Hoofdstuk 18

31 4 31
                                    

Filip werd wakker met Alex dicht tegen hem aan. Zij en Daniël waren al een tijd wakker geweest, aan hun onvermoeide ogen te zien. Waarom lag ze dan nog steeds hier, zo vlak bij hem?

''Lekker geslapen?'' vroeg ze Filip, die nog altijd met zijn hoofd naar haar gedraaid op de grond lag, hem indringend aankijkend. Het deed zijn hart bonken. Waarom wist hij echter niet. ''Ja, ik denk dat ik wel oké geslapen heb'', antwoordde hij.

''Waarom lag je eigenlijk zo dicht bij me?'' vroeg hij haar op zijn beurt. Alex glimlachte kort, haar lippen in een boog gekruld, en haalde ondeugend haar schouders op. ''Ik had het gewoon koud.''

Aha, dat leek Filip logisch genoeg. Hij ging overeind zitten, de slaap uit zijn ogen wrijvend: hij had immers tot behoorlijk laat de wacht gehouden, tot Alex die taak van hem over had genomen, en Daniël kennelijk ook, aangezien hij de lichtbruine houten knuppel vasthield. Hij had alleen een nogal een vreemde gezichtsuitdrukking op zijn gelaat geplakt. Daniëls ogen waren groot, en zijn wenkbrauwen waren hoog opgetrokken, terwijl hij van Filip kort zijn blik naar Alex verplaatste en weer terug. Probeerde hij hem iets te vertellen?

De dagen waren hier lang en angstig. Gisteren ook weer, het enige wat ze eigenlijk konden doen was de hele godganse tijd elkaar en de omgeving in de gaten houden. Filip besloot dus om een gesprek aan te knopen met zijn recentelijk ontmoete vrienden.

''Zeg, Daniël. Vertel ons eens wat over jezelf'', vroeg hij aan zijn teamgenoot, diens nek langzaam naar hem omdraaiend. Zijn mond hing open, een kiertje van zijn gehemelte zichtbaar door de donkere gleuf tussen zijn lippen.

''Oké'', antwoordde hij toegevend. Hij maakte het zich comfortabel, en ging met zijn rug tegen de bemoste rots zitten, die als een schild diende tegen de buitenwereld. Dertig meter in de verte doemde de muren tussen alle donkere bomen en hun bladeren op, en Filip kon merken dat Daniël tijdens het spreken wel eens met zijn blik over de bruine bosgrond dwaalde, om vervolgens bij die barrières uit te komen.

''Ik ben een straatkunstenaar'', vertelde hij. ''Het betaalt niet geweldig, maar ik heb het sinds mijn jonge jaren al gewild. Het is voor mij de risico's waard.'' Hij pauzeerde, en Daniël fronste even, terwijl er een diepe zucht uit zijn mond ontsnapte. ''Maar dat geldgebrek is wel de reden dat ik hieraan meedeed.''

Filip knikte meelevend. Waar ze het ook over hadden, ze kwamen altijd terug op die dreigende schaduw die over hen heen stond; hun mogelijk naderende dood. ''Ik ben helemaal niet goed in schilderen'', antwoordde hij, proberend om het onderwerp te veranderen. ''Jij, Alex?''

Alex schudde wild met haar hoofd.

Daniël vervolgde zijn verhaal. ''Ik ben ook acteur geweest, ik heb in een reclamespotje gespeeld voor een tandpastamerk genaamd Andorra, een bedrijf dat nu onder Actus Inc. valt, van firma Van Aa. Kennen jullie het? Of poetsen jullie er zelfs jullie tanden mee? Zeg me toch dat mijn geweldige opvoering niet voor niets was geweest!''

Filip lachte. ''Nooit van gehoord'', antwoordde hij. ''Ik ken niemand die dat gebruikt, ik denk dat die gasten van Andorra allang failliet zijn.''

Het gegrinnik begon langzaam uit te doven, en de drie bleven zwijgend in een cirkel zitten, een formatie die Filip deed denken aan de kring op de kleuterschool. Zijn gedachten dwaalden af naar hun vierde teamlid, die kleine jongen die zo stil was geweest. Wat was er van hem terechtgekomen nadat hij weggerend was? Waar was hij heengegaan? Of wás hij al heengegaan? Filip maakte zich nog steeds zorgen om hem, ook al kende hij hem niet.

Misschien had hij dat mes dat hij mee had weten te nemen wel voor de compleet verkeerde doeleinden gebruikt. Of wellicht alleen voor zelfverdediging. Filip besloot maar dat het het beste was om niet meer over hem na te denken, hij was nu vast helemaal aan de andere kant van het eiland.

De SchoonhovenSpelShowWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu