11

226 12 9
                                    

Ik leek me depressief te voelen, al was ik dat helemaal niet, ik maakte mezelf gewoon zo. Ik sloot me thuis op en blokte elk contact af. Floor had me al een paar keer gestuurd om te vragen hoe het met me ging, maar dat negeerde ik. Ook negeerde ik Eric al enkele dagen, al leek me dat geen goed idee. Hij was momenteel de enigste die me de juiste steun kon bieden. Ik wist niet wat me bezielde. Ik zou me voor niets moeten schamen, maar ik voelde me zo lelijk. Hetgene wat mij altijd zo zelfzeker heeft gemaakt is nu weg, mijn haar. Aantal keer per dag keek ik in de spiegel en begon ik te huilen, ik wou me zo echt niet voelen. Ik wou blij zijn, genieten.

De bel haalde mij uit de routine van het huilen. Ik probeerde zo goed mogelijk mijn tranen te drogen en trok de kap van mijn hoody over mijn hoofd. Bij het openen van de deur zag ik Eric verschijnen. Ik vloekte binnensmonds. Waarom deed ik in godsnaam de deur open? Hij keek me medelijdend aan. "Alles oké? We hebben je al een paar dagen niet meer gehoord?" Ik haalde mijn schouders op. "Zou iedereen mij gewoon gerust kunnen laten?" Hij schudde zijn hoofd. "Ik wil er voor je zijn, Brigitte!" Ik zuchtte en liet hem binnen. "Wat scheelt er?" Vroeg hij me nadat hij zich had neergezet in de zetel. "Ik voel me gewoon niet goed. Ik ben paar dagen geleden gestart met de chemotherapie." Hij knikte. "Daarom dat je je hoofd bedekt? Zelfs voor mij? Je weet dat je jezelf kan zijn bij mij." Ik haalde mijn schouders op. "Ik voel me echt lelijk, Eric. Verschrikkelijk." Maakte ik hem duidelijk. "Ik snap dat je je zo voelt, maar dat is onterecht. Je bent de mooiste vrouw die ik ken en ik ben er zeker van dat meerdere mensen dat van je vinden. Het maakt niet uit wat je aanhebt of hoe je eruitziet, mogen ze u het lelijkste van het lelijkste geven, je zou het nog mooi maken." Zei hij me. En op dit moment wist ik dat ik verloren had. Verloren van zijn woorden. "Kom, ga even met me mee naar buiten. Je kan het gebruiken." Zei hij en stond recht. Ik weigerde. "Ik kom zo niet buiten." Hij zuchtte. Hij keek me aan en stak zijn hand uit. "Vertrouw mij, kom met mee. Hou het zo zoals het nu is als je je daar in goed voelt, maar ik smeek u om mee te gaan. Al is het maar vijf minuten." Hij nam mijn jas, die over de stoel ging, en liet het mij aandoen. Ik zuchtte. Ook dit zou ik verliezen dus ging ik gewoon met hem mee. Ik stapte naar buiten en inderdaad, de buitenlucht deed me goed. Onzeker keek ik in het rond. Ik wou niet dat iemand me ging zien, ook al was het al donker. "Kom." Hij stak zijn hand naar me uit. Na even twijfelen nam ik dan toch zijn hand vast en wandelde met hem mee richting het park.

"Ik zei toch dat het je goed ging doen." Zei hij me. Ik glimlachte en knikte. We liepen een brug op en stopte in het midden om even van het uitzicht te genieten. Eric liet mijn hand los en steunde met zijn beide armen op de bruine, houte latten van de brug. Vrijwel onzeker bleef ik naast hem staan. Ik had echt bang dat iemand me ging zien. Ook al konden ze het niet zien. "Trek het van je hoofd, Brigitte." Met zijn hoofd over zijn schouder keek hij me aan. Ik fronste mijn wenkbrauwen. Ik wist niet wat hij hiermee wou bereiken. "Laat me zien wie Brigitte is. Laat me zien hoe sterk je bent." Zei hij stil, maar luid genoeg zodat ik hem hoorde. "Niet in het openbaar." Zei ik hem. Hij keek terug voor zich. "Doe het voor mij, alstublieft. Heel even." Smeekte hij me. Ik zuchtte. Ik keek er tegenop, maar het zou kunnen helpen voor mijn zelfvertrouwen, dat besefte ik maar al te goed. Met enkele aarzelingen trok ik mijn kap van mijn hoofd. Ik durfde hem niet aankijken dus liet ik mijn hoofd een beetje zakken, maar niet te ver zodat ik zijn reactie nog kon zien. Hij draaide zich om en keek me aan. Zijn mond vormde een mooie, brede glimlach. "Ge zijt zo onvoorwaardelijk mooi." Sprak hij uit. Hij legde zijn vinger onder mijn kin en zorgde ervoor dat ik hem aankeek. Ik had eerder al verloren van zijn wijsheid en zijn woorden. Deze keer zou het wel eens kunnen dat ik mijn hart aan hem verloor. "Ge moogt trots zijn op wie ge zijt, Brigitte, echt waar. Nog nooit heb ik een onzekere vrouw zo zien stralen, nog nooit heb ik een vrouw met uitgelopen schmink en zonder haren zo mooi gevonden, nog nooit heb ik jou zo sterk gezien. Je bent een pracht van een vrouw, Brigitte, en je mag gezien worden. Wat zeg ik? Je moet gezien worden." Zei hij talmend, maar zelfzeker. Ik kon geen enkel gepast woord vinden dat hierop een antwoord kon geven. Dat hem kon duidelijk maken dat dit het liefste is dat ooit iemand heeft gezegd. Zijn hand ging van mijn kin naar mijn wang. Hij bleef me met een glimlach aankijken. En op dit moment wist ik niet of ik naar zijn lippen of zijn woorden verlangde. Ik leek uit te barsten, maar het contact tussen mijn gezicht en zijn hand, zorgde ervoor dat alle gebroken stukjes bijeen bleven. "Je bent zo mooi." Zijn hoofd kwam dichter waardoor zijn goedruikende, warme adem mijn gezicht bereikte. Mijn ogen verplaatste zich van zijn ogen naar zijn lippen. Ik had nog nooit zo hard verlangd naar een aanraking dat nog nooit heeft plaatsgevonden. Ik legde mijn handen op zijn borst om hem duidelijk te maken dat het oké was en sloot mijn ogen. Nog geen seconde later voelde ik zijn zachte lippen op de mijne. Hartelijk en vurig. Geen wil om te lossen. Maar die had hij wel, al leek het meer uit adem tekort te zijn. Ik glimlachte. Ik was zeker. Ik had mijn hart aan hem verloren. Ik legde mijn hand in zijn nek, zette me lichtjes op de tippen van mijn tenen en drukte, voor een tweede keer, mijn lippen innig op de zijne. Na een korte tijd loste ik. Hij keek me, zoals hij of een andere man nog nooit eerder heeft gedaan, liefdevol aan. En voor de zoveelste keer spraken zijn ogen meer als hem. Zonder nog maar een woord aan elkaar te verspillen liepen we verder, of eerder terug, naar huis. Nagenietend van zijn lippen die een verlangen hadden achtergelaten bij de mijne. Ik greep zijn hand vast. Stevig. Zodat hij het gevoel kreeg dat ik hem niet wou loslaten. Nooit niet. Voor de eerste keer echt geliefd en houden van, zou ik nooit loslaten.

Ik trok de liefde van een man vaak in twijfel, maar bij Eric niet. Zijn liefde spatte er vanaf. Ook ik liet mijn liefde los, zoals een losgeslagen tiener die voor de eerste keer verliefd is. Zo voelde ik me. Voor de eerste keer echt verliefd.

Bij het thuiskomen trok ik mijn trui direct uit. Eric glimlachte. Hij wist maar al te goed dat ik uiteindelijk mezelf zou accepteren op deze manier. Gebeurde dat niet, dan deed hij het in mijn plaats. "Ik ben trots op u!" Hij kwam naar mij toe en legde zijn handen op mijn heupen. Ik legde de mijne op zijn borst en keek hem. "Hoe komt het dat je ondanks dat je al van in het begin van mijn ziekte weet je toch nog deze stap durft zetten?" Hij glimlachte en haalde zijn schouders. "Je ziekte maakt je niet minder mooi of minder liefdevol. Integendeel, sinds ik het wist had ik nog meer verlangen naar u. En ik wou u dat duidelijk maken." Deze woorden maakten mij duidelijk dat Eric de man is die ik zocht. De man die al een lange tijd in mijn leven was, maar waarvan ik nooit heb kunnen, of willen, inzien dat hij dé man was. Ik was dan ook blij dat we hier nu stonden, samen, als één.

De laatste maandenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu