Hoofdstuk 10

455 26 3
                                    

Tien minuten later werd er door iemand op de bel gedrukt. Het kon niemand anders dan Matthew zijn, ze verwachtte namelijk niemand anders. Met een zucht hees Jules zichzelf overeind uit de zetel en slofte ze met tegenzin naar de voordeur toe. Ze had gewoon een andere smoes moeten verzinnen, dan had hij nu niet voor haar deur gestaan. Haar vingers gleden nog een laatste keer door haar zwarte haar voordat ze de deur opende.
'Hey.' Kwam er zachtjes uit haar mond toen ze Matthew zag staan. Hij glimlachte op zijn beurt een keer lief en bekeek haar kort. Het was inderdaad wel duidelijk dat er iets met haar aan de hand was.
'Hi, gaat het een beetje?' De bezorgde ondertoon in zijn stem was gewoon niet te missen. Hij stapte langzaam de hal binnen toen ze een stapje opzij zette. De deur werd achter hem terug dicht gedaan. Aan de stilte te horen was ze alleen thuis, en dat was best uitzonderlijk voor Jules. Normaal gezien was er altijd wel één van haar ouders thuis.
'Ik leef nog, zoals je ziet.' Antwoordde Jules schouderophalend. Ze liep langs hem heen, terug in de richting van de woonkamer. Matthew zou vanzelf wel gewoon volgen, hij kende de weg inmiddels wel op zijn duimpje. Hij was gewoon al zo vaak in het huis geweest, het was niet meer op zes handen te tellen.
'Ja, en je humor is er zo te horen ook nog steeds.' Zei Matthew lachend. Zoals verwacht liep hij inderdaad achter haar aan naar de woonkamer toe. Daar aangekomen liet hij zich naast haar in de zetel zakken.
'Heb je het niet warm met dat ding om je nek?' Zijn wijsvinger wees nu in de richting van de sjaal die ze omhad. Als reactie schudde ze meteen haar hoofd. Nog een reden waarom ze liever had gehad dat hij niet kwam. Natuurlijk was het niet normaal om in huis een sjaal te dragen, Matthew was niet stom. Hij had altijd alles veel te snel door, ook nu weer.
'Nee, helemaal niet.' Probeerde ze zo normaal mogelijk te antwoorden. De jongen leek het er echter niet mee eens te zijn en strekte zijn arm uit in de richting van de sjaal. Vanwege haar trage reactievermogen kon ze hem niet tegenhouden. Ze voelde hoe de zachte stof langs haar huid gleed en de wond zichtbaar maakte.

'What the hell?' Vroeg Matthew geschrokken toen hij zag waarom ze die sjaal droeg. Zijn ogen bleven naar de wonde staren terwijl de sjaal nog steeds om zijn vingers hing. Hoe was ze daar in godsnaam aan geraakt? Het zag er niet meer uit als een normale schaafwonde ofzo. Het zag er veel erger uit.
'Niet doen!' Siste ze in zijn richting terwijl ze zijn hand wegsloeg. Ze kon het niet helpen, maar als hij het ging aanraken zou ze gewoon vergaan van de pijn. Het brandde zonder aanrakingen al genoeg om gek van te worden. Ergere pijn bespaarde ze zich liever gewoon. Matthew 's hand hing nog steeds half in de lucht.
'Jules, dat ziet er echt niet goed uit.' Constateerde hij terwijl hij nog steeds naar de wonde staarde. Zoiets kon gewoon niet meer gezond zijn, en dat wist ze zelf waarschijnlijk ook wel. Een dokter zou nog de beste oplossing zijn, die wist tenminste wat ze er tegen konden doen. Het leek wel alsof het ontstoken was ofzo.
'Dat weet ik ook wel.' Antwoordde Jules daar weer nors op. Ze had helemaal geen zin in domme opmerkingen. Alsof ze zelf nog niet doorhad dat het helemaal niet goed was. Dat had ze inmiddels wel gewoon aan de pijn gemerkt.
'Je moet daar echt mee naar een dokter gaan..'

'Ik ga niet naar een dokter toe, Matthew.' Mompelde Jules zelfzeker. Niets wat hij zou zeggen zou haar kunnen overtuigen. Die dokter zou veel te veel vragen gaan stellen, en ze zou er dan zelf niet eens antwoord op kunnen geven. Het enige wat ze zeker wist was dat ze de wonde sinds gisterenavond had. Blijkbaar was ze in één of andere club geweest, maar de rest van de avond was gewoon één zwarte vlek in haar geheugen.
'Kom op, je kunt hier echt niet mee blijven rondlopen.' Drong Matthew nog wat verder aan. Hij kon duidelijk zien dat ze pijn had, en dat zinde hem helemaal niet. En er was daarbij ook helemaal geen reden om niet te gaan als die man haar alleen maar wou helpen.
'Ik zei dat ik niet naar een dokter ga.' Dit keer kwamen de woorden een stuk duidelijker uit haar mond, maar ze klonken dan ook harder. Een doordringende blik werd richting de jongen geworpen waardoor hij even verbaasd opkeek. Hij was het niet gewend dat Jules zo aangebrand op hem reageerde. Helemaal niet.
'Waarom niet?' Ze moest wel een erg goede reden hebben om niet te gaan. Met een vragende blik in zijn ogen keek hij zijn beste vriendin aan. Dit was niet het meisje dat hij zo goed kende. Dit was een samenraapsel van alle slechte eigenschappen die ze in zich had, en dat vond hij niet leuk.
'Wat moet ik tegen die man zeggen?' Ze wierp haar armen hulpeloos de lucht in en liet ze daarna weer met een diepe zucht zakken. Het was niet onlogisch dat Matthew helemaal niet snapte waarom ze niet gewoon kon vertellen wat er was gebeurd. Zo moeilijk was dat toch helemaal niet om te doen?
'Wat moet ik hem zeggen als ik zelf niet eens weet hoe ik hier aan kom?' Dit keer klonk haar stem weer ongelooflijk zacht. De laatste woorden waren bijna een fluistering, maar toch kon Matthew perfect verstaan wat ze zei. Al klonken die woorden nogal vreemd in zijn oren.

'Je moet je toch wel herinneren hoe je aan zoiets komt?' Jules haalde een keer diep adem en liet de lucht langzaam weer ontsnappen via haar mond. Ze had ook echt als een volslagen idioot geklonken toen ze het aan hem uitlegde. Nog even en ze zouden haar nog gaan opsluiten in één of ander gekkenhuis. Ze begon zich inmiddels zelf al af te vragen of ze niet aan het doordraaien was.
'Geen idee, het is gewoon één grote, zwarte vlek in mijn geheugen.' Ze had natuurlijk ook gemakkelijk kunnen liegen, maar daar had ze geen behoefte toe. Ze had nooit de intentie gehad om tegen hem te liegen, nooit. Al had ze dat op sommige momenten beter wel kunnen doen.
'Misschien heeft er iemand wel iets in je drinken gedaan gisteren.' Suggereerde Matthew stilletjes. Het was eigenlijk de enige logische verklaring die hij op dit moment kon bedenken. Het was ook niet vreemd, er liep daar genoeg crapuul rond die meisjes drogeerden voor hun eigen pleziertjes. Je las tegenwoordig gewoon niets anders meer in de kranten.
Jules zou graag willen dat ze die woorden kon ontkennen, maar dat kon ze gewoon niet. Het was best mogelijk. Maar wie zou er dan zo gemeen kunnen zijn om haar met zo'n wonde achter te laten? En hoe was ze gisteren dan in godsnaam in haar slaapkamer terecht gekomen?
Zoveel vragen, maar o zo weinig antwoorden.

Bloody Taste ll H.SWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu