Austin
De tien teams stonden in de uithoeken van het eiland. Austin keek om zich heen. Het eiland, dat veelal bebost was, was in de verte omringd door grote muren die hoog boven hem uitstaken. Hij, Rob, Stanley en Victor waren samen in een uithoek van het stuk land achtergelaten, waar het gras een herfstige bruine kleur had, de bomen voor het grootste gedeelte oud of dood waren en er veel madeliefjes stonden. Ironisch, want ze gingen niet lief spelen. Nee, ze waren gekomen om te winnen. Dadelijk zou het spel van start gaan, verstoppertje waarschijnlijk, of een variant ervan, nu hij over de situatie nadacht. Nou, zoals het toeval wilde waren hij en Stanley de absolute meesterbakkers op het gebied van het zoeken en verstoppen.
De stem van Smit, die de kandidaten dus als Lars kenden, steeg opeens op uit de stilte, via een onzichtbare intercom. Austin voelde zijn zweetklieren overuren maken, maar waarom toch? Het was gewoon een spel. Maar ja, aan de andere kant wel een spel met een prijs die de koning met u aan zou spreken.
"En dan nu: de regels."
Nu was het zover: ze hadden hier twee weken op moeten wachten, veertien lange dagen vol spanning. Het spel ging eindelijk beginnen!
''Dit zal niet geloofwaardig klinken, maar ik ben bloedserieus. Onthoud dat goed. Het doel van het spel is om de laatste overlevende te zijn. Dit kun je bereiken door anderen te doden, of te wachten tot iemand anders dit doet. Wacht echter niet te lang, want er is een beperkte voorraad met voedsel aanwezig in de arena, en we willen natuurlijk niet sterven van de honger. Als er één kandidaat over is, gaat hij of zij naar huis met de prijs van één miljoen, zoals beloofd.''
Austins bloed bevroor. Ongeloof vulde zijn hersenpan terwijl zijn handen onvrijwillig trilden als een oude vrouw die haar wandelstok vergeten was. Was dit Lars? Dit kon toch niet echt zijn? Austins mond gleed open terwijl hij keer op keer met zijn hoofd nee schudde.
"Vergeet niet dat het ieder voor zich is: je team hoort niet bij jou. Jullie zijn slechts ingedeeld op startplaats. Natuurlijk mag je samenwerken, zolang je niet vergeet dat zij ook moeten sterven, indien je wilt winnen.''
Austin keek opzij, naar zijn vrienden. Het werd echt met de seconde maller en absurder! Een korte, krankzinnige lach ontsnapte uit zijn gestreste mond. Het was een grap! Natuurlijk was het niet echt! Geen paniek, zei hij tegen zichzelf. GEEN. PANIEK.
"Voor jullie ligt er één rugtas, of er liggen er twee. Hier zitten wapens, etenswaren, of andere hulpmiddelen in. Gebruik dit in je voordeel. Wees niet getreurd als er niks in zit waarmee je je kunt verdedigen, want eens in de zoveel tijd zullen we een kistje met wapens in de arena achterlaten. En tot slot: als er nu binnen tien minuten niemand sterft, zal er willekeurig iemand gedood worden door de spelleiding. Als er op een bepaald moment in het spel reeds achtenveertig uur niemand gestorven is, zal de spelleiding iedereen elimineren. Vergeet niet: doe er niet te lang over, en haal de hartslagmeter niet van je pols.''
En terwijl de lichamen van Austin en zijn vrienden als standbeelden aan de grond genageld waren, koud als een ijsschots, eindigde Lars zijn monoloog met het arrogantste, schrijnendste wat hij ooit had kunnen zeggen.
''Veel plezier bij de SchoonhovenSpelShow!''
De galm van een microfoon die uitgezet werd weerklonk in de arena. Austin richtte zich tot zijn vrienden, die verdwaasd naast hem stonden. Enkel Stanley leek nog rustig te zijn. ''Het is een sociaal experiment'', beweerde hij. ''Zo worden onderzoeken uitgevoerd. Je denkt dat je een enquête in gaat vullen, maar eigenlijk laten ze een nepbrandalarm afgaan, en dát is dan het echte onderzoek. Hier willen ze gewoon testen of we gewelddadig worden.''
''Nou, dat is dan knap gevaarlijk!'' snauwde Austin terug. ''In Victors tas daar zit een mes, hè! Wat als hij bang werd en ons daadwerkelijk aan zou vallen? Dan zouden we gewoon dood zijn!'' Stanley schudde zijn hoofd. ''Het is geen echt mes, dit is zo'n ding dat in elkaar klapt als het iets raakt. Geen zorgen.''
JE LEEST
De SchoonhovenSpelShow
ActionVeertig kandidaten moeten noodgedwongen strijden tot de dood. De steenrijke doctorandus Smit, die zich bezighoudt met de psychologie van de wil om te overleven, is niet tevreden met de reeds beschikbare informatie over het onderwerp. Daarom besluit...