9. Die avond, bont en blauw.

38 1 0
                                    

POV Marco.

De zwarte bedrijfsauto van Mammoet valt niet op in de straat. Vol ongeduld zit ik te wachten tot Lieke terug zal komen naar het huis van haar ouders. Het is al donker, ik heb haar vader al thuis zien komen. Gisteren is ze door Nora thuisgebracht. Nu zie ik dat haar rode auto niet bij het huis staat. Ik ga er dus vanuit dat ze vandaag zelf heeft gereden.

Vandaag zal ik met haar praten, ik moet weten of ze me alles kan vergeven. Maar tegelijk ben ik zo boos, hoe heeft ze me zo voor schut kunnen zetten. Door haar ben ik in de cel beland, en ben ik bijna mijn baan kwijt geraakt. De rust die ik tot dat moment redelijk bewaard heb weten te houden verdwijnt als sneeuw voor de zon. De agressie begint het over te nemen, 'ze zal boeten voor wat ze me aan heeft gedaan' denk ik. Aan het einde van de straat zie ik een paar koplampen naderen. Een gemene grijns ontstaat op mijn gezicht. 'Welkom thuis, Lieke' denk ik.

POV Lieke.

Totaal ontspannen kom ik aan bij mijn ouders. Pap en ik hebben vandaag echt super hard gewerkt. Zelfs de wasmachine is vandaag al geleverd. Morgenavond kan ik er gaan slapen, ik kan echt bijna niet wachten.

Als ik aan kom rijden zie ik dat er nog 1 plekje vrij is voor het huis van mijn ouders. Snel parkeer ik mijn rode mini in het vak. Op het moment dat ik uit stap uit de auto, hoor ik nog een autodeur dicht slaan. Verbaasd kijk ik op, wie komt er nu nog thuis op dit tijdstip, dan ik zie Marco uit een bedrijfsauto stappen.

Ik: M-M-Marco, W-Wat doe jij hier?

Marco: Wat denk je? Je negeert mijn telefoontjes, je negeert mijn berichten. Door jou heb ik in een cel gezeten. Ik kom verhaal halen, TRUT!

Zijn stem sist van woede.

Ik:  Je mag hier niet in de straat komen. Je mag niet eens contact met me zoeken.

Langzaam loop ik achteruit van hem vandaan. Steeds als ik een stap achteruit doe, komt hij een grotere pas dichterbij. De afstand tussen ons wordt steeds kleiner. Ik wil weglopen, maar mijn benen willen niet meer bewegen van angst. Een traan loopt over mijn gezicht.

Ik: Alsjeblieft Marco, laat me met rust!

Marco begint harder te praten: JIJ HEBT ME BIJNA MIJN BAAN GEKOST.

Ik voel dat ik zijn beschuldigingen beu begin te worden. Ik ben niet de hoofdschuldige hier, maar hij. Ik verhef mijn stem: EN JIJ BENT VREEMDGEGAAN, DE SCHULD LIGT IN DE EERSTE PLAATS BIJ JOU!

Ik kijkt steeds om me heen, in de hoop dat iemand ons geschreeuw hoort, maar er is geen beweging in de straat.

Marco schreeuwt: Marianne en ik deden dit al een half jaar samen, en nu wil ze niets meer met me te maken hebben.

Ik : Dat vind ik niet vreemd.

Voor ik verder kan reageren of wegrennen heeft Marco me ineens vast. Zijn hand knijpt hard in mijn arm, ik gil het uit van de pijn.

Marco: HOU JE KOP, TEEF! ANDERS GEEF IK JE WAT OM TE GILLEN!

Met een trillende stem zeg ik: Stop, Marco.

Zijn ogen staan donker, zonder verder iets te zeggen haalt hij uit. Zijn vuist raakt mijn gezicht ter hoogte van mijn oog. Kort daarop een nieuwe klap deze keer op mijn kaak.

Ik kijk hem aan en kan nog net zeggen: STOP, alsjeblieft.

Maar Marco is niet tegen te houden, na nog twee klappen zak ik door mijn knieën. Zelfs nu ik op de grond lig stopt Marco nog niet. Ik voel een voet hard tegen mijn ribbenkast aan komen, daarna wordt het zwart.

Handgemeen! (Compleet)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu