9. Diomedes

116 17 0
                                    

Een beetje een kort hoofdstuk.
Ik lijd aan een ernstige vorm van writersblock, vandaar dat het zo lang duurde voor ik weer ging updaten.
Sorry
-----------------------------------

'Zo dat is geregeld.' De sloten vervanger verzamelde zijn gereedschap en stopte het terug in het kleine rode kistje dat hij bij zich had.

Mijn moeder bedankte de man vriendelijk en gaf hem een fooi.

'Ik begrijp nog steeds niet hoe er iemand binnen heeft kunnen komen,' zei

ze tegen mij. 'De deur was prima intact en de ramen waren gesloten.'

Ik begreep er zelf ook niks van.

Zodra ik aan mijn moeder had verteld dat er iemand in huis was geweest wou ze de sloten vervangen.

Ik was het er compleet mee eens.

Better to be save than sorry, dacht ik bij mezelf.

Hopelijk gebeurde dit niet nog een keer.

'Ik ga even naar Chase,' zei ik. 'We zouden samen wat huiswerk doornemen.'

Irene knikte. 'Wees voorzichtig op straat.'

Daar moest ik bijna om grinniken. Dit was de eerste keer dat mijn moeder dat tegen me zei.

Het was hier altijd al zo veilig geweest als maar kon.

Dat was nu in ieder geval heel anders.

'Zal ik doen,' zei ik. Ik pakte mijn rugzak en stapte naar buiten.

Eenmaal buiten viel me meteen op dat de voordeur van de buurman wagenwijd openstond.

Meteen moest ik denken aan hoe de deur bij ons ook open had gestaan.

Misschien waren de inbrekers nu wel bij hem binnen!?

Ik geloofde niet dat iemand zo dom kon zijn om dit overdag te doen.

Het was niet echt logisch.

Ik liep naar zijn voordeur maar bleef voor het huis staan.

Ik bleef even luisteren. Ik probeerde geluiden op te vangen.

Het leek alsof er niemand thuis was.

De auto stond ook niet voor de deur.

"Hallo?" riep ik de hal in. "Bent u thuis, meneer?"

Geen antwoord.

Ik drukte op de deurbel.

Ik hoorde niks. Of hij had hem uitgezet of de bel was kapot.

Ik vond het onbeschoft om zomaar naar binnen te gaan, maar ik maakte me zorgen dat er misschien wel iemand binnen was met de verkeerde bedoelingen.

Ik zette voorzichtig de eerste paar stappen over de drempel heen.

Ik hoorde een geluid aan het einde van de hal.

'Meneer Mires?' Ik keek voorzichtig om het hoekje van de deur. Het kwam uit op de keuken.

Het geluid had hier vandaan gekomen maar er was niemand.

Ik zag alleen één van de kartonnen dozen op de vloer staan.

Ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen. Ik zette een paar stappen de kamer in en keek voorzichtig in de doos.

Ik had verwacht messen, borden en glazen aan te treffen. Iets wat de man nog moest uitpakken.

In plaats daarvan zag ik alleen een zwart boekje, twee krijtjes, een rode en een witte, drie kaarsen en een zakmes.

Het viel me op dat er helemaal geen spullen in de keuken stonden.

Je had een koelkast, een aanrecht en een bijzettafel.

Er hing niks aan de muren, er stonden geen plantjes, niks dat het huis iets warms of gezelligs gaf.

Het leek net alsof er nog steeds niemand woonde.

'He!'

Ik gaf een gil toen er een stevige hand zich om mijn nek sloot.

Ik trok mezelf los en deed een stap achteruit.

'Wat doe je in mijn huis!?' Schreeuwde Diomedes kwaad.

Jeetje, nog harder kon hij ook niet schreeuwen.

Ik zag hem voor het eerst zonder hoed.

Ik had ergens verwacht dat er iets mis zou zijn met de bovenkant van zijn hoofd. Dat hij daarom altijd die hoed droeg.

Er was niks vreemds te zien.

'Er was gisteren bij ons ingebroken,' legde ik vlug uit. 'Uw voordeur stond open en -'

'- toen dacht je laat ik maar even naar binnen sluipen en rondneuzen,' maakte hij mijn zin bijtend af. 'Je hebt geluk dat ik de politie nog niet heb gebeld.'

'Ik was niet aan het rondneuzen,' verdedigde ik mezelf.

De man greep de doos vast en deed hem vlug dicht. 'Eruit!'

Dat liet ik me geen twee keer zeggen. 'Het spijt me dat ik probeerde te helpen,' snauwde ik onderweg naar de voordeur. 'Chagrijn.'

De man reageerde niet.

Hij gooide de deur zodra ik buiten stond hard achter me dicht.

Ik fronste toen ik de zwarte SUV voor de deur zag staan.

Hoe kon het dat ik de auto niet had horen aankomen?

Er was dus wel iemand binnen geweest?

Als Diomedes de hele tijd binnen was geweest had hij onmogelijk de auto voor de deur kunnen zetten.

Misschien was die persoon nog wel binnen.

Maargoed, hij had mijn hulp niet nodig. Hij redde zich duidelijk prima.

Ik was niet van plan om nog een keer aan te kloppen.


Craisshill's VerzamelshopWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu