De palliatieve afdeling was net de afdeling waar ik nooit op wou belanden. Ik had iedereen in mijn omgeving gesmeekt om mij daarvan weg te houden en thuis tot mijn einde te laten komen, maar nu kon het niet anders. Ik had Eric nog gesmeekt om alsnog naar huis te gaan, maar Thijn was nog niet stabiel genoeg om het ziekenhuis te mogen verlaten.
Ik had reeds nog geen enkel contact met haar kunnen maken. De dokters vonden het belangrijk om haar eerst volledig te onderzoeken, zodat ik ook even kon bekomen van de heftige ingreep, ook al wisten ze dat het hierna zou stoppen. Ze leken het nog te willen uitbreiden, want vele mensen hadden zich nog in de rapte naar het ziekenhuis begeven om afscheid te komen nemen.
Al mijn ex-collega's waren hier al geweest en alweer vertrokken. Ik kon begrijpen dat het voor hen te zwaar zou zijn om hier te blijven. Ik had mijn mama al horen zeggen dat mijn lichaam al even niet meer levendig was geweest en ik mezelf forceerde om mijn tijd te rekken. Bruine plekken hadden mijn lichaam bestempeld, wat volgens velen betekende dat mijn laatste uren waren geslagen.
Mijn broer had mijn bed niet meer verlaten, net zoals Eric. Ze hadden zich beiden aan een zijde van mij neergezet en Eric luisterde mee naar hoe Mats mij vertelde hoeveel hij van mij hield. Ik had hem in de hand geknepen en gezegd dat ik ook van mijn broertje hield, waarna ik me weer neerlegde met mijn hoofd diep in mijn kussen gegraven.
Ik had regelmatig diepe zuchten laten klinken. Ik wou dit leven niet meer. Deze laatste uren waren te veel van mij gevraagd, maar ik begreep dat mensen afscheid wouden nemen. Ze hadden ook het recht om afscheid te nemen. Mijn ouders waren speciaal voor mij teruggekeerd uit het buitenland, zodat ze voor mij konden zorgen, mijn broer had zijn trots van onze heftige ruzie opzij gezet zodat hij mij het geluk kon gunnen die ik mezelf nooit had gegund. Ze hadden dingen gedaan die ik misschien niet verdiende, maar toch stonden ze daar. Ik had enorm veel respect voor de manier dat ze met mij zijn omgegaan. Ik had misschien niet de meest ideale keuzes gemaakt en ik had misschien ook niet genoeg tijd met hen gespendeerd, maar ook daar hadden ze enorm veel begrip voor. Ze gunden mij het geluk van mijn liefde, mijn grote liefde.
Eric had mijn hand weer stevig vastgepakt, nadat iedereen mijn kamer in tranen had verlaten. Ik had hen beloofd dat ik er morgen nog zou zijn, wat hen met een gerust hart liet vertrekken. Eric mocht en moest natuurlijk blijven. Ik wou niet dat hij mijn zijde verliet. Tevens ook omdat ze onze dochter bij mij zouden leggen, zodat ik nog een momentje met haar had.
Het geluid van wieltjes had enorm schraal in mijn oren geklonken. Uit automatismen kneep ik mijn ogen dicht, wetende dat dat helemaal niets uithaalde, maar toch gebeurde het. Ik voelde hoe ze mijn deken deels van mijn lichaam haalden en mijn arm verder van mijn lichaam legden. Het was te zwaar geworden om het zelf te kunnen verplaatsen, waardoor er nu een tweetal handen voor nodig waren. Ik was niet meer zo zwaarlijvig geweest zoals voor het krijgen van de ziekte, maar mijn lichaam had wel veel zwaarder aangevoeld. Het was zoals mijn mama had gezegd, mijn lichaam leefde al lang niet meer.
"Hier is onze lieve Thijn." Klonk Eric zijn stem enorm liefdevol. Ik haalde diep adem, concentreerde mij op het openen van mijn ogen en keek hen aan. Eric zijn ogen glinsterden, net zoals de keer nadat hij mij voor de eerste keer kuste. Hij was verliefd op haar, zoals een papa hoorde te zijn, maar nog net iets meer dan de meeste vaders. Ik was er zeker van dat hij ook meer zou geven aan haar, ook al zou het enorm moeilijk worden voor hem. Ik wist dat hij het kon en het ook perfect zou doen. Natuurlijk zou hij weleens fouten maken, maar die zouden ook gemaakt worden als ik er wel zou zijn. Hij zou het met zijn liefde steeds weer goed maken, zoals hij bij mij deed.
Hij legde Thijn tussen mijn linkerarm en mijn borstkas, waarna ik plots nog de kracht vond om mijn rechterhand naar haar toe te brengen zodat ze met haar klein handje mijn vinger stevig kon vastgrijpen. Ze leek het te kunnen aanvoelen dat ze haar mama niet zou gaan kennen. Dat ze mij al zou moeten missen alvorens ze echt had kunnen weten wie ik was. Haar hersenen waren niet ontwikkeld zodat ze mij zou gaan herinneren zoals dit moment, maar ze leek maar al te goed te beseffen dat ik haar mama was. En de liefde die ik had, gepaard met de energie die ik nog ver moest zoeken, probeerde ik nu nog aan haar te geven zodat ze altijd zou weten dat haar mama zielsveel van haar hield.
"Is ze niet prachtig?" Vroeg Eric bewonderenswaardig. Ik liet mijn hoofd op en neer gaan, of zo voelde het toch voor mij. Ik hoopte maar dat Eric dat ook zo aanzag. Ik zou niet willen dat hij dacht dat ik hem negeerde.
Thijn haar zachte en frisse huid drong mij te binnen. Haar vingers hadden zich meermaals rond mijn wijsvinger gelegd, waarna ze mijn hand naar zich toe had getrokken. Haar kleine mondje raakte de top van mijn vinger, waardoor ik plots de kracht vond om even te glimlachen. Als ik niet aan deze verdomde ziekte had geleden, had ik geweten dat onze dochter mij alle kracht zou geven om alles te kunnen overleven. Ze ging sterker worden dan wie dan ook en zou de betekenis van haar naam waarmaken. Als ze de perfecte combinatie van Eric en mij was had ik er alle vertrouwen in dat het wel zou goedkomen.
Ik draaide mijn hoofd naar Eric en probeerde te gebaren dat hij dichter moest komen. Hij zette zich naast mij op bed, met zijn hand op mijn wang. "Ons laatste glaasje wijn samen?" Hij grinnikte zacht en sprong van het bed. Ik had hem gezegd dat ik een fles wijn in de zak had gestoken, omdat dat het eerste zou zijn dat ik weer wou drinken na de bevalling, dus hij wist dat het bij de hand was en leek een laatste keer zeker niet af te slagen. Natuurlijk zou het ziekenhuispersoneel dat afraden, maar dit waren mijn laatste uren, dus ik wou zelf besluiten wat ik daarmee zou doen.
Nadat Eric mij enkele slokken had laten drinken en zelf ook had gedronken, voelde ik mijn lichaam wegzakken.
Het was al laat in de avond, en dat was niet de reden dat ik op was, maar het was welletjes geweest. Ik kon echt niet meer vechten, ondanks dat ik dat nog wel wou. Mijn ogen begonnen steeds meer toe te vallen zonder dat ik daar controle over had gehad. Mijn ademhaling werd alweer trager en rustiger en mijn hart voelde ik moeite doen om nog bloed doorheen mijn lichaam te laten pompen.
Ik wou vechten. En dat meende ik. Ik wou meer tijd met Eric en onze dochter. Ik wou haar zien groeien. Haar eerste levensjaar nog meemaken, zoals de dokters mij hadden gezegd dat het mogelijk was. Ik wou vechten voor haar, voor Eric. Ik wou blijven leven voor hem, maar het waren enkel mijn gedachtes en gevoelens die het daarover eens waren.
Ik liet mijn hoofd, naar de kant waar Eric zat, vallen. Hij had mij al die tijd gewoon aangekeken. Met tranen die over zijn wangen vloeiden. Veel, maar niet hard zoals zijn verdriet aanwezig was. Hij schoof zijn stoel dichterbij, nam mijn hand vast en legde zijn hand op mijn wang. Ik moest glimlachen bij het zien van het herhalen van zijn oude kuren, iets willen zeggen maar het niet kunnen of durven. Ik vocht en ik vocht, tot hij iets zou zeggen.
"Het is oké, Brigitte. Je hebt genoeg gevochten. Je mag gaan." Zijn stem brak mijn hart, maar zijn woorden stelden mij gerust. "Ik hou van jullie!" Zei ik zacht.
Ik sloot mijn ogen, ontspande mijn lichaam en luisterde een laatste keer naar Eric die in tranen uitbarstte.
Het was genoeg geweest. Het was tijd om te gaan...
JE LEEST
De laatste maanden
RomanceWanneer Brigitte te horen krijgt dat ze kanker heeft, wordt het een strijd tegen haar eigen gevoelens en gedachtes, eveneens tegen de mensen die ze lief heeft. Ze stelt een lijst op met de dingen die ze graag nog zou willen doen en probeert op die...