Proloog
Craisshill´s verzamelshop.
Ik staarde naar het naambordje van de nog gesloten winkel.
Een stukje verderop gaf mijn vader, met zijn gewoonlijk, onnodig luide stemniveau, de twee verhuizers aanwijzingen waar de dozen met spullen heen gezeuld moesten worden.
Zijn gezicht was felrood gekleurd door de inspanning en de zomerse hitte.Ik had een beetje medelijden met hem. Hij kon, net als zijn vader, nooit echt goed tegen de stress van grote veranderingen.
Ik keek toe hoe hij gefrustreerd op de achterkant van zijn hoofd krabde toen een van de mannen de doos net iets te hard op de grond neerzette.
Mijn moeder praatte met de man die ons het gebouw verhuurde. Ze bewoog haar armen wiegend heen en weer in een poging mijn jongere zusje van drie stil te houden.
Ik zelf leunde ongeïnteresseerd tegen een boom aan.
Ik kauwde langzaam op een van de Mentos snoepjes die ik uit het dashboard van de auto had gestolen.
Ik weigerde om net als mijn vader, in de kokende zon te staan zweten.
Nee, ik bleef lekker in de koele schaduw staan.Ik wierp opnieuw een korte blik op het gebouw.
Het zag er afschuwelijk uit.
Het begon al bij de veranda. Sommige treden hingen schuin of zagen eruit alsof ze elk moment konden instorten. Ik was benieuwd of dat het geval zou zijn wanneer er iemand met een van de zware dozen overheen zou lopen.De verf van de voordeur was afgebladderd en twee van de vier raampjes in de bovenkant van de deur waren ingeslagen.
Dat zei genoeg over het dorpje waar wij in terecht waren gekomen.De voordeur stond open, maar het was te donker in de hal om naar binnen te kunnen kijken.
Door de ramen kon je ook niks zien, omdat ze waren afgeplakt.
Ik moest eerlijk toegeven dat de brede, witte zuilen aan weerzijde van de veranda het gebouw iets aparts gaven.We waren al naar binnen geweest om rond te kijken.
De binnenkant van de winkel zag er niet echt veel beter uit dan de buitenkant.
Dat was waarschijnlijk de reden dat het zo goedkoop was geweest.Het enige wat erop wees dat dit gebouw het trieste lot van sloop had weten te ontkomen, was het gloednieuwe houten bordje met de naam van onze winkel erop.
Craisshill´s verzamelshop. Las ik opnieuw.
Aparte naam voor een dorp als je het mij vroeg. Craisshill.
Ik stopte nog een Mentos in mijn mond.
Het enige voordeel van deze verhuizing was dat het gebouw tegenover het strand stond. Vanaf mijn slaapkamerraam, boven de winkel, zou ik uit kunnen kijken op de zee.
Rechts naast onze winkel stond nog een kringloopwinkel en een restaurant die eruitzagen alsof ze goed winst maakten. Links van het gebouw stond een busje dat, volgens zijn poster, dagelijks ijs verkocht.
Hopelijk zouden wat van hun klanten hier een kijkje komen nemen zodra het af was.Het was handig dat we dicht bij de boulevard stonden. Zo trokken we ook mensen die hier kwamen wandelen.
‘Dankjewel mannen,’ zei mijn vader opgelucht toen alles veilig naar binnen was gebracht.
Hij pakte zijn versleten, leren portemonnee en gaf de twee mannen een fooi.
Een van de twee mannen had het lef met uitgestoken hand te blijven staan. Alsof twintig euro per persoon niet genoeg was. Plus het geld dat ze van tevoren hadden gekregen.Hoewel mijn vader een vriendelijk man was, en niet iemand die snel nee zei, was hij geen idioot.
Hij gaf de man een blik die zei; ‘als je nu niet oprot zorg ik er persoonlijk voor dat die fooi verdwijnt op een plek waar je hem absoluut niet wilt hebben.’
De man begreep de hint, en liet zijn hand weer zakken.
JE LEEST
Craisshill's Verzamelshop
FantasyCallie en haar beste vriend, Chase, leiden een rustig, bijna saai, leven in het dorpje Craisshill. Behalve de feestjes die er af en toe worden georganiseerd lijkt er nooit wat interessants te gebeuren. Dat is tot er een nieuwe familie verhuist naar...