Meermaals had ik mij moeten omdraaien of mezelf aan de kant moeten zetten, in afwachting van Eric die moest bijsluiten. Hij kon vaak niet meer volgen en draaide meer toertjes dan dat hij rechtdoor ging. Hij had vaak op mij geroepen, dat hij mij nog zou inhalen en mij zou terugpakken voor het -bijna- omkantelen van zijn bootje, maar hij was geen enkele keer meer in mijn buurt geraakt.
Ik had vaak met hem gelachen, omdat hij mij had beweerd dat hij dit goed kon en uiteindelijk niet vooruit geraakte of bleef steken in grote takken of op rotsen die duidelijk boven water kwamen. Al had ik hem ook vaak toegelachen, omdat ik opgelucht was dat ik hem alsnog had toegelaten in mijn leven en hij me zo gelukkig maakte. Mijn verwachtingen van deze reis hadden nooit hoog gelegen. Ik dacht dat ik alles alleen zou moeten doen, dat ik niets met anderen zou kunnen delen, dat ik mensen moest missen die ik eigenlijk het liefst bij mij wou. Nu werden al mijn teleurstellingen ingelost, door één persoon. Door hem. De man die mij zó verliefd maakte dat ik niet meer wist wat mij overkwam.
Nadat ik een kleine waterval was gepasseerd zette ik mij tegen een boom, waar ik mij aan vasthield, en draaide mij om zodat ik naar Eric kon zien, die dit waarschijnlijk helemaal niet kon. Een brede lach stond op zijn gelaat van zodra hij de waterval bereikte en bovenaan bleef drijven. "Hoe moet dit?" Vroeg hij al lachend en keek mij hulpeloos aan. "Gewoon vooruit duwen." Lachte ik hem toe, wat hij dan ook meteen deed. In de waterval begon zijn bootje te draaien waardoor hij zijn lichaam kantelde om te proberen het weer recht te krijgen en hij uiteindelijk zijn hele kajak omkantelde en in het water viel. Ik barstte in lachen uit en stak mijn peddel voor mij uit om zijn kajak tegen te houden. Hij kwam snel weer boven water en greep zich vast een enkele takken die stevig in de grond zaten. "Och, dat vindt ze weer grappig ze." Zei hij en sloeg op het water waardoor ik nat werd. "Hoe doet ge dat nu ook?" Lachte ik luid terwijl hij naar zijn kajak zwom en er weer in kroop. Nadat hij recht zat keek hij mij met een grijns aan terwijl hij met zijn hand door zijn haar ging om die deftiger te leggen, zodat het er toch een beetje beter uitzag.
Met nog steeds diezelfde grijns haalde hij zijn hand uit zijn haar en plaatste die op de rand van mijn kajak. Ik schudde mijn hoofd en nam zijn hand vast. "Niet he Buelens!" Waarschuwde ik hem, wat niet hielp aangezien hij toch nog stevig duwde waardoor ik een beetje kantelde en het water in de opening van mijn kajak terechtkwam. Mijn broek en mijn schoenen, alsook mijn sokken, waren kletsnat en het water was ijskoud waardoor ik hem met open mond aankeek. Hij grinnikte en begon te peddelen zodat ik hem niets meer kon doen.
Na enkele uren dobberde we nog steeds rond op het water terwijl het al donker was geworden en we binnen het half uur onze kajaks moesten inleveren. We waren nog een vijftal kilometer van het einde verwijderd en leken sowieso al niet op tijd te geraken, al leek dat ook niet in Eric zijn planning te staan aangezien hij zich aan de kant zette en uitstapte. "Kom, we zijn hier alleen. Ik wil even genieten van die rust." Zei hij, terwijl ik nog op het water bleef drijven. Ik keek hem met een glimlach aan. "We moeten de kajaks binnen een half uur terugbrengen he." Gaf ik hem ter informatie. Hij haalde zijn schouders op en stapte het water in. "Wat gaan ze doen? Ons in de hoek zetten?" Grinnikte hij, waarna hij nog enkele stappen dichter zette en daardoor aan mijn kajak stond. Hij nam de hoek, aan het handvat, vast en trok mij op het droge waarna hij mij hielp uitstappen.
"Zie eens hoe mooi het hier is. Daar moet je toch even van kunnen genieten." Zei hij terwijl hij zijn arm rond mijn lichaam legde en mij omdraaide zodat ik naar de omgeving zou kijken. De maan kwam achter de gebergte tevoorschijn, terwijl de donkere wolken om hem heen dwarrelden. De lichtjes in de verte, van de woningen op het gebergte, maakte het uitzicht nog mooier.
Ik voelde hoe hij zijn armen rond mijn lichaam legde en mij tegen zich aan trok, waarna hij zijn hoofd bovenop de mijne liet rusten. Ik haakte mijn handen in de zijne en kneep er zacht in. Ik vond het zalig hoe hij mij zo geliefd kon laten voelen, met een simpele aanraking. Misschien wel eentje die voor hem niet zoveel betekende als voor mij. "Dit uitzicht is toch een foto waard, niet?" Vroeg hij zacht, waarop ik knikte.
JE LEEST
De laatste maanden
RomanceWanneer Brigitte te horen krijgt dat ze kanker heeft, wordt het een strijd tegen haar eigen gevoelens en gedachtes, eveneens tegen de mensen die ze lief heeft. Ze stelt een lijst op met de dingen die ze graag nog zou willen doen en probeert op die...