[RAOUL]
Eindelijk zag ik de open plek naderen. Vaag kon ik het standbeeld zien. Ik voelde me wel onveilig, natuurlijk al dagen, maar nu al helemaal sinds ik op een redelijk open grasveld liep. Het gaat me toch niet gebeuren dat er nu iets mis gaat...
Ik twijfel hoe ik het straks aan moet pakken. Ik moet op de rest... wachten? Maar ik heb geen idee of zij ook de oplossing weten, of ze dicht bij het midden zijn... Ik heb geen idee.
Het is vervelend hoe weinig je weet, het tergt je. Je kan bijna niks hierdoor. Toch bleef ik lopen, ik was er bijna. Ik zou gewoon daar in de buurt moeten wachten, moeten wachten op beweging, hopend dat het niet degene is die gemanipuleerd is... Want hoe graag ik het ook wil, diegene zal niet meer te redden zijn...
Het standbeeld was nu duidelijk zichtbaar. Ik was er eindelijk bijna. Ik stond aan de rand van het bos, met uitzicht op het standbeeld. "Raoul, het is slimmer om langs de bosrand te lopen." Vertelde ik mezelf. Dus dat deed ik. Langzaam langs de bosrand lopend, vervolgde ik mijn weg naar de achterkant van het beeld.
[ROBBIE]
Matthy en ik werden prompt uit onze gedachten gehaald. "Hoorde jij dat ook?" Vroeg ik aan hem. Matthy knikte bezorgd. Ik legde voorzichtig mijn vingers tegen de heg, en duwde een paar bladeren opzij. Je kon iemand zien staan. Mijn hart ging sneller kloppen. Een lange man, zwarte broek, zwarte trui en het meest belangrijke: een baard.
"Het is Raoul!" Siste ik tegen Matthy. Uit reflex pakte hij zijn bijl vast. "Is hij... Normaal?" Vroeg hij bang. Ik bleef naar het gestalte van Raoul kijken. Hij hand een zwaard vast in zijn ene hand, maar zijn lichaamshouding was nog hetzelfde als normaal. Hij keek rond maar zijn blik bleef even hangen op het beeld. Een paar seconden later maakte hij zich uit de voeten, en liep hij langs de bosrand deze kant op.
"Volgens mij wel..." fluisterde ik. "Dus dat betekent..." Begon Matthy. "Milo..." Maakte ik zijn zin af. Milo was dan degene van wiens ziel niet meer in de arena te vinden was.
Maar 100% zeker weten we het niet, Matthy had zijn bijl al vast en ik klemde mijn scherpe mes ook stevig in mijn hand. Mijn andere hand zocht die van Matthy. Hij pakte hem en we knepen even in elkaars hand voordat we weer loslieten.
Het geluid van ritselende bladeren kwam steeds dichterbij. Raoul was al bijna hier. Ik zag zijn voeten op nog maar een paar meter afstand. Ik waagde het erop, wetende dat het heel dom kon zijn.
"Raoul?" Zei ik. Het geritsel stopte. "Rob...?" Hoorde ik. "Ja..." Zei ik weer op mijn beurt. "Ben je... Oké?" Vroeg ik. "Ja..." Zei Raoul. "Jij ook...?" Vroeg hij. "Ja..." Zei ik.
Raoul liep de laatste paar stappen, en stond hij, voor me. Ik was nog nooit zo blij geweest om hem te zien.
[RAOUL]
Robbie... Ik hoorde Robbie! "Rob...?" Zei ik vol ongeloof. "Ja..." hoorde ik in een Brabants accent. Ik wilde hem wel direct om zijn hals vliegen, maar dat kon natuurlijk niet. "Ben je... Oké?" Vroeg hij. Ik knikte maar besefte toen dat hij dat natuurlijk niet kon zien. "Ja..."'Antwoordde ik daarna. "Jij?" Weerkaatste ik zijn vraag. "Ja."
Ik besloot achter de bosjes vandaan te komen. Volgens mij was hij echt oké. Ik deed een paar stappen naar voren en zag hem staan: De kleine Brabander.
Mijn blik schoot verder naar rechts en ik schrok me rot: Matthy. Matthy was hier gewoon en stond naar Rob!
"Mat...?" Zei ik met nog meer ongeloof dan ik bij Rob zei. Matthy's ogen waren gevuld met water. "Ja..." Zei hij zacht, voor hij me in zijn armen nam.
"Oh Raoul, wat ben ik blij jou te zien..." Snikte de jongen. Robbie sloeg ook zijn armen om ons heen. We knuffelden voor een paar seconden, zonder iets te zeggen.
Toen we los waren keken we elkaar aan, we moesten wel direct de feiten boven tafel brengen.
"Dus dat betekent..." Begon ik. "Milo..." Zeiden Rob en Matthy in koor. Tranen schoten weer in mijn ogen bij het idee. Jonge Milo, typische kut student, vrouwenverslinder... Wist nu misschien niet meer van zijn bestaan.
"Heb jij een oplossing...? Vroeg Robbie. Ik knikte. "Echt?!" Zei hij verbaasd. "Ja." Zei ik zelfverzekerd. "Ik weet hoe we hieruit kunnen komen."
Ik vertelde ze hoe ik het raadsel had opgelost, en wat er nu moest gebeuren. Robbie vroeg steeds door, maar Matthy had nog geen woord gezegd.
"Mat...?" Vroeg ik zacht. Matthy begon te huilen. "Maar we kunnen hem toch niet zomaar hier achter laten?" Snikte hij. "Milo...." fluisterde hij gesmoord. Op mijn beurt rolden de tranen ook over mijn gezicht, het idee dat onze Milo hier niet meer is, doet pijn. Heel veel pijn.
"Mat... We kunnen niet anders..." Fluisterde ik. "We hebben Koen al verloren... Ik wil het niet op mijn geweten hebben dat iemand van ons ook nog onnodig wordt afgemaakt, terwijl we de oplossing weten..." Zei ik.
[MATTHY]
Ik wist wel dat Raoul gelijk had, echt, maar het voelde zo verraderlijk. Maar ik moet wel, wij moeten wel. Ik heb Robbie en Raoul nog, ik wil ze echt niet kwijt...
Ik knikte langzaam, waarna Raoul en Robbie ook knikten.
En toen, hoorde ik in de verte een harde en duidelijke stem. Mijn ogen werden groot, net als die van Robbie en Raoul. De woorden die hij zei waren duidelijk hoorbaar en hadden een duidelijke betekenis:
"Raoul. Robbie. Matthy. Moord. Dood."
Milo.
JE LEEST
POLAROID PICTURE.
FanfictionHoe ver ga je om zelf in leven te blijven? "De arena verandert je. Er is geen ontkomen aan." Kun je je vrienden redden?