•0.6•

681 48 8
                                    

"You can call my problems invisible problems. They are there but you can't see them."

Point of view Emma

Ik geloof niet dat ik ooit zo slecht geslapen heb als nu. Zelfs vroeger niet toen ik nog enge nachtmerries had over monsters, weerwolven en vampieren.

Acht uur lang heb ik met mijn dekens om me me heen geslagen op mijn bed gezeten en alleen maar vooruit gestaard.

Ik ben zo bang voor wat er komen zal.

Natuurlijk vertrouw ik er op dat ik beter word, maar er bestaat een kans dat ik dood ga en ik weet niet of de doktoren dan een plan B hebben om me in leven te houden. Ik ben bang om dood te gaan. Ik ben nog maar zeventien, ik heb nog een heel leven voor me, ik mag nog niet dood gaan. Daarom ga ik er alles aan doen om door te blijven vechten.

Ik ga deze kanker overwinnen.

#

"Zo, Emma, dit is de kamer waar je voorlopig de dagen in door gaat brengen." zegt zuster Rachelle, een kleine slanke vrouw van rond de achtentwintig met half lang blond haar, en ze doet de deur open waar '222' op genummerd staat. "Moet ik hier de hele dag blijven zitten?" vraag ik teleurgesteld. "Nee, je mag natuurlijk gewoon je kamer uit en als je wilt met de kinderen spelen op de kinderafdeling, maar in principe is dit jouw kamer vanaf nu." verteld ze.

Ik zie mezelf al zitten tussen krijsende kinderen. Nee, bedankt.

"Welke afdeling is dit dan?" vraag ik. "Dit is de afdeling voor oudere of jong volwassene met oncologie." antwoordt zuster Rachelle. Ik knik en loop 'mijn' kamer binnen.

De kamer is bijna leeg op een bed en een bureau met twee stoelen erbij na. Aan de witte muur hangt een prikbord, maar daar hangt nog niks aan. Ik open een deurtje en daarachter zit een toilet en een douche. Ik sluit de deur en zuster Rachelle zet mijn tas met spullen op het bed.

"Sorry dat we zo laat zijn." hoor ik iemand achter me zeggen.

Ik draai me om en ik zie mijn ouders in de deuropening staan.

"Wat doen jullie hier?" vraag ik bot.

Ze hebben nooit tijd voor me kunnen maken en nu zijn ze er wel.

"We komen je helpen met uitpakken." zegt mijn moeder.

"Ik laat jullie wel even alleen." mompelt zuster Rachelle en ze loopt de kamer uit.

Ik ga op het bed zitten en laat mijn krukken op de grond vallen.

"We moeten je steunen in deze tijd, lieverd." zegt mijn moeder, ze komt naast me zitten en slaat haar arm om me heen. "Raak me niet aan." sis ik. Mijn moeder trekt haar arm terug en slaat haar armen ongemakkelijk over elkaar heen. "Ga weg, ik red mezelf wel. Ik heb jullie niet nodig, ik heb jullie nooit nodig gehad." zeg ik boos. "Je hebt ons nodig Emma, we zijn je ouders." bromt mijn vader. "Zijn jullie nu opeens mijn ouders? Jullie hebben nooit naar me omgekeken en nu zien jullie me opeens alleen maar doordat ik kanker heb? Dan had ik veel eerder kanker moeten krijgen!" zeg ik met een overslaande stem. "Emma! Zoiets mag je nooit zeggen!" zegt mijn vader. Er glijdt een traan uit mijn ooghoek en ik kijk mijn vader aan. "Alsjeblieft, ga weg. Als ik jullie ooit nodig heb laat ik het weten, maar jullie moeten je beseffen hoe vaak ik om jullie hulp heb gevraagd en hoe vaak jullie mij toen lieten zitten." zeg ik bitter. Mijn moeder kijkt naar me met een emotie in haar ogen die ik niet goed kan plaatsen, maar staat dan teleurgesteld op en loopt achter mijn vader aan de kamer uit.

Ik ga op bed liggen en trek mijn benen tegen mijn bovenlichaam aan. De ene traan na de ander rolt over mijn wang en baant zich een weg naar beneden. Ik knijp mijn ogen zo stevig dicht dat het pijn doet aan mijn hoofd en verschillende kleuren begin te zien.

Soms vraag ik me af wat ik verkeerd heb gedaan, waar ik mijn ouders aan heb verdient. Ze zijn er nooit voor me geweest. Ze waren er niet voor me als ik vroeger bang was voor het monster onder mijn bed, ze waren er niet voor me toen mijn opa en oma overleden en ik helemaal kapot was, ze waren er niet voor me als ik griep had, ze waren er gewoon nooit voor me in de tijden dat ik ze nodig had en dat is de rede waarom ik ze nu niet nodig heb.

Zodra ik mijn tas heb uitgepakt komt Rachelle mijn kamer binnen met een rolstoel.

"Dit is handiger dan die krukken." zegt ze. Ik knik. Voorzichtig laat ik me van het bed zakken en ga ik in de rolstoel zitten. "Wat ga je doen?" vraagt Rachelle. "Ik ga even uit deze kamer." antwoord ik. "Je mag niet naar buiten." zegt ze streng. "Waarom niet?" vraag ik.

Daar heeft niemand iets over gezegd.

"Je weerstand mag niet verzwakken, dus nemen we geen enkel risico." legt ze uit. "Maar er gebeurd toch niks als ik naar buiten ga?" vraag ik en ik probeer langs haar te rijden. Nog voordat ze kan reageren gaat er een piepertje af en hoor ik veel geschreeuw op de gang. "Shit, blijf hier." mompelt Rachelle, ze wijst kort met haar naar mij en ze rent dan de gang op. Ik kan het niet laten om achter haar aan, dus rol ik mezelf de gang op waar veel dokters een jongen met blond haar vast houden.

"Laat me los ik moet naar hem toe!" roept de jongen en hij slaat wild met zijn armen om zich heen.

De jongen draait zijn hoofd naar mij toe en ik kijk recht in de betraande ogen van een jongen die ik uit duizenden herken.

Niall.

[A/N]

Heey,

Nog even volhouden en dan heb ik vakantie! Can't wait♥

Gaan jullie op vakantie? Zo ja; waarheen?

Ik ga naar Frankrijk voor de idk hoeveelste keer -.-

Vote/comment/follow?

xx

Invisible// Niall HoranWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu