Liv draaide zich om naar Lucius 'we haalden even iets voor de koning.'
'Wat' vroeg Resus.
Liv draaide zich nu naar Resus toe en zei: 'gewoon een kopje thee.'
'Oké' zei de koning 'dan gaan we dat even vragen aan koning Marcus.'
'Moet ik mee' vroeg ze.
'Ja' zei Lucius hij pakte haar bij haar bovenarm en wou haar mee trekken maar koning Carkos trok een wenkbrauw op en zei: 'Lucius ze gaat heus wel mee hoor laat haar maar los.'
Liv trok zich nors los. Lucius snoof. Koning Carkos ging hun voor naar de kamer van koning Marcus. Hij klopte aan. 'Binnen' hoorde ze een mannenstem zeggen.
Koning Carkos ging naar binnen. Liv liep achter hem aan. Liv dacht dat alleen koning Marcus binnen zou zijn maar John, Sebastiaan en Carlo waren er ook. 'Wat doen jullie hier' vroeg koning Carkod.
'Wij waren...' zei John 'aan het overleggen over de begrafenis van de koning.'
'Aha' zei koning Carkos 'willen jullie zo doorgaan we moeten even met de koning praten.'
John, Sebastiaan en Carlo maakte een buiging en liepen de kamer uit. 'Wat is er' vroeg koning Marcus.
'Heeft Liv een kopje koffie voor u gehaald' vroeg koning Carkos. Liv dacht: zeg nee, zeg nee... zeg alsjeblieft nee! 'Nee' zei koning Marcus 'dat heeft ze niet gedaan. Ze haalde thee voor mij.'
'Oké' zei koning Carkos 'dan kun je nu gaan Liv.'
'Dank u' zei ze.
Ze maakte een reverence en liep toen de kamer uit. John stond tegen de muur geleund. Sebastiaan en Carlo zaten op stoelen. 'Kom mee' zei ze.
Ze liepen naar haar kamer. Liv ging als eerste naar binnen en hield de deur open voor de anderen. Toen iedereen binnen was deed Liv de deur dicht en ging er tegenaan staan. 'Oké' zei ze 'wat is het plan?'
'Het plan is dat we over drie dagen gaan ontsnappen' zei Carlo.
'Ik kom 's avonds naar jou toe' zei John 'met een touw dan klimmen we uit jouw raam.'
'Beneden sta ik en ik breng jullie naar mijn vrouw' zei Sebastiaan.
'En wat doe jij Carlo?'
'Ik hou de wacht bij de kamer van koning Carkos en ik hou ook Lucius in de gaten' zei Carlo.
'Oké' zei Liv.
Ze deed de deur open en John, Carlo en Sebastiaan gingen weg. Liv kreeg de komende drie dagen soms nog visioenen. Meestal ging het over het ontsnappen en dat liet Liv natuurlijk niet zien aan koning Carkos. Liv en John waren vaak samen die dagen. Op de tweede dag liep Liv s' avonds naar koning Carkos ze kwam Lucius tegen. 'Wat ga jij doen' vroeg hij.
'Ik ga naar de koning.'
Liv wou doorlopen, maar Lucius duwde haar tegen de muur aan. 'Luister even heel goed' zei hij kwaad 'jij wil ontsnappen en John ook! Dat laat ik niet gebeuren!'
'Dat maakt mij niks uit' zei Liv 'ik blijf proberen totdat koning Carkos sterft dan ben ik van jullie verlost.'
'Nee hoor' zei hij grijnzend 'ik was ook op weg naar de koning met een vraag.'
'Wat is die vraag' vroeg Liv argwanend.
Lucius grijnsde, hij kuste haar op haar mond. Liv keek verschrikt toen hij weer stopte. 'Ik wil met je trouwen' zei hij.
'Maar ik niet met jou.'
'We zullen vragen wat de koning ervan vindt' zei Lucius terwijl hij Liv meetrok naar de werkkamer van koning Carkos. Hij klopte aan maar wachtte niet op een antwoord. 'Bin... o jullie zijn er al' zei de koning 'wat is er?'
'Ik had een visioen' zei Liv terwijl ze naar hem toeliep en het briefje gaf, 'hier is het.'
'En ik had een vraag' zei Lucius grijnzend 'zou ik met Liv mogen trouwen?'
'Poeh' zei de koning 'daar zal ik even over nadenken.'
Liv schudde haar hoofd en vormde met haar monde het woord nee. 'Ik hoor het morgen wel' zei Lucius en hij liep de kamer uit. Liv keek hem na toen hij weg was draaide ze haar hoofd heel snel naar de koning. 'Ja' vroeg hij.
'Ik wil niet trouwen' zei ze
'Maar ik wil dat je met hem trouwt.'
'Waarom' vroeg Liv kwaad.
'Omdat als ik dood ben wil dat hij mijn opvolger wordt. En jij moet in de hand worden gehouden.'
Liv keek hem kwaad aan en snoof. Ze liep kwaad de kamer uit en gooide de deur heel hard achter zich dicht. Ze liep kwaad naar haar kamer. Ze zag Lucius voor haar deur staan. Liv liep snel naar de kamer van koning Marcus toe. Ze klopte aan. 'Binnen.'
Liv liep naar binnen. 'Mijn kind wat is er' vroeg de koning bezorgd.
'Ik... Lucius... hij...' ze barste in huilen uit, ze rende naar hem toe en ging op haar knieën naast het bed zitten. Ze legde haar hoofd op de rand van het bed.
'Rustig maar... rustig' zei de koning terwijl hij haar over haar haar aaide.
'Oké haal even diep adem en vertel even rustig wat er is gebeurd.'
Liv zuchtte diep en keek met haar betraande gezicht naar de koning. Ze zei: 'ik had een visioen, ik liep naar koning Carkos toe en kwam Lucius tegen. Hij duwde mij tegen de muur en kuste me. Hij zei dat hij met me wilde trouwen. Hij trok me mee naar koning Carkos toe en daar zei hij dat.'
'Wat zei koning Carkos' vroeg de koning rustig.
'Dat als hij dood was ik in de hand moest worden gehouden dus hij vindt het goed dat Lucius met mij trouwt.'
Het bleef even stil. De koning zuchtte 'en jij wil niet met hem trouwen.'
Liv schudde haar hoofd.
'Het is maar goed dat jullie morgen ontsnappen.'
'U weet van het plan' vroeg Liv verbaasd.
De koning glimlachte en zei: 'ja. Maar je moet nu gaan als ze erachter komen dat je hier was dan kan je niet ontsnappen.'
Liv knikte. 'Dank u' zei ze. Ze stond op en gaf hem een kus op zijn wang, ze liep de kamer uit naar haar eigen kamer. Lucius was weg. Liv ging naar binnen. Ze kleedde zich om en ging slapen.

JE LEEST
Visioen
FantasiLiv is 18 jaar. haar baas ,graaf Carkos, wil de macht in het land. als hij hoort over een meisje met gave visioen moet hij haar hebben. hij laat Liv ontvoeren als ze 3 is. hij verteld haar niets over haar echte ouders. haar ouders mogen niet achter...