inleiding

243 4 3
                                    

Er was eens een land daar hadden veel mensen een gave. Dat konden mensen zien aan de tattoo die ze al hadden bij hen geboorte. Daar werd een meisje geboren zij had de gave van visioen. Er woonde ook een gemene graaf, graaf Carkos, zijn gave was mist overal om hem heen hing mist en zijn armen en handen konden miststroken worden. Zijn naam was gevreesd, hij wilde graag de macht. Toen hij hoorde over het meisje met de gave van het visioen. Wilde hij haar graag bij hem hebben zodat hij kon kijken of de mensen zich zouden verzetten of niet en wat hij op zijn pad zou krijgen. Toen het meisje 3 jaar was brak een trol van de graaf in een stal het meisje. Het kasteel van de graaf lag aan de andere kant van het land. De trol moest ook het huis in brand steken dat deed hij niet. Hij zij dat de ouders niet achter het meisje aan moesten komen. Dat schreef hij op een briefje en liet het achter in het bedje van het meisje. Toen het meisje bij het kasteel van de graaf aankwam. Kreeg ze een visioen ze kreeg een blad om op te tekenen en zo gaf ze haar visioenen door. De graaf vroeg: 'wat is je naam, mijn roosje.' Het meisje zei: 'Livia.' Ze kreeg een eigen kamer in het kasteel vlakbij die van de graaf. Livia was een stil en vriendelijk meisje. Omdat ze haar naam niet mooi vond ging de graaf haar Liv of roos noemen. Er woonden geen mensen op het kasteel alleen trollen en golems. Livia werd er veel op uit gestuurd door de graaf om boodschappen te doen. Toen ze 10 was kreeg ze een visioen over het overnemen van het rijk door de graaf. Op haar 16e werd koning Marcus ziek. De koning had geen kinderen. Hij had gezegd dat één van de graven op de troon moest komen na zijn dood. De koning wou een oprecht iemand op de troon. De graaf begon meteen met de voorbereidingen voor het overnemen. Ze werd 18 en was officieel volwassen.



VisioenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu