7. Verbeelding

120 19 0
                                    

'Nee, ik zweer het! Hij stond recht voor me!' Ik keek Chase met grote ogen aan. 'Hij bloedde ernstig, maar hij leefde!'

Chase trok zijn wenkbrauwen sceptisch op.

'Weet je dit zeker Callie?' Vroeg Aalayah, Chase zijn moeder hoopvol. Haar ogen zagen er een beetje geiriteerd uit. Ze had vast veel gehuild.

Ik knikte heftig. Ik wist wat ik had gezien.

'Callie je hebt het je vast verbeeld,' zei Chase vader, Korand, voorzichtig. Hij keek zijn vrouw streng aan. 'Het lichaam van Abrah is in de rivier gevonden. Het is al geïdentificeerd.'

Aalayah jammerde. De hoop was weer van haar gezicht verdwenen. 'Die arme man.'

'Misschien was het iemand anders? Stelde Chase voor.

Ik schudde mijn hoofd.

'Je zei dat hij zomaar was verdwenen.' Chase keek me ernstig aan. 'Ik weet honderd procent zeker dat je het je hebt ingebeeld, Callie. Een mens kan niet zomaar in het niets verdwijnen. Ik weet dat je het goed bedoeld maar er is niks meer aan te doen.'

Ik beet gefrustreerd op de binnenkant van mijn wang. Ik had het me niet verbeeld.

Hij had daar gestaan recht voor me.

Hij had me strak aangekeken.

Waarom zou ik me dat verbeelden?

Het was niet alsof ik hem zo graag wou zien.

'Wil je soms een glaasje koud water?' Vroeg Aalayah. 'Daar kalmeer je wel van.' Ze stond op en liep de kamer uit.

Ik zuchtte.

Misschien hadden ze gelijk. Er was geen goede verklaring voor wat ik dacht dat ik had gezien.

Ik was denk ik gewoon nerveus geworden omdat ik op de plek was waar hij was gestorven.

Shit happens, Callie, dacht ik bij mijzelf.

'Het spijt me,' zei ik. 'Ik wou jullie niet overstuur maken. Ik weet dat jullie het er moeilijk mee hebben.'

'Het is al goed,' zei Aaliyah. Ze duwde het koele glas in mijn hand. 'Iedereen maakt weleens iets geks mee.'

'Ja...' Ik nam een beetje beschaamd een slok van het water.

Toen Chase zijn ouders de woonkamer uit waren zette ik het glas neer op de bijzettafel.

'Nog iets nieuws gehoord?' Vroeg ik aan Chase.

Hij schudde zijn hoofd. 'Het enige wat we weten is dat hij toen ze hem vonden al minstens vier uren dood was, wat betekend dat hij rond twee uur in de avond is verdronken, of vermoord. Het is nog niet echt duidelijk wat die tekens precies zijn, maar het is onmogelijk dat hij dat zelf heeft gedaan. Een paar van de tekens zaten namelijk op zijn rug. Hij kan daar onmogelijk zelf bij.'

'Wie zou er nou zoiets doen?'

'Geen idee.' Chase keek me peinzend aan. 'Een gestoorde gek in ieder geval.'

Ik knikte ernstig. 'De laatste keer dat er hier iets ernstigers dan winkelinbraak is gebeurd, is meer dan dertien jaar geleden.'

We waren beide niet in staat om een verdachte op te noemen. De meeste mensen in dit dorp waren ontzettend preuts. Ze wouden niks te maken hebben met mensen zoals Abrah. Laat staan iemand vermoorden.

Natuurlijk kenden we niet iedereen in dit dorp even goed, maar ik kon me echt niet voorstellen dat het iemand zou kunnen zijn die misschien wel bij mij of Chase in de straat woonde.

Iemand die nog steeds los rondliep.

'Misschien was het wel die nieuwe buurman van jou,' mompelde Chase. 'We weten niks over hem.'

'Dat betwijfel ik. Hij komt zelden zijn huis uit.' Ik leunde terug tegen de bankleuning. 'Mijn moeder en ik hebben even met hem gepraat. Tenminste, mijn moeder heeft gepraat en hij heeft ons chagrijnig aangestaard.'

Chase lachte. 'En hij zag er nog wel zo vriendelijk uit.'

Ik grinnikte.

'Hij heeft een zoontje,' zei ik. 'Ik zag hem in de hal staan.'

'Oh, dus hij is niet alleen. Wie weet, wellicht komt zijn vrouw ook nog.'

Ik haalde mijn schouders op. Het was mogelijk.

Chase en ik kletste nog heel even verder. Ik vertelde hem wat hij had gemist op school (niet veel) en wat de nieuwste roddels waren.

Ik bood nog een keer mijn excuses aan aan zijn ouders en deed ze de groeten van mijn moeder voor ik weer weg ging naar huis.

'Hoe was het bij Chase?' Vroeg mijn moeder toen ik de voordeur achter me dichtdeed. 'Hopelijk is het niet al te deprimerend daar.'

'Valt wel mee,' zei ik. 'Aalayah is heel verdrietig, maar ze houd zichzelf goed bij elkaar.'

Irene knikte. 'Misschien dat ik ook nog even langs ga morgen.' Ze pakte haar jas van de kapstok. 'Ik ga over vijf minuten naar mijn werk. Er staat eten in de magnetron. Ga niet te laat slapen.'

'Ja, is goed. Dag.'

Ik haastte me snel naar mijn kamer voor ze zou gaan beginnen over huiswerk of mijn kamer opruimen.

Ik liet mezelf op mijn bed vallen.

Ik had eigenlijk wel wat huiswerk maar zag dit op het moment echt niet zitten. Ik zou het morgen wel doen.

Ik klom weer overeind en keek uit mijn raam. De straat was, behalve de auto van mijn moeder, die nu opstartte, helemaal stil.

Ergens verwachtte ik Abrah weer te zien lopen.

Was het niet vreemd dat ik hem ineens zonder reden had gezien?

Chase zijn vader had natuurlijk een punt. Abrah zijn lichaam was gevonden hij was allang in het mortuarium.

Hadden ze niet gewoon een ander lichaam gevonden? Ze hadden hem geïdentificeerd als Abrah Pratt maar mensen konden altijd foutjes maken, toch?

Het verklaarde alleen niet waarom Abrah ineens in het niets was verdwenen.

Dat viel dan ook niet te verklaren.

Nou ja, ik moest het maar laten rusten.

Ik had het dan ook nooit moeten vertellen aan Chase en zijn ouders. Ze hadden het er al zo moeilijk mee en dan kwam ik aan zetten met mijn HIJ LEEFT NOG verhaal.

Meteen voelde ik me weer schuldig.

Nogmaals sorry. Smste ik naar Chase.

Ik liep weer naar beneden.

Jack lag te slapen op de bank.

Irene had liever niet dat Jack erop lag omdat hij soms nogal verhaarde. Die haren bleven allemaal achter op de stof.

Ik liet Jack altijd gewoon erop liggen.

Eén keer met de stofzuiger eroverheen en het was weg.

Nogmaals; het maakt niet uit! Ontving ik van Chase.

Ik liet mezelf op de andere bank vallen en sloot mijn ogen. Een kort dutje kon geen kwaad.

Craisshill's VerzamelshopWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu