heb haar wel alles eerlijk vertelt en dat heeft ze geaccepteerd. Ze was blij dat ik het huwelijk niet heb doorgezet, maar ze vond wel dat ik het op een andere manier had kunnen doen." Verklaarde hij.
Even verdronk ik in de golven van mijn eigen gedachten die zich afvroegen hoe ik zou reageren moest zoiets mij overkomen. Ik zou meer mezelf de schuld gegeven hebben dan de man die mij zou laten staan. Ik had al van jongs af aan gedacht dat mannen u alleen verlieten als je niet goed genoeg was, natuurlijk wist ik beter dan dat, maar toch zou ik de schuld vooral bij mezelf gelegd hebben. "Je stond er versteld van zeker, toen uw broer dat u vertelde?"
Een zwakke glimlach verscheen op mijn gelaat. Ik had hem niet kunnen toegeven dat ik het stiekem heel leuk vond, dat had egoïstisch overgekomen en zo was ik helemaal niet ingesteld. "Vooral omdat we toen niet echt een speciale band ofzo hadden. Alles was zo oppervlakkig." Klonk mijn stem verward. Ik richtte mijn ogen weer op mijn handen die nog steeds in elkaar waren gehaakt. Ik voelde de toppen van zijn vingers op mijn ruwe gezichtshuid belanden. Hij wreef voorzichtig over mijn jukbeen, mijn kaakbeen en zo naar mijn kin die hij voorzichtig omhoog duwde. "De eerste keer dat ik u zag binnen op het kantoor was ik verwonderd. Sindsdien kon ik niet stoppen met denken aan u." Gaf hij eerlijk toe. Ondanks dat ik dit diep in mijn binnenste had verwacht, schrok ik toch van de woorden die hij uitsprak. "Ik zou elke dag bij u willen en kunnen zijn, nu zeker." Hij klonk zo zelfzeker, zo apodictisch. Ik wou misschien wel hetzelfde. Ontdekken wat het gevoel, dat ik bij hem had, juist was.
Ik sloot enkele seconden mijn ogen en zuchtte, waarna ik mijn ogen weer opende en hem schuldig aankeek. "Ik zou hetzelfde willen, Eric. Geloof me." Hij kantelde zijn hoofd een beetje en stelde een vragende blik op, op zijn gelaat. "Wat houdt u dan tegen? Ik geloof niet dat je het nog op de ziekte gaat steken, anders had je hier niet geweest. Dan-"
"Ik vertrek binnen enkele dagen."
Hij stokte en keek mij verstijfd aan terwijl hij zijn hand van mij wegtrok. Zijn wenkbrauwen vormden een duidelijke frons. Hij leek niet meer te weten hoe hij moest reageren. Hij was met verstomming geslagen en dat had ik als geen ander kunnen begrijpen. "Ik wil nog zoveel dingen doen en landen zien. Binnen vier dagen vertrek ik. Ik ga enkele landen bezichtigen en kom nadien terug, als ik nog leef tenminste. Sorry dat ik u dit allemaal aandoe." Hij draaide zijn hoofd van mij weg en staarde voor zich uit.
Ik duwde mezelf recht uit de zetel en keek hem schuldig aan. "Ik zal vertrekken." Zei ik hem zacht, waarna ik hem voorbij wou lopen om naar buiten te gaan, maar werd tegengehouden door zijn hand die de mijne vastnam. Ik keek hem geschrokken aan nadat ik mij had omgedraaid. "Alstublieft," smeekte hij, "ga nog niet weg. Niet vanavond."
Met een glimlach zette ik mij naast hem neer en wreef over zijn kortgeschoren baard. "Ben je zeker?" Vroeg ik hem. Hij knikte overtuigd. Zijn hand belandde bovenop de mijne, waarna hij zijn hoofd steviger tegen mijn hand aandrukte en even zijn ogen sloot. Ik zag dat als het perfecte moment om mijn lippen liefdevol op de zijne te drukken en ons te laten genieten van dit moment, misschien wel het laatste moment dat we nog zouden hebben.
Geleidelijk aan deed hij zijn ogen weer open nadat ik hem had gekust. Tranen hadden zich opgestapeld in zijn ogen en de roodheid verklapte dat hij er hard tegen vocht. Ik wreef met mijn duim over zijn wang en keek hem bezorgd aan. "Het is oké." Fluisterde hij, waarna hij zijn arm rond mijn schouder gooide en mij tegen zich aantrok. Zonder tegenstribbelen of zonder twijfelen legde ik mij tegen hem aan en genoot.
Dat was het belangrijkste op dit moment. Genieten.
JE LEEST
De laatste maanden
RomanceWanneer Brigitte te horen krijgt dat ze kanker heeft, wordt het een strijd tegen haar eigen gevoelens en gedachtes, eveneens tegen de mensen die ze lief heeft. Ze stelt een lijst op met de dingen die ze graag nog zou willen doen en probeert op die...